Provincie Antwerpen
Persbericht Provincie Antwerpen
14 september 2009
Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse Provincies 2008 bekend
Op voorstel van de interprovinciale jury hebben de deputaties van de provincies Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen de Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse Provincies 2008 toegekend aan Joris van Parys voor zijn monografie "Het leven, niets dan het leven. Cyriel Buysse en zijn tijd" en aan Jürgen Pieters voor zijn essay "De tranen van de herinnering. Het gesprek met de doden". Joris van Parys en Jürgen Pieters ontvangen elk een bedrag van 4.957,87 euro. De laureaten van de prijs 2008 voor een monografie en voor een essay, Joris van Parys en Jurgen Pieters, zullen door de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen worden gehuldigd.
Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse Provincies
In 1930 werd de Interprovinciale Commissie voor Openbare Bibliotheken en Vlaamse Letterkunde opgericht, vanaf 1983 Vlaamse Interprovinciale Commissie voor Letterkunde genoemd. Met de Interprovinciale Prijs voor Letterkunde of Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse Provincies werd in 1932 gestart. Destijds werden drie genres bekroond: een prozawerk, een jeugd- of een kinderboek, een monografie of een essay. Later kwam er ook een prijs voor toneel, voor verzen en voor het gezamenlijk oeuvre van een auteur. Vanaf 1958 werd de huidige cyclus van vier jaar ingevoerd. Zo komen nu elk jaar twee genres in aanmerking:
* Jaar 1: jeugdliteratuur en kinderliteratuur
* Jaar 2: monografie en essay
* Jaar 3: verzenbundel en toneelwerk, tv- of radiospel
* Jaar 4: proza en gezamenlijk oeuvre
Juryleden
Voorzitter : Ludo Helsen, gedeputeerde van de provincie Antwerpen
Leden : Henri-Floris Jespers (provincie Antwerpen), Luc Renders (provincie Limburg), Patrick Lauteur (provincie Oost-Vlaanderen), Marcel van Nieuwenborgh (provincie Vlaams-Brabant); Johan van Iseghem (provincie West-Vlaanderen)
Afgevaardigden van de Vlaamse Interprovinciale Commissie voor Letterkunde: Luc Daems en Greta Seghers
Secretaris: Flora Pluym-Wuyts
Motivatie van de jury
Monografie
Binnen het aanbod van monografieën uit deze periode opteerde de jury voor Het leven, niets dan het leven. Cyriel Buysse en zijn tijd van Joris van Parys (Houtekiet/Atlas, 2007). Deze wetenschappelijk onderbouwde studie, met stijl en zorg geschreven, is een boeiende combinatie van biografie en historiografie die onmiskenbaar een leemte aanvult en de lezer doet hongeren naar het werk van Buysse.
Het wetenschappelijk karakter van de studie blijkt niet alleen uit de dertig bladzijden met bronnenmateriaal en de honderdvijftig pagina's voor het notenapparaat, maar vooral uit de kritische en omzichtige manier waarop Van Parys met dat indrukwekkend materiaal omgaat.
Het samengaan van biografie en historiografie is iets wat de recente schrijversbiografie kenmerkt. In de Buyssebiografie worden leven en werk van de auteur in duidelijk afgebakende periodes gesitueerd in een ruim tijdskader, waarin voortdurend politieke, maatschappelijke en culturele elementen worden verdisconteerd. Tegenover die brede context staat de petite histoire van schrijvers leven. In zijn zin voor het schilderend detail verliest de auteur nergens het geheel uit het oog.
De Buyssebiografie is met stijl en zorg geschreven. Uit het immense, deels ongepubliceerde bronnenmateriaal heeft Van Parys een verhaal weten te distilleren dat boeit en verteerbaar, dus leesbaar is. Wetenschap en literatuur gaan hier hand in hand. Ook de formele inkleding is niet onbelangrijk. Binnen de diverse hoofdstukken speelt de auteur met reeksen feuilletonachtige deeltjes die telkens een bepaald aspect uitwerken en ingeleid worden door een motto, dat Van Parys haalde uit documenten van de auteur of tijdgenoten. Talloze citaten en fragmenten, soms ook als intermezzi gebruikt, verlevendigen het verhaal.
Dat de Buyssebiografie doet hongeren naar het oeuvre van Buysse is een belangrijke verdienste van het boek. De ideale biografie roept het verlangen op opnieuw of voor het eerst kennis te maken met het oeuvre van een kunstenaar. Van Parys is daarin met brio geslaagd.
Met dit werk heeft de auteur uiteindelijk ook een leemte aangevuld, want hij brengt hier een indrukwekkend beeld van een van Vlaanderens grootste en tegelijk lange tijd meest miskende schrijvers. Zijn biografie zal er ongetwijfeld toe bijdragen Buysse de juiste plaats binnen onze letteren te geven.
Om al deze redenen adviseert de jury de respectieve Deputaties de Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse Provincies 2008 voor monografie toe te kennen aan Het leven, niets dan het leven. Cyriel Buysse en zijn tijd van Joris van Parys (Houtekiet/Atlas, 2007).
Essay
Binnen het kwalitatief grote aanbod opteerde de jury voor De tranen van de herinnering. Het gesprek met de doden van Jürgen Pieters (Historische Uitgeverij, 2005).
In dit boek, waarvan titel en ondertitel verwijzen naar Arendt en Greenblatt, brengt de auteur een zevental essays bijeen rond de vraag naar de verhouding tussen literatuur en geschiedschrijving. In de lijn van het new historicism benadrukt Pieters de betrokkenheid van de historicus en de lezer bij het verleden dat hij, als onderdeel van de geschiedenis, alleen vanuit zijn eigen tijd en ruimte kan benaderen. Daarbij krijgen belangrijke literaire teksten een grote historische meerwaarde in vergelijking met de gewone historische bronnen.
De rijke thematiek van het boek, een ware verkenningstocht doorheen de grote bibliotheek van de westerse literatuur, splitst zich op in verschillende vragen: waarom blijven werken van sinds lang overleden schrijvers ons appelleren alsof die geen dode teksten zijn, maar spreken in onze eigen tijd? Wat gebeurt er als wij lezen? Hoe kan een gesprek met de doden authentieker zijn dan een gesprek onder levenden? Vanwaar dat verlangen om het verleden te leren kennen in een gesprek met de doden? En wat is de betekenis van de melancholie in deze conversatie?
Deze ogenschijnlijk uiteenlopende thema's die veelal in afzonderlijke capita worden behandeld maar ook via een associatieve gedachtegang geregeld terugkeren, komen alle samen in de epiloog die de interne samenhang van het boek verduidelijkt en een pleidooi is om de dialoog met de doden te zien als een gesprek met vrienden.
Het rijke materiaal waaruit Jürgen Pieters put strekt zich uit van Homeros tot Barthes, over Vergilius en Dante, Petrarca en Machiavelli, Huygens en Shelley, Flaubert, Michelet, Proust en vele anderen. Dit intelligent en fascinerend boek getuigt van belezenheid en eruditie, zonder dat de literatuurwetenschapper Pieters die kennis uitdrukkelijk etaleert.
De auteur is bovendien een goed verteller. Voor een ruim leespubliek, dat enige inspanning niet schuwt, evoceert hij op een gevoelige manier de soms weerbarstige stof, waarin hij diep graaft maar die hij helder en mooi verwoordt. Op die manier zet Pieters zelf aan tot nadenken aan de hand van grote teksten en nodigt hij zijn lezers uit tot een verhelderend gesprek met schrijvers uit het verleden.
Omwille van al deze inhoudelijke en vormelijke kwaliteiten adviseert de jury de respectieve Deputaties de Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse Provincies 2008 voor essay toe te kennen aan De tranen van de herinnering. Het gesprek met de doden van Jürgen Pieters (Historische Uitgeverij, 2005).