1
HOOFDDIRECTIE
JURIDISCHE ZAKEN
Datum 11 september 2009
Nummer CEND/HDJZ-2009/288 sector I&O
Onderwerp Instellingsregeling Adviescommissie versnelling en
verbetering besluitvorming infrastructuur
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT EN DE MINISTER VAN
VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER,
BESLUITEN:
Artikel 1
Er is een Adviescommissie versnelling en verbetering besluitvorming
infrastructuur, hierna te noemen de Commissie.
Artikel 2
De Commissie heeft tot taak om te rapporteren aan de Minister van Verkeer en
Waterstaat en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer over de uitvoering van het kabinetsstandpunt van 23 mei 2008 en
het op 2 oktober 2008 aan de Kamer toegezonden Actieplan Sneller en Beter
(Kamerstukken II 2007/08, 29 385, nrs. 19 en 41).
Artikel 3
1. De Commissie bestaat uit de volgende leden:
a. de heer Th. G. M. Vermeegen, tevens voorzitter;
b. de heer J.J. de Graeff, te Leiden;
c. de heer N.G. Ketting, te Huizen;
d. de heer N.S.J. Koeman, te Amsterdam;
e. de heer H.J. de Ru, te Bennekom;
f. de heer D.B. Stadig, te Amsterdam; en
g. de heer G.P. van Wee, te Amersfoort.
2. De voorzitter van de Commissie ontvangt vanaf 1 maart 2009 maandelijks een
vergoeding overeenkomstig het maximum salarisnummer behorend bij schaal 18
van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984,
uitgaande van een deeltijdfactor van 0,09. Reis- en verblijfkosten worden niet
vergoed.
3. De overige leden van de Commissie ontvangen vanaf 1 maart 2009 maandelijks
een vergoeding overeenkomstig het maximum salarisnummer behorend bij schaal
18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984,
uitgaande van een deeltijdfactor van 0,07. Reis- en verblijfkosten worden niet
vergoed.
Pagina 1 van 6
Artikel 4 Nummer
De Commissie heeft een secretaris. De secretaris is geen lid van de Commissie en CEND/HDJZ-2009/288 sector
I&O
is voor zijn werkzaamheden uitsluitend verantwoording schuldig aan de
Commissie.
Artikel 5
1. De Commissie beraadslaagt in vergadering over haar bevindingen ten aanzien
van de uitwerking van het kabinetsstandpunt en het actieplan, bedoeld in artikel
2. Over de bevindingen wordt besloten in aanwezigheid van ten minste twee
derden van de leden.
2. De Commissie kan haar werkwijze nader bepalen.
3. De voorzitter van de Commissie heeft maandelijks contact over de voortgang
met de directeur van de Projectdirectie Sneller en Beter.
4. De Commissie brengt op verzoek van de Minister van Verkeer en Waterstaat en
de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer dan wel uit
eigen beweging tussentijds verslag uit van haar bevindingen.
Artikel 6
De Minister van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer kunnen in overleg treden met de Commissie.
De Commissie kan zich voor het inwinnen van inlichtingen wenden tot daartoe
door de Minister van Verkeer en Waterstaat onderscheidenlijk de Minister van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aangewezen ambtenaren.
Voorts kan de Commissie inlichtingen inwinnen bij bestuursorganen, deskundigen
en andere personen of instanties.
Artikel 7
De archiefbescheiden van de Commissie worden na opheffing van de Commissie,
of zo de omstandigheden daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder,
overgedragen aan het archief van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.
Artikel 8
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 31
december 2010.
Pagina 2 van 6
Nummer
Artikel 9 CEND/HDJZ-2009/288 sector
I&O
Deze regeling wordt aangehaald als: Instellingsregeling Adviescommissie
versnelling en verbetering besluitvorming infrastructuur.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
ir. Camiel Eurlings
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
dr. Jacqueline Cramer
Pagina 3 van 6
TOELICHTING Nummer
CEND/HDJZ-2009/288 sector
I&O
1. Inleiding
In het op 23 mei 2008 uitgebrachte standpunt heeft het kabinet de intentie
uitsproken om de aanbevelingen van de Commissie versnelling besluitvorming
infrastructurele projecten gericht op versnelling en verbetering van de
besluitvorming over infrastructurele projecten integraal over te willen nemen. Het
op 2 oktober 2008 door de ministers van VenW en VROM aan de Tweede Kamer
aangeboden Actieplan "Sneller en Beter" (hierna: Actieplan) geeft concrete
invulling aan de kabinetsambities door het benoemen van acties die in de
komende twee jaar zullen worden uitgevoerd.
Conform het kabinetsstandpunt is door de ministers de Projectdirectie Sneller en
Beter ingesteld. Deze projectdirectie is in de komende twee jaar verantwoordelijk
voor de uitvoering van het Actieplan. Daadwerkelijke uitvoering en implementatie
van de acties zal daarbij vooral binnen de betrokken lijn- en staforganisaties van
VenW en VROM plaatsvinden. Daarnaast is een goede uitvoering van Actieplan
mede afhankelijke van de inzet van andere departementen, decentrale overheden
en maatschappelijke organisaties. Partijen die ieder vanuit hun eigen positie,
belang en expertise in staat zijn tot, en mede verantwoordelijkheid dragen voor,
het realiseren van de beoogde veranderingen.
Succesvolle implementatie van het kabinetsvoornemen vergt veel van de
betrokkenen, die zich deels los moeten maken van hun bestaande en bekende
werkelijkheid, werkwijze, instrumentarium en gedrag. De instelling van een
onafhankelijke `kritische monitor en meedenker' is daarbij van groot belang om dit
proces van verandering en implementatie te monitoren en vanaf de zijlijn te
helpen op koers te houden. De invulling van deze taak is voorbehouden aan de
door de ministers ingestelde Adviescommissie versnelling en verbetering
besluitvorming infrastructuur (hierna: Commissie).
2. De rol van de Commissie
De Commissie toetst of de wijze waarop het kabinetsstandpunt wordt
doorgevoerd, leidt tot een structurele versnelling en verbetering van de
besluitvorming over infrastructuurprojecten. De acties zoals verwoord in het
Actieplan vormen het vertrekpunt voor deze toetsing. De Commissie kijkt daarbij
kritisch naar de aanpak op onderdelen én de samenhang van de totale
versnellings- en verbeteropgave. Daarbij heeft de Commissie gevoel voor de
context van de gehele opgave en waakt zij voor technocratisering,
bureaucratisering en juridisering van oplossingen.
In de kern gaat het bij de implementatie van het kabinetsstandpunt en het
Actieplan vooral om het realiseren van kwalitatief zodanig goede besluiten wat
betreft inhoud en proces, dat deze maatschappelijk zo breed mogelijk worden
gedragen. Alleen dan zullen besluiten ook daadwerkelijk sneller kunnen worden
genomen. De Commissie beschouwt derhalve kritisch of het verbetertraject
procesmatig en inhoudelijk op schema ligt richting realisatie van de volgende
hoofddoelstellingen:
· Lopende verkenningen en planstudies worden versneld binnen bestaande
en nieuwe wettelijke kaders;
Pagina 4 van 6
· De kwaliteit van de besluitvorming over infrastructurele projecten is Nummer
structureel verbeterd en het is mogelijk de totale doorlooptijd substantieel CEND/HDJZ-2009/288 sector
I&O
te verkorten. De rollen en verantwoordelijkheden van alle betrokkenen zijn
helder en verankerd via aangepaste wetgeving. Huidige, bestaande
juridische knelpunten zijn opgelost;
· Het traject van besluitvorming is afgebakend met nieuwe elementen als
een startbesluit, een voorkeursbeslissing en een opleveringstoets. Het
traject verloopt daarbij getrechterd en is verdeeld naar duidelijke
termijnen. Daarmee is het voor een ieder op elk moment overzichtelijk en
helder wat er gebeurt;
· Besluiten kennen een breed maatschappelijk draagvlak. Betrokkenen bij
een project kunnen evenwichtig en vroegtijdig meedoen in de
besluitvorming;
· De bestuurlijke en ambtelijke voorbereiding is verbeterd. Er wordt minder
gehandeld vanuit vaste procedures en meer vanuit de specifieke situatie;
· Er is voor een project sprake van een flexibel en helder budgettair kader
(inclusief budget voor inpassingsmaatregelen) gebaseerd op adequate
afwegingsmethoden;
· Er is sprake van zinvolle effectbepaling, waarbij wordt gerekend volgens
methoden die niet complexer zijn dan nodig en aansluiten bij de te nemen
besluiten;
· Nieuwe kaders van wet- en regelgeving komen tegemoet aan de beoogde
versnelling en verbetering.
Naast de hierboven beschreven rol en taak kunnen leden van de Commissie op
individuele titel gevraagd worden de inhoudelijke aanpak te versterken door hun
specifieke kennis, expertise en ervaring vroegtijdig in te brengen in het proces. Dit
vraagt van het betreffende Commissielid een meer specifieke advisering op
onderdelen van het Actieplan en is meer te duiden als `vooruit schaken' dan de
vinger aan de pols houden. Onderwerpen waaraan in dit verband wordt gedacht
zijn:
· Lostrekken en versnellen van lopende projecten: "out of the box" denken
en adviseren;
· Nieuw te starten verkenningen: bijdragen aan de formulering van de
inhoudelijke opdracht en participatie in het proces;
· Vormgeving (herinrichten) van de Tracéwet: bijdragen aan en adviseren
over beleidskeuzen en de juridische vertaling ervan;
· Relatie tot het omgevingsrecht: beleidskeuzen en de juridische vertaling
ervan.
De Commissie is een onafhankelijke commissie en rapporteert uit dien hoofde
periodiek aan de ministers van VenW en VROM. Deze rapportages zijn openbaar
en worden door de minister van VenW onverkort aan de Tweede Kamer gestuurd.
In lijn met de kabinetsambitie om de ambtelijke en bestuurlijk drukte te
verminderen, verdient het de voorkeur om qua timing voor de rapportage aan te
sluiten op de timing van de door VenW aan de Tweede Kamer te zenden
halfjaarlijkse voortgangsrapportage van de tracéwetprojecten.
3. De samenstelling van de Commissie
De Commissie bestaat uit deskundigen uit maatschappelijke en bestuurlijke
organisaties, de wetenschappelijke wereld en het bedrijfsleven. Zij dragen kennis
Pagina 5 van 6
van de opvattingen uit de kring waaruit zij afkomstig zijn, doch zullen op Nummer
persoonlijke titel deelnemen. Betrokkenheid en deskundigheid op het gebied van CEND/HDJZ-2009/288 sector
I&O
besluitvormingsprocessen en - procedures zijn voor het goed functioneren van de
commissie van groot belang. Daarnaast is bij de benoeming van de leden acht
geslagen op hun maatschappelijke kennis en ervaring.
4. Samenwerking en afstemming met de Projectdirectie Sneller en Beter
Om haar verantwoordelijkheid te kunnen waarmaken, dient de projectdirectie
indien nodig tijdig op het proces bij te sturen. Voor deze voortdurende `vinger aan
de pols' is een korte communicatielijn en goede samenwerking tussen
projectdirectie en de Commissie van essentieel belang. Om dit te borgen, vindt
maandelijks voortgangsoverleg plaats tussen de voorzitter van de Commissie en
de projectdirecteur.
5. Financiële vergoeding voor de werkzaamheden van de Commissie
Met de inwerkingtreding van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies
en het bijbehorende Besluit vergoedingen adviescolleges en commissies is het
Vacatiegeldenbesluit 1988 ingetrokken (13 februari 2009). Gekozen is voor een
vaste maandelijkse vergoeding vanaf 1 maart 2009 voor de voorzitter en de leden.
Artikel 2, eerste lid, van de wet maakt dat mogelijk. Op basis van artikel 4 van het
Besluit is de vergoeding bepaald op basis van de arbeidsduurfactor waarbij
uitgegaan is van salarisschaal 18.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
ir. Camiel Eurlings
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
dr. Jacqueline Cramer
Pagina 6 van 6
Ministerie van Verkeer en Waterstaat