beantwoording vragen van het lid Ferrier over standpunt van de EEPA
ten aanzien van de steun van de Europese Unie aan Eritrea
Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Ferrier over standpunt
van de EEPA ten aanzien van de steun van de Europese Unie aan Eritrea
Kamerbrief | 14 september 2009
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Ferrier over het standpunt van de EEPA ten
aanzien van de steun van de Europese Unie aan Eritrea. Deze vragen
werden ingezonden op 3 juli 2009 met kenmerk 2009Z13492.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders
Antwoorden van de heer Koenders, Minister voor
Ontwikkelingssamenwerking op vragen van het lid Ferrier (CDA) over
standpunt van de EEPA ten aanzien van de steun van de Europese Unie
aan Eritrea.
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het standpunt van de Europese
ontwikkelingsorganisatie EEPA ten aanzien van de steun van de Europese
Unie aan Eritrea? 1)
Antwoord
Ja. Zoals blijkt uit het aangehaalde artikel, is EEPA van mening dat
de Europese hulp aan Eritrea gestaakt moet worden. EEPA geeft in het
aangehaalde artikel echter geen accuraat beeld van de steun van de
Europese Commissie aan Eritrea. De Europese Commissie heeft een bedrag
van Euro 122 miljoen voor Eritrea gebudgetteerd onder het tiende
Europese Ontwikkelings Fonds (EOF) voor de periode 2008-2013. Het gaat
dus om een periode van vijf jaar, en niet van drie jaar, zoals EEPA
stelt. Bovendien is het zeer de vraag of het volledige bedrag
inderdaad uitgegeven zal worden, zoals EEPA suggereert. Zo bedroegen
de werkelijke bestedingen in Eritrea de afgelopen jaren slechts
ongeveer de helft van de middelen die voor Eritrea waren begroot.
Daarnaast zijn er onder het 10e EOF in beperkte mate voedselhulp- en
infrastructuurprogramma's voorzien.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het goed is dat een dergelijke conferentie met
vertegenwoordigers van de EU en de VS wordt georganiseerd, zodat er
een breder en kritisch debat kan ontstaan over de wijze waarop de EU
omgaat met landen zoals Eritrea - waaraan Nederland de
ontwikkelingssteun heeft stopgezet wegens de schendingen van de
mensenrechten en de onderdrukking van christenen - en Rwanda, waaraan
Nederland de geplande begrotingssteun heeft opgeschort gezien de
twijfel over betrokkenheid van de Rwandese regering bij vechtende
rebellenbewegingen in Congo?
Antwoord
Ik acht het nuttig dat het ontwikkelingsbeleid in een conferentie als
deze aan de orde wordt gesteld en dat hierover een breed debat plaats
vindt. Uitgangspunt voor de ontwikkelingssamenwerking van de EU is dat
de fondsen direct ten goede komen aan de bevolking. Dat is belangrijk
gezien de schrijnende armoede en de structurele voedselonzekerheid in
het land. Onder het EOF hanteert de Europese Commissie een strikt
monitoringsmechanisme. De EU is bijzonder bezorgd over de
mensenrechten situatie en de kwaliteit van het bestuur in Eritrea. Het
is daarom van groot belang dat in EU verband de artikel 8-dialoog met
Eritrea gevoerd wordt. De Europese hulp en de artikel 8-dialoog met
Eritrea versterken elkaar en gaan hand in hand. Door middel van
bepaalde project interventies kan de EU bijvoorbeeld direct invloed
uitoefenen op gevoelige terreinen als het arbeidsrecht. De politieke
dialoog acht ik vooral belangrijk om bij de Eritrese autoriteiten aan
te dringen op betere naleving van de mensenrechten en om te spreken
over Eritrea's rol in de regio waarbij een totaal isolement van
Eritrea moet worden voorkomen. Voorzover mogelijk moet Eritrea op een
constructieve manier bij de regio betrokken worden. Nederland zet daar
actief op in.
Vraag 3
Bent u dan wel uw ambtenaren voornemens aanwezig te zijn bij de
conferentie dit najaar en het Nederlandse standpunt inzake Eritrea uit
de dragen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Het Nederlandse beleid inzake Eritrea is algemeen bekend. Nederland
heeft zijn bilaterale hulpprogramma afgebouwd, maar vindt het
belangrijk om de dialoog met Eritrea voort te zetten om redenen zoals
hiervoor aangegeven. Als meer bekend is over de inhoud van het
programma, zal ambtelijke deelname overwogen worden.
Vraag 4
Bent u voornemens de start van het Zweeds EU-voorzitterschap en de
installatie van de nieuwe Europese Commissie in het najaar aan te
grijpen om het EU-ontwikkelingsbeleid aan de orde te stellen, en
daarbij met name in te gaan op steun aan landen als Eritrea en de
wijze van verlenen van begrotingssteun aan diverse landen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord
Zoals de Kamer weet, draag ik de Nederlandse visie op het OS-beleid
van de EU actief uit. Ik wijs bijvoorbeeld op de recente discussie in
de RAZEB/OS van mei jl. over versterking van de beleidsdialoog en de
coördinatie rond begrotingssteun, een debat dat op verzoek van
Nederland werd gehouden. Deze lijn zal ik ook actief doortrekken onder
het Zweedse voorzitterschap. Tevens zal ik de Nederlandse visie onder
de aandacht brengen van de nieuwe Commissaris voor
Ontwikkelingssamenwerking. Overigens verleent de Europese Commissie
geen begrotingssteun aan Eritrea.
1) www.europa-nu.nl , 15 juni 2009: "Hulpverleners willen geen EU-hulp
meer voor Eritrea"
Ministerie van Buitenlandse Zaken