Gemeente Utrecht
Gemeente Utrecht: beantwoording schriftelijke vragen onderzoek loverboys
2009 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
79 Vragen van de heer C. Baerveldt
(ingekomen 19 juni 2009
en antwoorden door het college verzonden op 14 september 2009)
Op maandag 15 juni heeft Rood Utrecht op het ROC ASA, in samenwerking met Stop Loverboys.nu, Asja en Pretty Woman, een rapport gepresenteerd: "In gesprek met slachtoffers van loverboys. Een onderzoek naar ervaringen met politie en justitie van het proces van aangifte tot de veroordeling". Op pagina 334-37 worden in het rapport 27 concrete aanbevelingen gedaan, bijvoorbeeld om het vertrouwen in de politie bij slachtoffers te versterken, de opsporing en vervolging te verbeteren en de opvang achteraf te verbeteren. Het rapport kwam in het nieuws, o.a. RTL journaal, NOS headlines, Algemeen Dagblad en RTV Urecht. Op 16 juni heeft minister van justitie Hirsch Ballin toegezegd te reageren op alle 27 aanbevelingen van ROOD Utrecht. Daarnaast heeft hij beloofd opnieuw in gesprek te gaan met de politie en dat er snel werk zal worden gemaakt van het vergroten van de aangiftebereidheid van slachtoffers van loverboys. In het rapport worden ook Utrechtse gevallen besproken. Veel aanbevelingen kunnen direct in Utrecht worden uitgevoerd. De SP wil daarom de volgende vragen stellen aan het College:
1. Is het rapport van ROOD Utrecht van 15 juni en de inhoud daarvan bekend bij het College?
Ja.
2. In hoeverre zijn volgens het college (i) de problemen en ervaringen van de slachtoffers en (ii) hun ervaringen met het proces van aangifte tot veroordeling, ook van toepassing op de huidge situatie in Utrecht? Wat zijn de overeenkomsten en verschillen?
In stad (en provincie) Utrecht functioneert al lange tijd een specifiek op deze slachtoffers gerichte hulpverlening (Pretty Woman), ook als het gaat om begeleiden van slachtoffers in het proces van aangifte. Het rapport is als het gaat om het beschrijven van casussen niet negatief over de Utrechtse politie. Wel herkent de politie de problemen rond de bewijsvoering en de frustraties die dat voor betrokkenen oplevert. De politie herkent niet het signaal van wegsturen van vrouwen. Waar mogelijk wordt verwezen naar hulpverlening.
3. Tijdens de presentatie op 15 juni en in het rapport werd gesteld dat elke melding van een slachtoffer van een loverboy onderzocht moet worden door de politie, onafhankelijk van hoe serieus de melding er uit ziet en ook als er geen aangifte is gedaan. De politie moet actief signalen verzamelen. Is dat op dit moment voorschrift en algemene praktijk in Utrecht en zo nee, welke stappen wil het college nemen om dat tot voorschrift en praktijk te maken?
Ja, de politie verzamelt actief signalen.
4. Daarnaast wordt in het rapport gesteld dat de bescherming en opvang van slachtoffers verbeterd moet worden:
. Het vertrouwen in de politie moet versterkt worden (vijf concrete aanbevelingen op pag. 34).
. De controle door de politie moet verbeterd worden (twee aanbevelingen op pag. 35),
. De opvang moet verbeterd worden (drie aanbevelingen op pa. 35/36). Dat kan ook plaatselijk.
. De rol van het onderwijs bij signalering en preventie moet worden versterkt (vier aanbevelingen op pag. 36).
. Is het college het met deze aanbevelingen eens? Zo ja, waarom wel en zo nee, waarom niet? Welke stappen wil het College nemen en op welke termijn?
Het College vindt de aanbevelingen waardevol en in lijn met het Utrechtse beleid, resp. de aanpak door politie en hulpverlening. De aanbevelingen zullen worden betrokken bij de bijstelling van beleid n.a.v. de evaluatie prostitutiebeleid, waarover u binnenkort wordt geïnformeerd.