CNV Onderwijs

14 september 2009

MBO Raad en vakbonden op één lijn over interpretatieverschil bindingstoelage 2009

Categorie: cao bve, BVE

Deze week is er door de MBO Raad en de gezamenlijke vakbonden gesproken over het gerezen interpretatieverschil over het niveau van de "nieuwe" bindingstoelage (een verplichting voortvloeiend uit het Convenant Leerkracht). Een van de redenen voor de nieuwe bindingstoelage is om leraren, die op of na 1 januari 2009 gedurende vijf jaar of langer bezoldigd worden volgens het maximumsalaris van hun functie en die daardoor verhoudingsgewijs niet evenredig profiteren van de inkorting van carrièrepatronen, een compensatie te bieden. De bindingstoelage wordt toegekend bij voldoende functioneren.

Uit de gevoerde gesprekken kwam naar voren dat de huidige CAO-tekst over het recht op een bindingstoelage op verschillende manieren uit te leggen is. Voor de verschillende redeneringen zijn inhoudelijke argumenten aan te voeren.

In gezamenlijk overleg is besloten de uitbetaling van het totaalbedrag van de bindingstoelage bij de eerste keer toekenning van bindingstoelage uitgangspunt te laten zijn. De cao-tekst over de systematiek van de uitbetaling van de nieuwe bindingstoelage wordt hierop aangepast.

De hoofdlijn in de systematiek van de uitbetaling van de nieuwe bindingstoelage wordt met deze wijziging de volgende:

De eerste keer nieuwe bindingstoelage wordt in alle gevallen voor 100% uitgekeerd aan die werknemers die ervoor in aanmerking komen. Een werknemer komt voor de eerste keer voor bindingstoelage in aanmerking indien:
Een werknemer op peildatum 1 augustus in dienst is, en een werknemer op peildatum 1 augustus gedurende 5 jaar of langer bezoldigd wordt volgens het maximumsalaris behorend bij de functie met carrièrepatroon waarin hij benoemd is, tenzij uit een beoordeling blijkt dat er sprake is van onvoldoende functioneren.

Dit heeft tot gevolg dat indien een werknemer vóór 1 augustus uit dienst treedt, er geen pro rata betaling van de bindingstoelage plaatsvindt. Na de eerste toekenning wordt de bindingstoelage maandelijks opgebouwd over de periode van 1 augustus van enig jaar tot en met 31 juli van het daaropvolgende jaar en vervolgens in de maand augustus uitgekeerd. Vanaf het moment van opbouw is er wel sprake van een pro rata uitkering bij uitdiensttreding.

Heel concreet betekent dit dat werknemers in een functie met carrièrepatroon LC of LD die in augustus 2009 voor de eerste maal nieuwe bindingstoelage toegekend hebben gekregen en 7/12e deel van de bindingstoelage hebben ontvangen, recht hebben op het totaalbedrag van de bindingstoelage. Dit betekent dat er aan deze werknemers 5/12e deel wordt nabetaald.

Omdat de systematiek van de nieuwe bindingstoelage is gewijzigd en ter voorkoming van interpretatiegeschillen hierover in de toekomst, zal er een tussentijdse CAO wijziging gaan plaatsvinden. Partijen hebben over de tekst van deze CAO wijziging inmiddels overeenstemming bereikt.

Hiermee hebben de MBO Raad en vakbonden duidelijkheid verschaft ten aanzien van het niveau van de uitkering van de nieuwe bindingstoelage in 2009 voor werknemers in een functie met carrièrepatroon LC of LD die in augustus 2009 voor de eerste maal nieuwe bindingstoelage toegekend hebben gekregen. MBO Raad en vakbonden stellen hiermee vast dat de bezwaren die door medewerkers op de instellingen zijn ingediend tegen toepassing van de CAO BVE op dit punt kunnen worden ingetrokken.
---