Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Rijnstraat 50
der Staten-Generaal Den Haag
Postbus 16375
Postbus 20018 2500 BJ Den Haag
2500 EA Den Haag www.minocw.nl
Onze referentie
VO/BVB/150740
Datum 14 september 2009
Betreft Tussenrapportage invoering maatschappelijke stage in het Voortgezet
Onderwijs
Op 9 november 2007 heb ik u het plan van aanpak maatschappelijke
stage (MaS) gezonden. Tijdens de bespreking van dit plan in het
Algemeen Overleg d.d. 24 januari 2008 en het Voortgezet Algemeen
Overleg d.d. 14 februari 2008 heb ik toegezegd u jaarlijks te informeren
over de maatschappelijke stage. Met deze brief kom ik deze afspraak na.
Ik informeer u mede namens Minister Verburg van het Ministerie van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, over de stand van zaken.
In schooljaar 2008-2009 was 96% van de scholen in het voortgezet
onderwijs aan de slag met de maatschappelijke stage. Aan de start van
het huidige schooljaar is het vooruitzicht dat dit percentage is
toegenomen tot bijna 99%1. Dit stemt tot grote tevredenheid, zeker nu
we nog twee schooljaren te gaan hebben. Dit moment is een belangrijke
mijlpaal in aanloop naar de verplichte maatschappelijke stage in
schooljaar 2011-2012. De komende twee jaar kunnen nog volop
leerervaringen worden opgedaan.
De aandacht en het enthousiasme voor de maatschappelijke stage nemen
duidelijk toe. Ik heb dit ook ervaren tijdens mijn maatschappelijke stage
tour door Nederland van 30 maart tot en met 3 april jl. In die week
bezocht ik leerlingen, docenten, stagebieders en stagemakelaars. Zij
deelden enthousiast hun ervaringen en vele mooie voorbeelden van de
MaS. Ook de ervaringen uit de 20 pilotprojecten met elk hun eigen
kenmerken neem ik mee in de beleidsvorming. In deze testomgevingen
zullen bijna 60.000 leerlingen tenminste 30 uur maatschappelijke stage
lopen. Op die manier werken we toe naar een verantwoorde invoering
van de maatschappelijke stage in schooljaar 2011-2012.
De opzet van deze brief is als volgt. Allereerst licht ik het doel van de
maatschappelijke stage toe, gevolgd door de stand van zaken. In
1 Definitieve gegevens zijn in oktober 2009 beschikbaar
Pagina 1 van 11
hoofdstuk 3 ga ik in op de contacten met het onderwijs- en
vrijwilligersveld. Deze contacten dienen zowel ter ondersteuning van de
verschillende partijen als ter signalering van ervaringen, knelpunten en
oplossingen. Hoofdstuk 4 beschrijft de signalen die ik uit het veld heb
gekregen en hoe ik daarmee omga. Op basis van al deze informatie
eindig ik deze brief met een aantal aandachtspunten en een vooruitblik.
1. Doel van de maatschappelijke stage
Via het doen van een maatschappelijke stage maken alle jongeren tijdens
hun middelbare schoolperiode op een andere dan gebruikelijke manier
kennis met de samenleving en ervaren zij wat het betekent om een
onbetaalde bijdrage te leveren aan de maatschappij.
Het is een vrijwilligersklus, waarbij jongeren zich inzetten voor een ander
en zich zo oriënteren op de maatschappij. Het is dus wezenlijk anders dan
een beroepsstage waarbij beroepsoriëntatie centraal staat. Een
maatschappelijke stage doe je voor een ander, een beroepsstage voor
jezelf. Van verdringing van beroepsstages door maatschappelijke stages
hoeft dan ook geen sprake te zijn.
De maatschappelijke stage creëert een win-win-win-situatie. De leerling
ervaart wat het betekent om iets voor een ander te doen, ontmoet
andere mensen en maakt kennis met maatschappelijke sectoren. De
vrijwilligersorganisatie kan voordeel halen uit de frisse blik en creativiteit
van jongeren. De samenleving heeft baat bij (jonge) mensen die in staat
zijn om over de grenzen van hun eigen wereld heen te kijken en het
normaal vinden om iets voor een ander te doen zonder daar geld voor te
vragen.
Peer (16, havo) over zijn maatschappelijke stage: `Begin dit schooljaar
belde ik naar een bejaardencentrum om te kijken of ik maatschappelijke
stage kon doen. Eerst dacht het centrum dat er dan veel begeleiding
nodig zou zijn en het leek hen maar moeilijk. Toen ik zei dat het ging om
het doen van vrijwilligerswerk, kon ik meteen in het restaurant aan de
slag. Ik neem het menu op en serveer de maaltijd. Wat ik er vooral van
leer, is het omgaan met oudere mensen. Sommige demente mensen
moeten bijvoorbeeld giechelen om mijn naam. Verder is het vooral
gezellig. Ik ben begonnen als maatschappelijke stagiair, maar vind het zo
leuk dat ik er mee doorga.'
2. Stand van zaken schooljaar 2008-2009
2.1 Participatie scholen en leerlingen
635 VO-scholen, waaronder 11 groene vmbo-scholen, hebben in
schooljaar 2008-2009 gebruik gemaakt van de regeling Aanvullende
Bekostiging Maatschappelijke Stage. Dat is 96% van de scholen. Zij
anticiperen op de invoering en zijn actief aan de slag met de invoering
van de maatschappelijke stage. SenterNovem monitort ook dit schooljaar
de invoering, in oktober zijn de definitieve gegevens voor dit schooljaar
beschikbaar.
Pagina 2 van 11
Tabel 1 Aantal scholen en leerlingen
VO-scholen Aantal leerlingen
2006-2007 481 67.585
2007-2008 534 92.569
2008-2009 635 Tenminste 120.000
2009-2010 Vooruitzicht: 654 scholen.
* N.B. Deadline voor indienen rapportage is 15 september.
Bron: SenterNovem.
Ook vrijwilligers- en welzijnsorganisaties, verenigingen, instellingen en
het bedrijfsleven zijn druk aan de slag. Zij doen ervaring op met
noodzakelijke onderlinge samenwerking en zorgen ervoor dat duizenden
leerlingen nu al een vrijwilligersklus doen. De stagebieders waarderen de
aanwezigheid van de jongeren.
Uit gesprekken met leerlingen blijkt dat zij na het doen van
vrijwilligerswerk overwegend positief zijn.
Karen Coenraads Nederveen, teamleider welzijn van ouderenzorg
organisatie Axion Continu (Utrecht): Op onze locatie zijn wekelijks bijna
100 maatschappelijke stagiairs aan de slag. Zij lopen mee met het
verenigingsleven en bieden activiteiten aan als bloemschikken, zingen,
bingo en ochtendgymnastiek. Groot voordeel is dat veel meer cliënten
kunnen meedoen aan de activiteiten. Zoals bij het wandelen waar één-
op-één begeleiding nodig is, daar betekent elke extra leerling een extra
cliënt die mee naar buiten kan. De cliënten zelf kunnen lekker `oma of
opa' zijn in plaats van `cliënt'. Tijdens de vakanties worden de jongelui
gemist bij de activiteiten. Ik hoop dat de maatschappelijke stage dan ook
blijft!
2.2 Pilotprojecten
Op 1 oktober 2008 heb ik het startsein gegeven voor 20 lokale en
regionale pilotprojecten.2 In deze projecten is de situatie vanaf 2011-
2012 nagebootst door het aantal instromende leerlingen bij de
deelnemende scholen tenminste 30 uur maatschappelijke stage te laten
lopen binnen één schooljaar. Zodoende kunnen we leren wat opschaling
van het aantal leerlingen, aantal uren en het aantal deelnemende
organisaties betekent. Ook hebben deze projecten als doel meegekregen
om structurele samenwerking tot stand te brengen tussen scholen,
stagebieders en andere partijen die noodzakelijk zijn voor een succesvolle
invoering van de maatschappelijke stage per schooljaar 2011-2012.
De opzet van de pilots is ambitieus. Het gaat bij de pilotprojecten over
meer dan harde cijfers. De pilots zijn geslaagd als zij voldoende
leermateriaal opleveren voor de invoering van de maatschappelijke stage.
Dit vindt plaats door actief kennis en informatie uit te wisselen en door
specifiek in te zoomen op uitvoeringsaspecten, als begeleiding en
2 Zie bijlage 1 voor een overzicht van de pilotprojecten.
Pagina 3 van 11
verdringing van beroepsstages. Ik volg de ontwikkeling van deze
projecten op de voet.
Na een schooljaar staat vast dat de betrokken partijen enthousiast aan de
slag zijn gegaan om de maatschappelijke stage tot een succes te maken.
Via de pilots is een vliegwieleffect ontstaan tussen beginners en
gevorderden. Tegelijkertijd onderstrepen de pilots dat het goed is dat we
de maatschappelijke stage gefaseerd invoeren. Het creëren en
onderhouden van draagvlak bij alle partijen en samenwerking tussen
organisaties vergt tijd. Alle betrokkenen maken een leerproces door. Dit
en de wens om de resultaten uit de pilots zo goed mogelijk te borgen,
zijn voor mij redenen om de pilotprojecten een aantal maanden langer de
tijd te gunnen, namelijk tot en met 31 december 2009.
Twee pilotprojecten - Helmond en Tilburg- zijn nog voor de
zomervakantie afgerond. In Helmond hebben 850 leerlingen 40 uur
maatschappelijke stage gelopen. Ook hebben drie scholen en
schoollocaties die oorspronkelijk geen deel uitmaakten van de pilot zich
aangesloten. Hierdoor is het mogelijk geworden dat in totaal 941
leerlingen een maatschappelijke stage hebben gelopen. De gemeente
Helmond, scholen en lokale vrijwilligersmakelaar hebben voor de
komende jaren structurele afspraken gemaakt over taken,
verantwoordelijkheden en geld voor de uitvoering van maatschappelijke
stage.
Ook andere ministeries hebben pilots. Zo heeft het Ministerie van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit pilots in de groene sector om
zowel met stages in het groen aan de slag te gaan, als met het betrekken
van groen onderwijs bij bemiddeling en begeleiding van groene
maatschappelijke stageplaatsen. Het Ministerie van Wonen, Wijken,
Integratie (WWI) komt op zijn beurt tegemoet aan de wens om met de
maatschappelijke stage de sociale integratie en inburgering in Nederland
te bevorderen.
2.3 Rol van gemeenten
In december 2007 hebben OCW, VWS en VNG een convenant
ondertekend over de zogeheten makelaarsfunctie om de
maatschappelijke stage en vrijwilligerswerk te stimuleren. Sinds
halverwege 2008 ontvangen gemeenten geld voor de verdere
ontwikkeling van deze makelaarsfunctie.
Tabel 2 Gemeentefonds
2008 2009 2010
Participatie enveloppe 5 15 20
(gezamenlijke inzet OCW en (2,5 OCW) (7,5 OCW) (10 OCW)
VWS)
Diverse gemeenten zoeken nog naar de meest geschikte manier waarop
zij deze rol kunnen vervullen. Het vraagt om een nieuwe samenwerking
tussen onderwijs enerzijds en de vrijwilligerssector anderzijds.
Pagina 4 van 11
Ook laat ik samen met VWS onderzoek verrichten naar de uitvoering van
het convenant. Deze resultaten worden meegenomen in de
eindrapportage die uw Kamer in het voorjaar van 2010 van mij zal
ontvangen.
Om gemeenten te ondersteunen bij hun rol als makelaar heb ik samen
met staatssecretaris Bussemaker van VWS opdracht gegeven aan de VNG
om een handboek voor gemeenten te ontwikkelen. De eerste digitale
versie van dit handboek komt dit najaar beschikbaar.
2.4 Intentieverklaringen
Juist om het aanbod aan beschikbare maatschappelijke stageplekken
substantieel te verhogen, ben ik in 2007 gestart met het afsluiten van
intentieverklaringen.3 De organisaties met wie deze overeenkomsten zijn
gesloten werken hard om deze plekken te realiseren. Tot nu toe heb ik 10
intentieverklaringen afgesloten voor 67.500 stageplekken.
Op 31 maart 2009 heb ik een intentieverklaring ondertekend met het
Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB). Hiermee krijgt de
sportsector een impuls van 12.000 plekken, een sector die draait op
vrijwilligers. Veel jongeren nemen hier al actief aan deel en daarmee is
sport een hele natuurlijke sector voor de maatschappelijke stage.
Erfgoed Nederland wil de erfgoedsector een impuls geven door jongeren
met de erfgoedinstellingen in aanraking te brengen en is druk aan de slag
om de uitgesproken intentie van 2.000 stageplekken binnen de
erfgoedsector te realiseren.
Floriëlle Ruepert van Erfgoed Nederland geeft een voorbeeld van een
stage uit de erfgoedsector: In Cultuur onder een dak Apeldoorn (CODA)
ging een groep vmbo-leerlingen van Het Heemgaard in gesprek met oude
inwoners. Aan de hand van voorwerpen uit het museum en foto's uit het
archief kwam het gesprek op gang. Naderhand werkten de leerlingen de
gesprekken uit. Op een creatieve manier hebben zij zo de geschiedenis
van de Apeldoorner vastgelegd voor toekomstige generaties. Dit is
beschikbaar voor het CODA archief. Een erg mooie stage!
Tevens heb ik samen met mijn collega Minister Verburg op 18 mei jl. een
(tweede) intentieverklaring afgesloten met de groene sector (in totaal
12.000 stageplekken). Deze tweede intentieverklaring richt zich op
maatschappelijke stage rondom groene gemeenten en voedsel. De
levensmiddelenhandel en -industrie gaat zich inzetten om leerlingen een
kijkje in de wereld van duurzaam voedsel geven. Leerlingen bezoeken
verschillende onderdelen van het productieproces en krijgen informatie
over duurzaam voedsel. Daarna gaan zij aan de slag als
`voedselambassadeurs'; zij geven voorlichting aan de consument over
duurzaam en gezond voedsel of verzorgen een duurzame lunch op de
basisschool en geven daarbij uitleg. Dít element is de maatschappelijke
3 Bijlage 2 Overzicht van organisaties en aantallen maatschappelijke stageplekken.
Pagina 5 van 11
stage. Het gaat hier om een maatschappelijke oriëntatie en het leveren
van een maatschappelijke bijdrage.
Ook intentieverklaringpartners Fortis Foundation Nederland, Rabobank en
IBM hebben aangegeven een bijdrage te zullen leveren aan de
maatschappelijke stage. Veel bedrijven hebben een maatschappelijk
programma met vergelijkbare doelstellingen als de maatschappelijke
stage. Maatschappelijke stage is daarom voor bedrijven een manier om
invulling te geven aan maatschappelijk betrokken ondernemen; een
unieke combinatie. Bijvoorbeeld door medewerkers maatschappelijke
stagiairs te laten begeleiden, bemiddeling en organisatie van activiteiten
en door het beschikbaar stellen van vervoer.
De samenwerking met het bedrijfsleven wordt de komende periode
versterkt in de vorm van MaStafette waarbij bedrijven in het kader van
maatschappelijke stage een estafette starten. Ik beschouw dit als een
waardevolle bijdrage aan het zich aftekenende succes van de MaS.
2.5 Make A Difference Day en MaS-Sensation
De landelijke Make A Difference Day (MADD) op 20 en 21 maart had dit
jaar een maatschappelijke stage tintje. Meer dan 3500 leerlingen
verdeeld over 73 projecten hebben vrijwilligersklussen uitgevoerd.
Leerlingen konden bovendien stemmen op de populairste
maatschappelijke stage klus. Een week later maakte ik samen met BNN-
presentator Valerio de winnaar van De Klus bekend tijdens MaS-
Sensation party.
De winnaar van De Klus: 50 leerlingen van de Gereformeerde
Scholengemeenschap Randstad uit Rotterdam die een dagje uit hebben
verzorgd voor gezinnen die een voedselpakket ontvangen van de
voedselbank.
In het bijzijn van 1.000 leerlingen die deelnamen aan de MADD, werd aan
de Beste Klus een award uitgereikt. De MaS-Sensation was echter niet
alleen bedoeld om de beste klus uit te reiken, maar ook vooral als
waardering voor degenen die nu al aan de slag zijn met de
maatschappelijke stage.
Ook in 2010 worden maatschappelijke stage awards uitgereikt. Want de
mensen die zich nu al met hart en ziel inzetten voor de maatschappelijke
stage en vrijwilligerswerk onder jongeren, verdienen het om af en toe in
het zonnetje te worden gezet. De inspirerende aanmeldingen van 2009
beloven veel goeds!
2.6 Maatschappelijke stage tour
De week na MaS-Sensation, van 30 maart tot en met 3 april, ben ik zelf
het land in getrokken. Van Leeuwarden tot en met Helmond en van
Pagina 6 van 11
Enschede tot Utrecht bezocht ik verschillende projecten maatschappelijke
stage. In die week heb ik veel gesproken met leerlingen en wat de
maatschappelijke stage voor hen heeft betekend.
Ervaringen die gedeeld zijn tijdens de maatschappelijke stage tour
o Anouk (17, vwo) heeft via haar tante een plek gevonden bij een
aangepaste manege. Daar hielp zij mee met de paardrijlessen
voor gehandicapte kinderen. Hoewel de manege vooraf dacht dat
het veel tijd zou kosten, bleek dit in de praktijk niet het geval en
iedereen was erg enthousiast! In het vervolg is een nieuwe
stagiair meer dan welkom!
o Tristan (16, United World College) uit Maastricht heeft op eigen
kracht een Fair Trade-project opgezet op school in het kader van
zijn maatschappelijke stage. Hij geeft presentaties aan zijn
medeleerlingen en bevordert de verkoop van Fair Trade-producten
op zijn school.
Natuurlijk sprak ik ook met docenten en schoolleiding, stagebieders,
gemeenten en vrijwilligerscentrales. Ik ben geïnspireerd door de
creativiteit en het enthousiasme waarmee al deze partijen vorm geven
aan de MaS. Het sterkt mijn vertrouwen in de stage zelf en in de
succesvolle invoering vanaf schooljaar 2011-2012.
2.7 MaS-teams
In navolging op deze maatschappelijke stage tour hebben
maatschappelijke stage teams vanuit het Ministerie van OCW in de
tweede helft van het schooljaar 2008-2009 een bezoek gebracht aan 424
scholen in het voortgezet onderwijs. Doel van deze teams was de scholen
te ondersteunen en informeren. Ook hebben de MaS-teams goede
voorbeelden en kennis opgehaald waar andere scholen weer profijt van
hebben. Deze ervaringen worden gedeeld op
www.maatschappelijkestage.nl.
3. In contact met betrokken partijen
3.1 Ondersteuning
De betrokken partijen ontvangen zo veel mogelijk informatie en
ondersteuning bij de invoering van de maatschappelijke stage. Een
belangrijk middel daarvoor is de website www.maatschappelijkestage.nl.
Hierop staat informatie over het beleid en handige materialen, nuttige
links en praktijkvoorbeelden. Ook is een helpdesk in het leven geroepen;
de maatschappelijke stage tiplijn. Op dit CFI- informatienummer kunnen
alle betrokken partijen terecht met hun vragen en opmerkingen.
Behalve de betrokken departementen en de intentieverklaringspartners
ondersteunt een aantal organisaties de invoering van de
maatschappelijke stage bij de verschillende doelgroepen.
· CPS onderwijsontwikkeling en advies ondersteunt scholen,
bijvoorbeeld bij het inbedden van de maatschappelijke stage in het
curriculum. Ook stimuleert het CPS scholen om het eigen initiatief
van leerlingen te borgen en structurele verbanden aan te gaan.
Pagina 7 van 11
· De Nationale Jeugdraad zet zich in om jongeren op de juiste
manier te betrekken bij de invoering van de maatschappelijke
stage op hun school, bijvoorbeeld door het organiseren van
kennismakingsevenementen. Ook organiseren zij trainingen voor
stagebieders hoe om te gaan met jongeren.
· Het kenniscentrum voor vrijwillige inzet, MOVISIE, is dé
organisatie voor maatschappelijke organisaties, gemeenten en
makelaars. Zij geeft onder andere trainingen voor makelaars en
biedt informatie aan stagebiedende partijen en gemeenten die aan
de slag willen met de maatschappelijke stage.
· Tot slot heeft Ouders en Coo informatiemateriaal voor ouders
ontwikkeld. Ook zijn zij aan de slag om de betrokkenheid van
ouders bij de maatschappelijke stage te vergroten, door het
aanbieden van ouderavonden en informeren van
medezeggenschapsraden.
4. Signalen uit het veld en vervolgacties
Tijdens mijn werkbezoeken in het kader van de MaS-tour en de bezoeken
aan scholen door de MaS-teams en uit de pilotprojecten, is opgevallen dat
het draagvlak voor de maatschappelijke stage toeneemt, evenals het
aantal betrokken scholen. Ook gaan steeds meer leerlingen op
maatschappelijke stage.
Uit de plekken waar leerlingen maatschappelijke stage lopen blijkt steeds
meer creativiteit en diversiteit. Wijkactiviteiten, sport- en
natuurprojecten, inzamelingsacties voor goede doelen en ga zo maar
door. Op basis van de signalen die ik ontvang wil ik de invoering
verbeteren. Daarom maak ik hierbij kenbaar in schooljaar 2009-2010 te
starten met een voortzetting van de ingezette koers en een aanpassing
van het beleid op twee punten.
4.1 Voortzetting ingeslagen koers
Dit schooljaar kunnen alle scholen gebruik (blijven) maken van de
Regeling Aanvullende Bekostiging Maatschappelijke Stage. Met deze
middelen kunnen scholen de MaS opzetten, onder andere door het
organiseren van goede inbedding in de school en van begeleiding Deze
twee punten zijn cruciaal voor het slagen van de MaS:
o Inbedding in de school is een aandachtspunt, blijkt uit de
gesprekken die MaS-teams voeren en tijdens contacten met de
pilotprojecten. De maatschappelijke stage hoort aan te sluiten bij
de visie van de school en is niet alleen het onderwerp van die ene
stagecoördinator die zich zo goed inzet. De school is
eindverantwoordelijk voor de maatschappelijke stage en moet
goede afspraken maken met alle betrokkenen. Niet alleen met
stagebieders of een stagemakelaar, maar juist ook met alle
werknemers binnen de school én met ouders.
o Bij begeleiding gaat het om drie fases: de voorbereiding
voorafgaand aan de maatschappelijke stage die op school wordt
gegeven, de begeleiding op de stageplek en de manier waarop op
school reflectie plaatsvindt. Zowel de school als de stagebiedende
organisatie moet hierin haar verantwoordelijkheid nemen. Tijdens
Pagina 8 van 11
de gesprekken van de MaS-teams is benadrukt dat creativiteit
nodig is rondom de begeleiding. Creativiteit ligt vaak binnen
handbereik: Bijvoorbeeld door een leerling uit 5 vwo brugklassers
te laten begeleiden bij hun maatschappelijk stage. Daarnaast zijn
er ook goede combinaties mogelijk met het MBO en HBO.
Stagebieders zijn op hun beurt flink bezig om succesvolle
maatschappelijke stages bij hun organisaties te realiseren. Van pilots en
intentieverklaringpartners begrijpen we echter dat meer ondersteuning
wenselijk is. Ik kom hier graag aan tegemoet. Op de eerste plaats is er in
2009 nog financiële ruimte in het kader van de intentieverklaringen voor
ruim 10.000 stageplekken.
Ten tweede zijn andere vormen van ondersteuning mogelijk. Niet
rechtstreeks met geld, maar wel met informatiematerialen over hoe
maatschappelijke stagiairs een bijdrage kunnen leveren aan
maatschappelijke organisaties en met hulpmiddelen bij het bedenken van
geschikte maatschappelijke stageactiviteiten. Ook heb ik de Nationale
Jeugdraad gevraagd om trainingen te ontwikkelen hoe om te gaan met
pubers.
4.2 Signalen voor bijstelling invoering
In het Plan van aanpak maatschappelijke stage dat u in november 2007
heeft ontvangen, heb ik aangegeven dat mede op basis van de resultaten
uit de pilotprojecten wordt bezien of differentiatie in de omvang van de
stage naar schoolsoort wenselijk is. Ook in de twee overleggen over de
maatschappelijke stage die ik met u heb gevoerd, heb ik toegezegd alert
te zullen blijven op signalen uit het veld en indien nodig hierop in te
spelen.
Aantal uren
In de pilots lopen leerlingen 30 uur maatschappelijke stage in één
schooljaar. Dat gaat op veel scholen goed. Wel uiten de pilotscholen hun
zorg over het aantal uren maatschappelijke stage in relatie tot de duur
van de opleidingen als in schooljaar 2011-2012 72 uur maatschappelijke
stage ingevoerd zal worden voor alle schooltypen.
Deze zorg is met name in het vmbo aanwezig omdat daar effectief maar
twee jaar tijd is voor het lopen van 72 uur maatschappelijke stage (het 1e
jaar en het examenjaar worden vaak niet ingezet voor de
maatschappelijke stage). De uitvoerbaarheid komt hiermee onder druk te
staan mede doordat er ook beroepsgerichte stages gerealiseerd dienen te
worden. Ook kreeg ik het signaal dat het niet logisch is dat een vmbo
leerling gedurende 4 schooljaren evenveel uren maatschappelijke stage
loopt als een havo of vwo leerling met een schoolperiode van
respectievelijk 5 of 6 jaar.
Op grond van deze signalen heb ik besloten tot aanpassing van het aantal
uren. Dit doet recht aan de knelpunten die scholen en stagebieders
ervaren bij de invoering van de maatschappelijke stage.
Ik kies voor een aanpassing van het aantal uren, rekening houdend met
het aantal jaren onderwijs dat een leerling gemiddeld per onderwijssoort
volgt. Dit betekent 72 uur maatschappelijke stage voor vwo, 60 voor
havo en 48 uur voor praktijkonderwijs en vmbo.
Pagina 9 van 11
Structurele samenwerking
Voor een succesvolle invoering is het noodzakelijk dat verschillende
partijen elkaar weten te vinden en regelmatig bij elkaar komen om beleid
en uitvoering af te stemmen. In de pilots heeft lokale en soms ook
regionale samenwerking vorm gekregen. Scholen, gemeenten,
stagebieders en vrijwilligersorganisaties werken samen om te komen tot
een succesvol resultaat: 30 uur maatschappelijke stage voor de
toegezegde aantallen leerlingen en daarbij zoveel mogelijk ervaring
opdoen in de totstandbrenging van structurele afspraken.
De pilots hebben benadrukt dat zij de opgestarte processen van
samenwerking en gemaakte afspraken voortzetten. Ook andere steden en
regio's hebben interesse in ondersteuning om structurele samenwerking
vorm te geven. Om dit proces in aanloop naar schooljaar 2011-2012 te
stimuleren, kom ik begin 2010 met verdere maatregelen.
4.3 In contact blijven
In contact blijven met de betrokken partijen blijft van belang. Ik zet
daarvoor verschillende middelen in. Ten eerste ga ik ook komende jaren
zoveel mogelijk in gesprek met het veld. Via MaS-teams wil ik ook dit
nieuwe schooljaar in contact staan met het veld. Niet alleen met de
scholen, maar ook met stagebieders, makelaars en gemeenten. Een
campagnematige aanpak moet er vervolgens voor helpen zorgen dat
scholen de maatschappelijke stage op de juiste manier inbedden,
leerlingen eigen initiatief kunnen nemen en stagebieders doordrongen
raken van de win-win-win die de maatschappelijke stage kan opleveren.
Op die manier kunnen voldoende kwalitatief goede stageplekken
ontstaan.
Een belangrijk onderdeel van deze campagnematige aanpak is het verder
uitbouwen van de website www.maatschappelijkestage.nl, met daarbij de
MaS-tiplijn. Deze website en bijbehorend informatienummer vormen hét
informatiepunt van de maatschappelijke stage.
5. Tot slot
Voorjaar 2010 ontvangt uw Kamer de eindrapportage over de invoering
van de maatschappelijke stage. Hierin worden de laatste punten op de i
gezet.
De maatschappelijke stage staat goed op de rails! We zijn nog niet klaar,
maar de ervaringen zijn over het algemeen positief. Scholen die de
koppen bij elkaar steken en samenwerken met gemeente en het
vrijwilligersveld om te komen tot afspraken. Leerlingen die zelfs na
afronding van hun maatschappelijke stage vrijwilligerswerk blijven doen
omdat het zo leuk is. Activiteiten in de buurt die anders niet zouden
gebeuren. Dit vind ik ontzettend inspirerend. Met de maatschappelijke
stage hebben we goud in handen!
Pagina 10 van 11
Met vriendelijke groet,
de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart
Pagina 11 van 11