Ministerie van Verkeer en Waterstaat


1 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6 der Staten-Generaal 2597 JG Den Haag Binnenhof 4 Postbus 20901 2500 EX Den Haag 2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71 F 070 351 78 95

Contactpersoon
- T -

Ons kenmerk VENW/DGMO-2009/5835

Uw kenmerk Datum 11 september 2009 2009Z0909/2009D24230

Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen van de vaste commissie voor Bijlage(n)
- Verkeer en Waterstaat inzake rijontzeggingen (2009Z0909/2009D24230)

Geachte voorzitter,

Naar aanleiding van vragen van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat over het blijven rijden nadat een rijontzegging is opgelegd, kunnen wij u als volgt informeren.


1. Kunt u uiteenzetten hoe de procedure verloopt op het moment dat een bestuurder een rijontzegging opgelegd krijgt?

De tenuitvoerlegging van ontzeggingen van de rijbevoegdheid (hierna: OBM) is geregeld in artikel 180 Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994). Wanneer een rechterlijke uitspraak of strafbeschikking waarin een onvoorwaardelijke OBM is opgelegd onherroepelijk is geworden, wordt de OBM niet eerder tenuitvoergelegd dan nadat aan betrokkene een zogenoemde "kennisgeving OBM" is uitgereikt. Deze kennisgeving wordt in persoon betekend. In de kennisgeving wordt het tijdstip van ingang en duur van de OBM medegedeeld, evenals de verplichting tot inlevering van het rijbewijs uiterlijk op dat tijdstip en het gevolg van niet-tijdige inlevering. In de regel wordt de ingangsdatum van de OBM gesteld op de 21e dag na betekening van de kennisgeving. De tijd gedurende welke het rijbewijs ingevolge artikel 164 WVW 1994 vóór het tijdstip waarop de OBM ingaat, ingevorderd of ingehouden is geweest, wordt in zijn geheel op de duur van de OBM in mindering gebracht. Wanneer betrokkene zijn rijbewijs niet of te laat inlevert, wordt de OBM van rechtswege verlengd met het aantal dagen dat is verstreken tussen het tijdstip waarop het rijbewijs had moeten worden ingeleverd en het tijdstip waarop nadien die inlevering heeft plaatsgevonden. In de praktijk wordt de OBM maximaal twee keer op deze grond verlengd. De OBM wordt tevens verlengd met de tijd dat betrokkene gedurende de OBM rechtens zijn vrijheid is ontnomen. Wanneer de OBM afloopt, wordt het rijbewijs teruggegeven aan betrokkene tenzij inmiddels een andere sanctie c.q. maatregel ten aanzien van het rijbewijs van kracht is geworden. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan een vervolg-OBM of een ongeldigverklaring door het CBR. In dat geval wordt het rijbewijs doorgestuurd naar het parket dat de vervolg-OBM executeert dan wel naar het CBR.
a

Pagina 1 van 4






2. Aan hoeveel bestuurders is de afgelopen jaren een rijontzegging Datum opgelegd? Is bekend wat de onderverdeling in oorzaken voor het

opleggen van een rijontzegging is, zoals alcoholgebruik, Ons kenmerk snelheidsovertredingen en letsel? VENW/DGMO-2009/5835

In 2006 zijn in totaal 40.243 rijontzeggingen opgelegd, in 2007 40.020 en in 2008 38.257. Het is niet mogelijk een onderverdeling in oorzaken aan te brengen. Reden is dat bij een veroordeling op basis van meerdere strafbare feiten tegelijk geen koppeling wordt gemaakt tussen het afzonderlijke strafbare feit en de straffen.


3. Op welke manier wordt er gehandhaafd op autorijden ondanks een ontzegging?

De politie controleert op verschillende manieren op het rijden tijdens een ontzegging van de rijbevoegdheid. Zo worden bestuurders tijdens surveillances en binnen de wijkgebonden politiezorg (wijkagenten) ad hoc gecontroleerd. Daarnaast vindt bij verkeerscontroles gerichtere controle plaats waarbij ook wordt gecontroleerd op het rijden tijdens een ontzegging.


4. Is bekend hoe groot de pakkans is op het moment dat een bestuurder toch gaat autorijden, terwijl hij een ontzegging heeft?

In zijn algemeenheid kan worden gezegd dat de pakkans gering is, aangezien het rijden tijdens een ontzegging in beginsel aan het licht komt bij zojuist genoemde controles of bij verkeersgedrag dat daartoe aanleiding geeft.


5. Welke strafmaat is er verbonden aan het niet-naleven van een rijontzegging?

Op grond van de strafvorderingsrichtlijn, die ziet op het (doen) besturen van een rijbewijsplichtig motorrijtuig tijdens een OBM, is de richteis voor dat delict een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 15 dagen alsmede een geldboete van 380,-. Deze richteis geldt voor first-offenders. Wanneer sprake is van recidive wordt de richteis bij eenmalige recidive verhoogd met 10% en bij meermalen recidive met 20%.


6. Kunt u nader ingaan op de suggestie van het Openbaar Ministerie om op het punt van het rijden zonder geldig rijbewijs de strafbaarstellingen te verbeteren?

Allereerst zij opgemerkt dat uit het bij de vragen gevoegde krantenartikel blijkt dat deze suggestie niet afkomstig is van het Openbaar Ministerie. Onzes inziens bieden de huidige wettelijke strafmaxima ten aanzien van het misdrijf van artikel 9, eerste lid, WVW 1994 (rijden tijdens een OBM) voldoende ruimte om in het individuele geval tot een passende straf te komen.

Pagina 2 van 4






7. Wat is de stand van zaken rond de aangenomen motie Roefs / De Datum Rouwe omtrent de tenaamstelling van een auto alleen met geldig

rijbewijs (29398, nr. 110)? Ons kenmerk VENW/DGMO-2009/5835 De kern van de motie van Roefs/De Rouwe is dat een persoon met een ongeldig rijbewijs geen kenteken op naam kan hebben. De gedachte daarachter is dat dan ook niet meer over een auto kan worden beschikt. Wij hebben hierover de mening van een aantal deskundigen gevraagd. Onze conclusie is dat het inhoudelijk een interessante optie is, al is het maar omdat dit een extra drempel opwerpt om te kunnen rijden. Er is echter een aantal voorwaarden waaraan moet worden voldaan. Het beoogde effect kan op dit moment worden omzeild door de auto op naam te zetten van een familielid, een bekende of een katvanger. Hierdoor blijft de auto beschikbaar voor degene wiens rijbewijs ongeldig is of ongeldig is verklaard. Onderzocht zal worden hoe met name deze problematiek van het omzeilen van een mogelijk verbod een auto op naam te hebben effectief kan worden opgelost. Het advies hierover wordt verwacht in het najaar.


8. Wat vindt u van de suggestie om databestanden zoals kentekenregistratie en de registratie van rijontzeggingen te koppelen om daarmee de pakkans tijdens het scannen van nummerborden te vergroten?

Op dit moment maakt de politie meer en meer gebruik van moderne technologieën. Een van deze technologieën is ANPR (Automatic Numberplate Recognition). Met behulp van een ANPR camera is het mogelijk om automatisch van ieder passerend voertuig een foto-opname te maken en daaruit het kenteken te filteren. Dit kenteken wordt vervolgens geautomatiseerd vergeleken met een vooraf samengesteld referentiebestand. In dit referentiebestand staan kentekens die om een bepaalde reden nader onderzoek behoeven. Een en ander kan betrekking hebben op het voertuig zelf (gestolen, geëxporteerd, buiten gebruik gesteld) maar ook op de kentekenhouder (openstaande boetes, aandachtsvestigingen, openstaande belastingschulden). Op dit moment worden enkele referentiebestanden voor controledoeleinden landelijk ter beschikking gesteld. De signalen 'ongeldigverklaring rijbewijs' en `ontzegging rijbevoegdheid' worden nu aan de landelijke referentiebestanden toegevoegd.

Naast deze toepassing van ANPR in het kader van verkeerscontroles experimenteren politiekorpsen ook met dit instrument voor opsporingsdoeleinden. Zoals de Tweede Kamer eerder is bericht bij de beantwoording van vragen van het Kamerlid Azough (Kamerstukken II, 2008/09, Aanhangsel handelingen nr. 1981) brengt een juridische werkgroep momenteel in beeld in hoeverre het huidig wettelijk kader aangevuld moet worden. Het kabinet zal zijn standpunt hierover in het najaar bekendmaken bij het uitbrengen van de kabinetsreactie op het rapport van de Adviescommissie Veiligheid en persoonlijke levenssfeer (commissie Brouwer-Korff).

Pagina 3 van 4






9. Welke mogelijkheden zijn er nog meer om door middel van Datum samenwerking en data-uitwisseling tussen betrokken organisaties (onder

andere politie, OM, RDW, CBR) de pakkans te vergroten? Ons kenmerk VENW/DGMO-2009/5835 De politie kan tijdens surveillances op verschillende manieren controleren op het rijden tijdens een ontzegging van de rijbevoegdheid of een ongeldigverklaring van het rijbewijs. Naast toevoeging van het signaal "ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen" of "ongeldig verklaring van het rijbewijs" aan de landelijke referentiebestanden, kan de politie tijdens surveillances ad hoc bestuurders controleren op bijvoorbeeld het hebben van een verzekering of een geldige APK. Rijden tijdens een ontzegging van de rijbevoegdheid of ongeldigverklaring van het rijbewijs komt regelmatig als "bijvangst" bij deze controles naar voren.


10. In hoeverre is een bezitter van een auto aansprakelijk en/of strafbaar indien hij herhaaldelijk zijn auto uitleent aan een bestuurder met rijontzegging? Wat vindt u van de suggestie om deze autobezitter hierop aan te spreken en dit handelen bij recidive strafbaar te stellen?

Er kan inderdaad aanleiding zijn om degene die zijn auto uitleent aan een ander, wetende dat die ander een OBM heeft opgelegd gekregen, strafrechtelijk te vervolgen. Het is echter niet nodig om daarvoor een aparte strafbepaling in het leven te roepen. Ook op basis van het huidige recht kan deze persoon onder bepaalde omstandigheden al vervolgd worden, en wel door toepassing van de deelnemingsbepalingen in het Wetboek van Strafrecht (artikelen 47 en 48 Wetboek van strafrecht). Aan een dergelijke vervolging hoeft niet in de weg te staan dat de deelnemer (de medepleger, de uitlokker, de doen pleger of de medeplichtige) zelf geen OBM heeft. Volgens vaste jurisprudentie van de strafkamer van de Hoge Raad is namelijk niet vereist dat de deelnemer aan een kwaliteitsdelict, zelf ook die kwaliteit bezit.
Zodoende kan degene die zelf geen OBM heeft, wel worden veroordeeld wegens het medeplegen, uitlokken, etc. van het misdrijf van artikel 9, eerste lid, WVW 1994 (rijden tijdens een OBM), mits de voorwaarden voor de desbetreffende deelnemingsvorm zijn vervuld.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

ir. Camiel Eurlings

DE MINISTER VAN JUSTITIE,

Pagina 4 van 4