Hoe een voorgeschreven haardracht leidt tot ongewenste uitsluiting ballerina
11-09-2009
Ballerina's dragen hun haar strak naar achter, zonder vlechten, in een
knot. Dergelijke voorschriften zijn een wereldwijde traditie voor
danseressen klassiek ballet. Als een dansopleiding deze haardracht
verplicht stelt voor haar cursisten lijkt dat dan ook de normaalste
zaak van de wereld. Maar wat als een leerlinge kroeshaar heeft dat
zonder vlechten niet in een knot kan? Een dergelijke casus kreeg de
Commissie Gelijke Behandeling (CGB) onlangs voorgelegd.
Een ballerina in opleiding heeft vanwege haar afkomst kroeshaar, dat
zij meestal in vlechten draagt. Tijdens de balletlessen draagt zij het
gevlochten haar in een knot. De dansschool staat dit niet toe en eist
dat zij het haar strak naar achteren, zonder vlechtjes in een knot
draagt.
De dansschool voert een aantal redenen voor het voorschrift aan,
waaronder het bevorderen van uniformiteit. Omdat kroeshaar niet strak
naar achter getrokken kán worden, maakt de dansschool echter indirect
onderscheid op grond van ras. Hiermee handelt de dansschool in strijd
met de Algemene wet gelijke behandeling, die in het leven is geroepen
om onnodige uitsluiting tegen te gaan.