1 september 2009
Overheidsbeleid voor samenwerking publieke organisaties vaak contraproductief
Promotie Pieterjan van Delden
Het overheidsbeleid voor samenwerking in de publieke dienstverlening zoals jeugdzorg, onderwijs en sociale veiligheid is vaak contraproductief. Dat stelt sociaal wetenschapper Pieterjan van Delden die op 11 september promoveert, op basis van onderzoek bij diverse instellingen. Samenwerking slaagt pas als professionals durven te pionieren en de organisatiestructuren vervlochten raken.
Op het gebied van de jeugdzorg, het onderwijs en de sociale veiligheid is steeds meer behoefte aan samenhang in de dienstverlening. Hulpverlening aan gezinnen en de aanpak van overlast zijn afhankelijk van ketensamenwerking; organisaties moeten in de uitvoering hun acties combineren in één aanpak. Steun van de overheid geeft daartoe een eerste aanzet, maar heeft weinig invloed op het eindresultaat, constateert van Delden.
Van Delden deed onderzoek gebaseerd op diverse casestudies in de jeugdzorg, veiligheidshuizen en de culturele sector. Hij constateert dat het overheidsbeleid vaak contraproductief werkt. De aanzet is er wel, maar het ontbreekt aan een structurele aanpassingen. De taakstellingen en de vergoedingen van organisaties blijven verkokerd en er ontstaat geen gezamenlijk werkproces. Er is veel overleg maar toch wordt er langs elkaar heen gewerkt en valt het resultaat tegen. De overheidssteun richt zich meestal op de buitenkant en daarom doen de organisaties alleen oppervlakkig hun best samen te gaan werken. Ze zijn niet wezenlijk gemotiveerd en stellen hun eigen structuren niet op elkaar af, waardoor beleid uiteindelijk wordt ontkracht. Van Delden heeft het daarom over 'schijnsamenwerking'.
Vervlechting organisaties noodzakelijk
Maar er zijn ook voorbeelden van geslaagde en duurzame samenwerking. Na beleid, subsidie en sturing is de allereerste voorwaarde daarvoor dat professionals durven te pionieren. Ze moeten zelfs zo ver kunnen gaan dat ze spelregels ombuigen. In praktijksituaties waarin de resultaten niet goed waren, bleek de oorzaken vaak te liggen in het gebrek aan die pioniers. Dit had bijvoorbeeld negatieve gevolgen voor samenwerkingsverbanden als de Veiligheidshuizen en de Centra voor Jeugd en Gezin. Vereiste voor slagen is verder wat Van Delden noemt 'duurzame vervlechting van de organisaties', waarbij ze ook in hun interne werkwijzen en systemen een blijvende afhankelijkheid van andere organisaties aanvaarden. Aansluiting van professionele methoden en informatiesystemen zijn daarbij noodzakelijk.
Pieterjan van Delden (1949) is organisatieadviseur bij Andersson Elffers Felix in Utrecht. Hij publiceert regelmatig over professionals in organisaties, marktwerking in publieke dienstverlening
Universiteit van Tilburg