Partij van de Arbeid
Den Haag, 10 september 2009
Bijdrage lid Depla (PvdA) aan AO werking van de beroepspraktijkvorming (bpv), kwaliteitsborging en beschikbaarheid bpv-plaatsen
Gesproken woord geldt!
Voorzitter
De PvdA wil dat er ondanks de crisis genoeg stageplekken moeten zijn voor zowel deeltijd als fulltime opleidingen. In het crisispakket zijn hier gelden voor vrijgemaakt en in het sociaal akkoord zijn hier afspraken over gemaakt. Die moeten werken, anders moeten we extra actie ondernemen. We willen kost wat kost voorkomen dat jongeren uitvallen of hun opleiding niet kunnen vervolgen vanwege een gebrek aan stageplaatsen.
Het is dan ook goed dat we hier in de Kamer periodiek over spreken in plaats van wachten op berichten in de krant.
Tekort aan stageplaatsen
De signalen of er genoeg stageplekken zijn lopen sterk uiteen. Van zeer alarmerende berichten tot geruststellende berichten, sterk variërend per sector en per regio. Sommige sectoren en scholen zijn na de alarmerende berichten dit voorjaar hard aan de slag gegaan. In bijvoorbeeld de bouw en de metaal hebben sociale partners fors in de geldbuidel getast om genoeg leerwerkbedrijven te houden en te vinden. De keuze van het kabinet voor een regionale aanpak lijkt een goede, gezien de grote verschillen tussen de regio's. Ik hoor positieve voorbeelden van gemeenten, scholen en bedrijfsleven die nauw samenwerken op werkpleinen en met jongerenloketten.
Dat verdient lof aan de bedrijven die ondanks de economische slechtere tijden toch jongeren blijven aannemen voor BBL trajecten. Vanzelfsprekend ook vanuit eigenbelang. Immers: op langere termijn wordt de slag om goede werknemers moeilijker.
Daarnaast bereiken mij echter signalen dat sommige scholen minder leerlingen aannemen omdat ze een gebrek aan stageplekken verwachten. (Ik begreep dit van niveau 2 helpende welzijn & gezondheidszorg). De vraag is of hier sprake is van een terechte maatregel. Of bewandelt de school de weg van de minste weerstand?
Ook krijg ik signalen dat met name iets oudere leerlingen moeilijk aan bbl-traject komen omdat ze te duur zouden zijn voor de leerbedrijven. Dat is een slechte zaak omdat jongeren die op latere leeftijd een gemotiveerde keus maken - soms ook jongeren die eindelijk op rechte pad komen of langer werkloos zijn - daardoor geen kans krijgen. Graag uw reactie.
Daarom de concrete vraag:
1. wat is het beeld van de staatssecretaris over respectievelijk stageplekken en bbl-plekken? Klopt het beeld van COLO dat de afname van bbl-plekken meevalt maar dat er vooral zorgen bestaan om genoeg stageplekken voor voltijdsopleiding te krijgen? Is er inderdaad sprake van verdringing van mbo-stagiaires door hbo-stagiaires?
2. bevat het crisispakket voldoende maatregelen of moet er meer gebeuren?
3. kunt u op basis van cijfers aangeven of de overheid meer in plaats van minder stageplekken beschikbaar heeft gesteld? Zo nee: welke actie gaat u daarvoor ondernemen? Immers: de overheid moet het goede voorbeeld geven. Alleen de minister van BZK benaderen is een mager. Hoe zit het bijvoorbeeld bij OCW?
4.
5.
6. Zijn de maatregelen die in het kader van de crisis genomen worden dusdanig structureel dat er, ook als de crisis voorbij is, sprake zal zijn van structureel meer leerwerkbedrijven? En dat leerlingen beter zicht hebben op waar plaatsen vrij zijn?
7. De PvdA maakt zich zorgen over het feit dat, zeker in crisistijd, met name stage- of BBL-plekken voor jongeren met een vlekje moeilijk te vinden zijn. Welke maatregelen heeft u hierbij in petto? In het crisisakkoord is afgesproken dat ook de stageboxmiddelen de komende jaren doorgaan. Hebt u al bedacht hoe die middelen in te zetten? En deelt u onze opvatting dat vooral de meest kwetsbare leerlingen, die het meest baat hebben bij bbl-opleiding, de kans moeten krijgen op een leerwerkplek?
8.
Jongeren langer op school
Juist nu moet geïnvesteerd worden in jongeren! We verleiden jongeren om door te leren voor een beter perspectief op de arbeidsmarkt. Voldoende stageplaatsen is daarbij absoluut voorwaarde, om te voorkomen dat deze jongeren uitvallen binnen het MBO en zonder werk thuis komen te zitten, terwijl in de toekomst de vraag naar goed opgeleide vaklui in Nederland groot zal zijn.
In het Actieplan Jeugdwerkloosheid is afgesproken dat jongeren die hun opleiding afgelopen voorjaar hebben afgerond in de zomer een gesprek met de eigen school zouden krijgen om hun toekomstperspectieven in beeld te brengen. Jongeren die nog geen reëel toekomstbeeld hebben of minder kans maken op werk moeten snel worden begeleid naar een vervolgopleiding met een beter arbeidsperspectief. Is doorleren niet aan de orde dan kunnen jongeren naar een traject waarin zij werkervaring opdoen.
De jeugdwerkloosheid is deze zomer fors gegroeid. Het is dus blijkbaar niet gelukt alle jongeren die geen baan konden vinden weer naar school te krijgen.
De PvdA wil daarom van de staatssecretaris weten met hoeveel jongeren de ROC's in de zomer gesproken hebben over hun toekomstperspectief. Wat is het effect van de gesprekken geweest? Hoeveel euro hebben ze hiervoor per gesprek gekregen. Als ze die gesprekken niet hebben gevoerd moeten ze het geld dan terugbetalen? Wat gaat de staatssecretaris doen aan MBO-instellingen die te weinig gesprekken hebben gevoerd of waarvan de resultaten van deze gesprekken onvoldoende zijn? Kunt u voorbeelden van ROC's noemen die er positief uitsteken?
Stagebegeleiding
De stagebegeleiding is op teveel plekken niet in orde. Dit blijkt uit onderzoek van MKB-Nederland, de inspectie, de rekenkamer en uit het onderzoek van de JOB. De onderwijsinspectie constateert in haar onderzoek naar de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming in het MBO een structurele ontevredenheid over de begeleiding van studenten door de opleiding. Zonder goede stage geen goede opleiding. (zie ook voorbeeld stichting opleidingsbedrijf bouw Utrecht, vraag je je af waarom deel wat ze doen niet gewoon standaardtaak opleiding is)
Niet iedere MBO-instelling doet het slecht. Een groot aantal MBO-instellingen verzorgt de stagebegeleiding goed. Uit gesprekken met verschillende stagebureaus blijkt dat MBO-instellingen die fors investeren in deze begeleiding en in de structurele relatie met het bedrijfsleven minder problemen hebben met het vinden van stageplaatsen voor hun studenten.
De scholen die het onvoldoende voor elkaar hebben zouden bij onvoldoende verbetering geprikkeld moeten worden. Niet alleen door algemene protocollen af te sluiten maar door gerichte maatregelen richting specifieke opleidingen. Misschien als uiterste middel door korting op een deel van het budget. Op basis van objectieve criteria zoals bijvoorbeeld tevredenheidonderzoeken onder de werkgevers. Voor zover ik begreep vinden dit soort tevredenheidsonderzoeken al plaats.
Discriminatie
De onderwijsinspectie constateert dat vijf van de 36 leerbedrijven die zij hebben gesproken liever geen allochtone stagiair willen hebben. Uit onderzoek van het JOB blijkt dat 23% van de allochtone deelnemers het lastig vond om een stageplaats te vinden, dit tegenover 16% van de autochtone deelnemers. Discriminatie is moeilijk te bewijzen, maar de PvdA vindt het onaanvaardbaar dat studenten op grond van afkomst worden geweigerd bij het vinden van een stageplaats. De PvdA is blij met de maatregelen die de staatssecretaris neemt om dit probleem aan te pakken. (oa afnemen van status van leerwerkbedrijf)
Persvoorlichting Tweede Kamer-fractie Partij van de Arbeid
Plein 2
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
T 070 318 2694
E s.boting@tweedekamer.nl