Nationale Bank van Belgie
Microgegevens betreffende nominale rigiditeit, inflatiepersistentie en optimaal monetair beleid
door Engin Kara
NBB Working Paper No 175 - Research Series
Het populaire Calvo-model met indexering (IC) en het Sticky Information model (SI) hebben als leidraad
gediend bij vele monetaire-beleidsbesprekingen. Volgens het IC-model, bepalen bedrijven hun prijzen in
nominale termen voor een willekeurige periode, maar gedurende de looptijd van de overeenkomst wordt de
nominale prijs aangepast aan de recente inflatie. Volgens het SI-model is er ook een onzekere lengte van de
overeenkomst en de bedrijven bepalen de fasering van de prijzen voor elke periode bij het begin van de
overeenkomst. Daarom zijn prijzen afhankelijk van de informatie waarover bedrijven bij de prijsvorming
beschikken; naarmate de overeenkomst langer loopt, wordt de informatie dan ook steeds meer achterhaald.
De kracht van die benaderingen bestaat erin dat ze een verklaring kunnen bieden voor de inflatiepersistentie
in de gegevens. Ongetwijfeld is het uitstippelen van een monetair beleid aan de hand van een model dat
dicht aansluit bij de macrogegevens een eerste stap naar een betrouwbare monetaire-beleidsanalyse.
Die twee theorieën stroken echter niet met de microgegevens over prijzen. Volgens die modellen komt
inflatiepersistentie enkel voor indien de prijzen elke periode worden gewijzigd. Dat is strijdig met de
microgegevens over prijzen. De door het Inflation Persistence Network van het Eurosysteem voor het
eurogebied verstrekte gegevens wijzen erop dat de prijzen verscheidene maanden ongewijzigd blijven en uit
andere studies blijkt dezelfde bevinding voor de economie van de Verenigde Staten.
In deze paper gaat de auteur na wat de gevolgen zijn van het voeren van een beleid dat optimaal is vanuit
het oogpunt van modellen die geen rekening houden met microgegevens. Daartoe gebruikt hij een
Generalized Taylor Economy (GTE). De GTE veralgemeent het eenvoudige Taylor-model teneinde rekening
te houden met sectorale heterogeniteit met een door de microgegevens aangegeven duur van de
overeenkomst. Hoewel er geen wezenlijk verschil bestaat tussen de GTE en de populaire alternatieven
ervoor in termen van inflatiepersistentie, wordt zulks anders wanneer het over de microgegevens gaat: de
GTE strookt met de microgegevens.
De bevindingen die in deze paper naar voren komen wijzen erop dat beleidsbeslissingen significant worden
beïnvloed door de mate waarin persistentie strookt met de microgegevens. Meer in het bijzonder
beïnvloeden de aspecten van de modellen die in overeenstemming zijn met de microgegevens de mate van
beleidsafweging tussen prijsstabiliteit en stabiliteit van de output gap. Daarom kan het buiten beschouwing
laten van microgegevens resulteren in een misleidende analyse betreffende de beleidsafwegingen waarmee
beleidsmakers te maken krijgen en in het uitwerken van beleidsregels die misschien niet kunnen worden
uitgevoerd.