Wageningen Universiteit en Researchcentrum

10 sep 2009

Het Centaal Veterinair Instituut in Lelystad (CVI), onderdeel van Wageningen UR, beproeft een zelf ontwikkeld vaccin om varkens te beschermen tegen Mexicaanse griep. Anders slaat de epidemie wellicht over naar de varkensstapel. Volgens onderzoeker Guus Koch is er alle reden om meer onderzoek te doen aan influenza bij varkens.

In september gaat de Animal Science Group (ASG) van Wageningen URÂ in Lelystad een zelf ontwikkeld varkensvaccin uitproberen tegen het Mexicaanse-griepvirus. Het vaccin moet de varkensstapel beschermen, mocht het virus overspringen van mensen op varkens. Tegelijkertijd met dit nieuwe ASG-vaccin zal worden gekeken of twee commerciële influenzavaccins voor varkens bescherming bieden tegen dit nieuwe, humane influenzavirus.Â

De experimenten, die de afgelopen maanden zijn voorbereid, worden uitgevoerd met twintig tot veertig influenzavrije varkens. Dit gebeurt in de zogeheten high containment facility van het Centraal Veterinair Instituut (CVI) in Lelystad. Deze laboratoriumruimte is hermetisch afgesloten van de buitenwereld: er kunnen geen virussen of bacteriën uit.

Het humane influenzavirus, dat officieel als het Nieuwe Influenza A (H1N1)-virus door het leven gaat, dook in april voor het eerst op in Mexico. Sindsdien verspreidt het zich explosief over de wereld. De afgelopen maanden is er flink gestoeid over de naamgeving van het virus en de ziekte die het veroorzaakt. De aanvankelijke aanduiding was varkensgriep omdat het virus zich in een (Mexicaanse) varkensstal zou hebben ontwikkeld.

Drager
Influenzaviroloog dr. Guus Koch van het CVI in Lelystad vindt âvarkensgriepâ een misleidende aanduiding. âHet bewuste nieuwe 2009 H1N1-virus is tot nu toe alleen in mensen aangetoond, niet in varkens; ook niet in Mexico. Er is slechts één incident bekend. In Canada is het 2009-virus in varkens aangetroffen. Een dierenverzorger zou na een bezoek aan Mexico het influenzavirus hebben overgedragen. De varkens zijn ziek geweest. De verzorger ook, maar bij hem kon het virus niet worden aangetoond. Toch moet hij als drager hebben gefungeerd.â

Uit de genetische opbouw van het Mexico-virus blijkt dat het is ontstaan uit influenzavirussen die wereldwijd in de varkensstapel circuleren. Zo zijn drie van de acht genen in het 2009 A (H1N1)-virus afkomstig van het Spaanse-griepvirus dat in 1918 een pandemie veroorzaakte, waarbij binnen een jaar wereldwijd tientallen miljoenen doden vielen. Het virus is in dat jaar âovergesprongenâ op varkens, waarna het in de varkensstapel genetisch verder is geëvolueerd, onafhankelijk van de verdere evolutie in de mens. Een van die drie âSpaanseâ genen â verantwoordelijk voor de opbouw van manteleiwitten â speelt overigens een belangrijke rol bij de afweer van de mens tegen het virus.

Twee van de acht genen zijn afkomstig van een virusstam die sinds 1979 circuleert in de Europese varkensstapel, blijkt uit de genetische speurtocht van een groep internationale virologen van onder andere het Eramus Medisch Centrum in Rotterdam. De groep publiceerde er eind mei over in Science
.
Genetische menging
Ergens moeten die Europese stammen en stammen die de Noord-Amerikaanse varkensstapel domineren met elkaar zijn gemengd. Genetische menging kan optreden als lichaamscellen â vooral in de luchtwegen â tegelijkertijd door verschillende virusstammen geïnfecteerd raken. Die menging moet gebeurd zijn in varkens, is de ogenschijnlijk logische suggestie. In een Mexicaanse varkensstal? âDat is voorlopig niet meer dan een hypotheseâ, karakteriseert Koch. âZo is het nog steeds een raadsel hoe en waar die genetische menging heeft plaatsgevonden omdat er nagenoeg geen varkens en daarmee virusstammen worden getransporteerd tussen Europa en Noord-Amerika.â

Varkens raken net als mensen besmet met influenzavirussen van het zogeheten A-type. Er zijn 144 verschillende virustypes, die hun evolutionaire oorsprong hebben in watervogels. Drie ervan zijn in varkens aangetroffen: virusstammen van het zogeheten H1N1-type, H1N2-type en H3N2-type, zo blijkt uit recent Europees onderzoek waaraan ook het CVI in Lelystad heeft meegedaan. Het zijn dezelfde virustypes die in de mens circuleren. Stammen van deze types veranderen voortdurend iets van genetische gedaante om het afweersysteem van de gastheer te omzeilen. Ze slagen er daardoor ook in, te ontsnappen aan een vaccinatiecampagne.Â

âUit dat Europese onderzoek komt ook naar voren dat bijna elk varken wel eens geïnfecteerd is geweest met een van deze virusstammenâ, zegt viroloog Guus Koch van het CVI. âInfluenzavirussen zijn endemisch, ze komen voor in de varkensstapel maar steken zelden flink de kop op. Het virus verdwijnt over het algemeen vanzelf. Varkensinfluenza is geen ziekte waar varkens massaal aan sterven, de ziekte is daarom niet aangifteplichtig. Varkens worden er in Europa ook bijna nooit tegen gevaccineerd omdat de klinische verschijnselen, zoals een acute ontsteking van de luchtwegen, meestal gering zijn. Alleen als er ernstige luchtwegproblemen zijn, zal een varkensboer preventief ingrijpen en vaccineren.â

De wereldwijde uitbraak van het nieuwe influenzavirus heeft nog niet tot extra onderzoek bij varkens, zegt Koch. Terwijl daar toch alle reden voor zou zijn, vindt hij. In het verleden hebben varkens-influenzavirussen met enige regelmaat de overstap naar de mens gemaakt. De overdracht verloopt weliswaar slecht, maar het gebeurt, waarschuwt Koch. âTot nu waren het incidenten, die nooit tot een massale verspreiding onder mensen hebben geleid; nu lijkt dat toch te kunnen, met dit nieuwe virus.â

Vaccin
Ook al is het nieuwe H1N1-Mexico-virus nog niet in varkens aangetoond, er is wel degelijk een kans dat het overspringt. Uit recent onderzoek blijkt dat het Mexico-virus erg besmettelijk is. AGS heeft daarom samen met de Universiteit Utrecht een varkensvaccin ontwikkeld op basis van een manteleiwit van het nieuwe virus. Dat wekt immuniteit op in varkens. De gevoeligheid voor het virus wordt daardoor verminderd en ook de vermeerdering van het virus neemt af. Vaccinatie dempt zo de circulatie in de varkenspopulatie.
Het plan is om in september negen varkens met dit nieuwe vaccin in te enten. Aan de hand van bloedanalyses zal worden bekeken of er inderdaad specifieke antistoffen zijn gevormd. Varkens zullen vervolgens moedwillig worden besmet met het 2009-influenzavirus om de effectiviteit gedetailleerder in kaart te brengen. Daarnaast zal in twee andere groepen varkens worden gekeken of twee bestaande influenzavaccins, respectievelijk ontwikkeld voor H1N1-virusstammen die in Europa circuleren en voor H1N1-virusstammen in Noord-Amerika, ook bescherming bieden tegen het Mexico-virus. âVanwege de grote verschillen verwachten we dat die niet zullen werkenâ, aldus Koch.

Explosieve stijging aantal griepgevallen
Het Mexico-virus heeft de wereld al meer dan vijf maanden in zijn ban. In april werd dit influenzavirus voor het eerst aangetroffen, bij kinderen in de VS die afkomstig waren uit Mexico. Daar circuleert het virus vermoedelijk al sinds eind 2008. Wereldwijd zijn tot nu toe enkele honderdduizenden mensen door het nieuwe virus geïnfecteerd; enkele duizenden van hen zijn door de besmetting overleden. Nederland heeft nog weinig last gehad van het Mexico-virus, in tegenstelling tot de VS en Europese landen als Engeland en Spanje. Tot nu toe zijn ongeveer tweeduizend Nederlanders besmet geraakt. Dit is slechts een schatting want sinds half augustus wordt niet ieder verdacht besmettingsgeval meer aan de hand van slijmvliesmonsters uit de keel gediagnosticeerd. Ook wordt er niet meer geteld. Twee Nederlanders zijn door het virus overleden. Beiden hadden een andere, ernstige aandoening onder de leden. In de meeste gevallen zijn de ziekteverschijnselen vergelijkbaar met die van een ânormaleâ wintergriep. Jongeren lijken wat vatbaarder voor het virus dan ouderen.
De komende maanden wordt een explosieve stijging verwacht van het aantal besmettingsgevallen doordat na de zomer het âlevenâ weer op gang komt. Vooral scholen vormen de ultieme verspreidingmotoren van het influenzavirus. Bovendien daalt de temperatuur: het virus overleeft beter onder koude omstandigheden dan in de warmte. | Broer Scholtens