Vrije Universiteit Amsterdam

De eco-geografie van de gewone garnaal Crangon crangon in Europa


* Startdatum: 10-09-2009


* Tijd: 10.45


* Locatie: Aula


* Titel: De eco-geografie van de gewone garnaal Crangon crangon in Europa


* Plaats: Aula


* Spreker: J. Costa Vilhena de Bessa Campos


* Promotor: prof.dr. S.A.L.M. Kooijman


* Onderdeel: Faculteit der Aard- en levenswetenschappen


* Wetenschapsgebied: Aard- en levenswetenschappen


* Evenementtype: Promotie

De bruine of gewone garnaal Crangon crangon is een van de meest voorkomende soorten in Europese ondiepe kustwateren en belangrijk voor de Noordzeevisserij. Joana Campos bevestigt in haar promotieonderzoek dat vrouwelijke garnalen sneller groeien dan mannelijke en dat de trends voor beide geslachten apart bestudeerd moeten worden. Hun groei is misschien langzamer dan eerder werd aangenomen maar zij presenteert in haar proefschrift voorstellen om het visserijbeheer te verbeteren.

Campos onderzocht de groei van de gewone garnaal door hun vormkenmerken te meten en genetische analyses te maken.

Ondanks de wijde verspreiding - de gewone garnaal komt voor vanaf de Witte Zee tot Marokko - zijn er maar vier hoofdgroepen geïdentificeerd: de NO Atlantische, Westerse Mediterrane, Adriatische en Zwarte Zee . Uit Campos' onderzoek blijkt dat garnalen van de NO Atlantische populatie bij hogere temperatuur sneller groeien, maar de noordelijke garnalen groeien, bij gelijke temperatuur, sneller dan de zuidelijke. Dit contrasteert met de thermische NZ gradiënt (zij verwachtte dat populaties van koudere gebieden langzamer groeien) en suggereert dat een groeicompensatie deze tegenwerkt.

Verder onderzocht Campos langetermijn series van de Nederlandse Waddenzee, waaruit blijkt dat de garnalendichtheid in de herfst vijf keer groter is dan in de lente en dat deze dichtheid sterk samenhangt met de dichtheid van roofdieren. Tot slot paste Campos het Dynamic Energy Budget (DEB) model toe om de groeiperiode te bepalen van het tijdstip waarop de garnaal zich op de bodem neerlaat (met ongeveer 0.47 cm grootte) tot ze groot genoeg is voor de commerciële visserij (5 cm), bij verschillende temperaturen.


© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam