ChristenUnie
Bijdrage Ernst Cramer AO Spoorveiligheid
Bijdrage Ernst Cramer AO Spoorveiligheid
donderdag 10 september 2009 16:15
De heer Cramer (ChristenUnie): Voorzitter. Ik wil beginnen met de
spoorwegovergangen. Bij de proef met het zes-plus-zestreinsysteem
tussen Eindhoven en Amsterdam is er veel aandacht geweest voor de
overwegen die meer dan 30 minuten dicht zijn, hetgeen kan leiden tot
irritaties en onveilige situaties. Ik mis in de rapportage echter de
informatie over de sluitingstijden. Het is mooi dat we een
ombouwprogramma hebben en dat er steeds meer tunnels komen, maar
onduidelijk is nog of daarvoor in de toekomst voldoende budget is als
de noodzaak van onderdoorgangen toeneemt. Kan de Kamer in de volgende
rapportage een overzicht krijgen van sluitingstijden van overwegen bij
de huidige dienstregeling en bij een zes-plus-zesdienstregeling op de
desbetreffende trajecten, met daarbij een visie van de minister op wat
ter zake nog acceptabel is?
In het rapport las ik dat ProRail een economisch criterium hanteert
voor de verbetering van de veiligheid van overwegen. Dat is wel uit te
leggen, maar het is toch vreemd als je kijkt naar het risico per
overweg. Dan zie je namelijk dat in verhouding tot het aantal
weggebruikers het aantal slachtoffers bij onbeveiligde overwegen, die
dus weinig gebruikt worden, veel hoger is. Die economische functie
staat daar dus een beetje haaks op. In deze Kamer hebben wij ook
nadrukkelijk gesproken over het terugdringen van het aantal
slachtoffers en niet alleen over de economische haalbaarheid.
Dan een opmerking over het stoptonend sein. Hoe voorkomen we dat
treinen door rood rijden en er ongelukken gebeuren op het spoor? Een
belangrijk aspect daarbij is de wegbekendheid van de machinisten. De
inspectie concludeert dat de bestaande werkwijze bij de opleiding en
beoordeling van machinisten en ook de kennis van deze machinisten
voldoen aan de geldende regelgeving. Maar wel zijn er volgens het
rapport verbeterpunten, zoals het vergroten van procesinzicht en een
professionele werkstijl. Ik heb daar twee kernvragen bij. Hoeveel
mogen wij vragen van de professionaliteit van de machinist? Geen
enkele machinist rijdt voor z'n lol door rood, omdat hij daarmee zijn
eigen leven in gevaar brengt. Natuurlijk kunnen wij van alles doen in
de opleiding om de kans op het door rood sein rijden te verkleinen,
maar dit kan wat betreft de ChristenUnie niet los worden gezien van de
vraag of de beveiligingssystemen op zich wel veilig genoeg zijn.
Verder valt mij op dat in de rapporten de focus wordt gelegd op
regelgeving. De vraag is echter of de regelgeving zelf wel voldoet, of
de regels een voldoende veilig spoor garanderen. Wat is bijvoorbeeld
voldoende wegbekendheid? Ik sluit dan aan bij de uitspraak van de
rechter waar collega Roemer het over had, dat die wegbekendheid wel
een heel belangrijk onderdeel is dat dan onvoldoende naar voren komt
in de manier waarop er op dit moment naar machinisten gekeken wordt.
Door die uitspraak van afgelopen vrijdag is wat betreft de
ChristenUnie het probleem van het stoptonend sein en de onderliggende
regelgeving juist als het gaat om deze twee kernvragen, in een ander
daglicht komen te staan. Ik zou daarover nog de volgende vragen willen
stellen. Deelt de minister de mening van onderzoekers van de TU Delft
-- het desbetreffende rapport heeft bij de uitspraak van de rechter
een rol gespeeld -- dat wegbekendheid een noodzakelijke maar niet
voldoende voorwaarde is voor een veilig railverkeer, gezien de kans op
menselijke fouten, omdat met wegbekendheid niet wordt gedoeld op de
onderlinge verbanden van de plaatsing van seinen zoals bij
ingewikkelde seinplaatsingen? Klopt het dat het seinbeeld met de
betekenis "er volgt een stoptonend sein binnen remwegafstand" al in
1987 is voorgesteld en goedgekeurd, maar tot op heden nog niet is
ingevoerd? Klopt het ook dat de waarneembaarheid van de seinen door
IVW wordt getoetst aan interne regels van ProRail en niet aan de
Regeling Spoorverkeer? Dat zijn een aantal technische vragen maar die
zijn volgens mij cruciaal voor het debat van vandaag en voor de
beoordeling hoe je om moet gaan met de wegbekendheid en de daaraan
gehangen zekerheden. Gezien de door de rechter en de onderzoekers
geconstateerde gebreken is de vraag of de veiligheidszorgplicht van
ProRail en de betrokken vervoerders op het ogenblik wel voldoende is
ingevuld. Dat vind ik eigenlijk wel een zorgelijke gedachte. Gaat de
minister zijn STS-beleid aanpassen naar aanleiding van de uitspraak
van de rechter?
Vervolgens wil ik nog ingaan op de Belgische Krokodil, het
treinbeveiligingssysteem in België. Al jaren praten wij over de
beveiliging van het traject Maastricht-Luik. De minister heeft
besloten om op dit traject de Belgische Krokodil te installeren. Ik
vraag hem waarom. De Krokodil voorkomt namelijk niet dat de trienen
door rood sein rijden en in tegenstelling tont onze ATB remmen de
treinen zelfs niet automatisch af. De Belgen hebben dat ook al ontdekt
en vervangen nu in rap tempo hun systeem door een veiliger systeem.
Inmiddels heeft 80% van hun net het nieuwe systeem. Waarom gaat de
minister een oud Belgisch systeem installeren dat de Belgen hebben
afgeschaft? Ik heb de indruk dat hier weer geld wordt verspild dat
beter had kunnen worden gebruikt voor het openhouden van bijvoorbeeld
station Eijsden.
Ernst Cramer