ChristenUnie
Bijdrage Cynthia Ortega-Martijn tijdens debat fraude en
illegaliteit in de uitzendbranche
Bijdrage Cynthia Ortega-Martijn tijdens debat fraude en illegaliteit in de
uitzendbranche
donderdag 10 september 2009 13:30
Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Voorzitter. Helaas is het nodig
dat wij vandaag dit wetsvoorstel behandelen. Ik zeg helaas, omdat
fraude en illegaliteit in de uitzendbranche nog steeds voorkomen.
Afgelopen zomer was er nog een aantal voorbeelden in het nieuws van
uitzendkrachten die onwaardig behandeld waren. Dit soort praktijken
moeten wij met harde hand aanpakken.
De ChristenUnie is het dus eens met de strekking van dit wetsvoorstel
om malafide praktijken tegen te gaan. Wel vraagt mijn fractie zich af
of de inlenersaansprakelijkheid voldoende is om de misstanden aan te
pakken. Immers, hoe reëel is het om te veronderstellen dat uitgebuite
en wellicht illegale werknemers aangifte doen tegen hun uitzendbureau
en inlener? Gelet op de recente incidenten lijkt die kans nihil.
Daarnaast leeft bij mijn fractie de zorg dat goedwillende werkgevers
en uitzendbureaus nu zullen boeten voor het wangedrag van enkele
collega's. Voorzitter. Het moet verhinderd worden dat malafide
uitzendbureaus met hun praktijken doorgaan. Van overheidswege moet er
alles aan gedaan worden om deze uitzendbureaus hun bedrijfsvoering
onmogelijk te maken. De fractie van de ChristenUnie stelt voor om een
aanvraag voor een loonbelastingnummer te weigeren. Hierop krijg ik
graag een reactie. Certificering is een vrijwillige keus. Het loopt nu
niet bepaald storm met aanvragen daarvoor. Die zullen fors toenemen
met de aanneming van dit wetsvoorstel. Dat hopen wij in ieder geval.
De vraag is of de certificering op tijd rond zal komen, geeft ook de
minister aan. Dat is een zwakte van het voorstel. Op welke manier zal
de minister ervoor zorgen dat de certificering straks niet een
knelpunt wordt?
Daarnaast vindt de fractie van de ChristenUnie het curieus dat de
regering een privaatrechtelijke instantie gebruikt om een
publiekrechtelijke taak uit te voeren. Om de kwaliteit van het
certificaat te kunnen blijven garanderen, stellen wij voor om de
minimumnormen waaraan getoetst moet worden, vast te leggen met een
ministeriële regeling. Hierop krijg ik graag een reactie van de
minister.
Daarnaast moet de Arbeidsinspectie strenger gaan handhaven bij de
niet-gecertificeerde uitzendbureaus. Dit betekent dat er voldoende
handhavingscapaciteit bij zowel de Arbeidsinspectie als de
Belastingdienst aanwezig moet zijn. Hoe gaat de minister ervoor zorgen
dat alle uitzendbureaus periodiek gecontroleerd worden? Inleners
moeten straks zelf controleren of het uitzendbureau gecertificeerd is.
Dat moet volgens de ChristenUnie veel transparanter worden. Het
wetsvoorstel mag er niet toe leiden dat goedwillende inleners te maken
krijgen met extra administratieve handelingen en procedures en het
uitzendbureau niet.
Hoe gaat het kabinet voorkomen dat de administratieve lasten van
werkgevers met dit wetsvoorstel enorm toenemen? Hoe zal over de
invoering van dit wetsvoorstel überhaupt worden gecommuniceerd?
De ChristenUnie wil waarborgen dat de
inlenersaansprakelijkheid ook geldt wanneer personeel aangetrokken
wordt bij buitenlandse uitzendbureaus, omdat er anders allerlei
ontwijkconstructies kunnen komen. Ik heb begrepen dat er een norm, NEN
4402, is ontwikkeld voor buiten Nederland gevestigde ondernemingen. Ik
stel daarom voor de NEN 4402-norm verplicht te stellen voor
buitenlandse uitzendbureaus die voor Nederland personeel leveren met
verplichte registratie in het register normering arbeid. Graag verneem
ik de reactie van de minister op dit voorstel.
Ik heb nog een vraag over de overgangstermijn. Het valt
mij op dat de minister hier niet voor heeft gekozen. Wat is daarvan de
reden? Er zijn uiteraard contracten die gesloten zijn en doorlopen
wanneer dit wetsvoorstel wordt ingevoerd. Wat gebeurt er met die
contracten? Wordt de inlener dan toch opeens hoofdelijk aansprakelijk
of niet? Mijn fractie pleit voor een overgangstermijn zodat er geen
rare situaties kunnen ontstaan. Is de minister hier een voorstander
van?
Ik rond af. Zoals gezegd steunt mijn fractie dit
wetsvoorstel en de strekking ervan, maar daarmee zijn wij er nog niet.
Ik roep de minister op om de strijd tegen illegale uitzendbureaus nog
harder op te pakken. Dat kan door een strenger boetesysteem. Welke
vervolgstappen acht de minister nog noodzakelijk om de illegale arbeid
en uitbuiting verder terug te dringen?
Cynthia Ortega