Kindersterfte blijft wereldwijd dalen 10 september 2009, New York/Den Haag - Het wereldwijde kindersterfte cijfer is in 2008 met 28% gedaald. Stierven er in 1990 nog 90 op de 1000 kinderen voor hun vijfde verjaardag, in 2008 zijn dat er 65 op de 1000. Dagelijks sterven er 10.000 minder kinderen. Dat maakt UNICEF, de VN-Kinderrechtenorganisatie vandaag bekend.

Het aantal is gedaald van 12,5 miljoen kinderen in 1990 tot 8,8 miljoen in 2008. Dit is echter nog steeds te weinig om het Millennium doel 4, terugdringen van kindersterfte met tweederde voor 2015, te behalen. Ondanks dat er vooruitgang is geboekt is het nog steeds onacceptabel dat er zoveel kinderen sterven voor hun vijfde levensjaar.

De nieuwe cijfers zijn gebaseerd op analyse en onderzoek van data experts van UNICEF, de Wereld gezondheidsorganisatie, de Wereldbank en United Nations Populations Division, bijgestaan door technische adviseurs van grote academische instituten.

De gegevens laten zien dat het wereldwijde kindersterfte cijfer (het aantal kinderen dat voor hun vijfde levensjaar sterft) de laatste 20 jaar gestaag is afgenomen. Van 2000 tot 2008 nam het aantal met 2,3% per jaar af, tussen 1990 en 2000 was dat 1,4%. Longontsteking en diarree blijven de twee grootste doodsoorzaken voor kinderen jonger dan vijf jaar.

"Deze cijfers laten zien er vooruitgang geboekt kan worden in het terugdringen van kindersterfte", aldus Jan Bouke Wijbrandi, directeur UNICEF Nederland, "maar ook dat het milleniumdoel nog niet in zicht is! UNICEF helpt regeringen en overheden met het opzetten van zorgsystemen, en dat kan alleen met de juiste middelen."

De afname komt met name door verbetering van een aantal gezondheidsinterventies, zoals immuniseren, inclusief vaccinaties tegen mazelen, het gebruik van geïmpregneerde bednetten tegen malaria, exclusieve borstvoeding gedurende de eerste zes levens maanden, preventie hiv en aids en toedienen van Vitamine A. Maar ook het promoten van hygiëne zoals gebruik van schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen.

Overal ter wereld is de verbetering te zien, zelfs in de meest onderontwikkelde landen. In zeven van de 76 landen met het hoogste kindersterfte cijfer (meer dan 40 per 1000 levendgeborenen) is het cijfer gedaald met 4,5% of meer, namelijk in Nepal, Bangladesh, Eritrea, Laos, Mongolië, Bolivia en Malawi.

Malawi
Malawi bijvoorbeeld is een van de landen die het meeste vooruitgang hebben geboekt en nu goed op weg het Millennium doel te behalen. De cijfers van dat land laten zien dat er in 1990 nog 225 kinderen op de 1000 stierven voor hun vijfde levensjaar, anno 2008 zijn dat er 100 per duizend. In 2000 sliep slechts 3% onder een muskietennet, in 2006 was dat aantal al gestegen tot 25% van de kinderen. Malawi richtte zich op het verbeteren van gezondheidszorg en het gebruik van de meest effectieve interventies, waardoor vele kinderlevens zijn gered.

Zelfs in de meest arme landen kan vooruitgang worden geboekt door geïntegreerde, community-based gezondheidsprogramma's die focussen op de grootste doodsoorzaken: longontsteking, diarree, malaria, hiv en ondervoeding. En daarnaast te werken aan het versterken van de gezondsheidssytemen, zowel op nationaal als regionaal niveau.