Wetsvoorstel Modern Migratiebeleid ingediend bij de Tweede kamer
Persbericht | 10-09-2009
Het wetsvoorstel Modern Migratiebeleid van Minister Hirsch Ballin en
Staatssecretaris Albayrak van Justitie is aangeboden aan de Tweede
Kamer. Het wetsvoorstel houdt een modernisering van de
Vreemdelingenwet 2000 in en is gebaseerd op de voorstellen uit de nota
Modern Migratiebeleid, waarmee de Kamer eind vorig jaar instemde.
Het doel van het wetsvoorstel is tweeledig. Aan de ene kant wordt
Nederland aantrekkelijker gemaakt voor migranten die hard nodig zijn
om de economie, cultuur en de wetenschap te versterken. Aan de andere
kant worden de procedures efficiënter gemaakt, waardoor een
effectievere handhaving, onder andere de bestrijding van fraude met
gezinsmigratie, mogelijk wordt. Het wetsvoorstel houdt een forse
administratieve lastenverlichting in voor bedrijven en burgers die als
referent optreden voor een vreemdeling die naar Nederland komt. Uit
onderzoek blijkt dat door het voorstel de administratieve lasten voor
bedrijven met 15% zullen dalen, terwijl de toezichtlasten en
nalevingskosten gelijk zullen blijven.
Het uitgangspunt van het modern migratiebeleid is selectief. Dit houdt
in dat het beleid uitnodigend is voor migranten aan wie economisch
behoefte is en restrictief voor anderen. Dit betekent dat het niet
gemakkelijker wordt om tot Nederland te worden toegelaten, behalve
voor groepen migranten waarvoor dat maatschappelijk wenselijk is.
Nederland wordt hierdoor aantrekkelijker als vestigingsplaats voor
internationale bedrijven en kennismigranten, wat kan bijdragen aan de
versterking van de Nederlandse economie.
Het wetsvoorstel voorziet in de versterking van de positie van de
referent in het reguliere vreemdelingenbeleid. De referent kan een
burger, instelling of bedrijf zijn die belang heeft bij de komst van
een migrant. Migranten zullen tijdens hun verblijf in de regel moeten
beschikken over een referent. De referent krijgt grotere
verantwoordelijkheden, waarop hij door de overheid kan worden
aangesproken. Zo moet de referent melden als er iets in de situatie
van de vreemdeling wijzigt. Ook krijgt hij zorgplichten voor de
vreemdeling. Bij overtreding van de verplichtingen kunnen bestuurlijke
boetes worden opgelegd en in ernstige gevallen kan strafrechtelijk
worden opgetreden. Hierdoor kunnen fraude en misbruik, ook bij
gezinsmigratie, effectiever worden bestreden. Ook de kosten voor de
uitzetting van een vreemdeling kunnen op de referent worden verhaald.
Voor bedrijven en instellingen voorziet het wetsvoorstel in een grote
behoefte, omdat het tot verlaging van administratieve lasten leidt.
Dit kan worden bereikt doordat bedrijven en instellingen die
regelmatig medewerkers uit het buitenland nodig hebben worden erkend
als referent. Dit geldt ook voor universiteiten die buitenlandse
studenten werven. Zij dienen zelf verblijfsaanvragen bij de IND in,
waarbij zij de benodigde informatie verstrekken. De betreffende
student of werknemer kan dan via een versnelde procedure worden
toegelaten. Door het systeem met erkende referenten wordt het voor
kennismigranten, onderzoekers en studenten mogelijk om sneller naar
Nederland te komen. Bij misbruik kan de status van erkende referent
worden ingetrokken als bij herhaling blijkt dat deze niet de juiste
informatie heeft verstrekt. Ook kan de verblijfsvergunning van de
vreemdeling worden ingetrokken.
De toelatingsprocedures worden efficiënter ingericht. De procedure
voor het inreisvisum (de zogenaamde machtiging tot voorlopig verblijf,
MVV) en de procedure voor een reguliere verblijfsvergunning worden
samengevoegd tot één Toegangs- en Verblijfsprocedure (TEV-procedure).
Op dit moment moet een vreemdeling eerst op de Nederlandse ambassade
in het land van herkomst een MVV aanvragen om naar Nederland te kunnen
reizen. Bij deze aanvraag wordt getoetst of aan de voorwaarden voor
verblijf in Nederland wordt voldaan. Na een reis naar Nederland moet
nu nog een reguliere verblijfsvergunning worden aangevraagd, waarbij
wederom een toets plaatsvindt aan dezelfde voorwaarden. De praktijk
wijst echter uit dat de feitelijke situatie tijdens de procedure voor
een reguliere verblijfsvergunning vrijwel altijd gelijk is aan die
tijdens de MVV-procedure. Er kan dan ook volstaan worden met één
aanvraag en één enkel toetsmoment, waarbij het verlenen van een MVV
tevens zal resulteren in het verlenen van een reguliere
verblijfsvergunning. Hiermee kunnen de administratieve lasten voor
burgers en bedrijven aanzienlijk worden teruggebracht.
Ministerie van Justitie