Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Kamervragen voorgenomen vangstverbod voor schieraal


10 september 2009 - kamerstuk

Kamerbrief waarin de minister meldt dat er een `Top 30' is van knelpunten die van groot belang zijn voor de migratie van de aal. Dit stelt waterbeheerders in staat om deze knelpunten op te lossen.

Geachte Voorzitter,

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de vragen van de leden Polderman (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), Jacobi (PvdA) en Van der Vlies (SGP) over het voorgenomen vangstverbod voor schieraal. (Ingezonden 31 augustus 2009)
1
Waarop baseert u uw schatting van de hoeveelheid uittrekkende schieraal bij een sluiting van de visserij van drie maanden, die uitkomt op 244 ton schieraal? 1) Kunt u het verschil verklaren tussen uw schatting en de berekening van de sector die, gebruikmakend van dezelfde rapporten (LEI/IMARES, 2005) en dezelfde systematiek als toegepast op de eerdere berekening van de 157 ton, uitkomt op een schatting van 186 ton bij een sluiting in de maanden september, oktober en november? 2)
Ik baseer mijn schatting van de hoeveelheid uittrekkende schieraal op het rapport "Herstel van de aalstand II, Bouwen aan een beheerplan", J.G.P. Klein Breteler (2008). Voor een kwantificering van het effect van een sluiting van de visserij in september en oktober is hierbij niet alleen gekeken naar de hoeveelheid schieraal die als gevolg van het visverbod niet gevangen wordt, maar is ook rekening gehouden met een verminderde mortaliteit van rode aal. Op basis van dezelfde systematiek is op mijn verzoek het effect van drie maanden sluiting doorgerekend. Dat komt neer op 244 ton schieraal.
Voor het overige kan een verschil met de berekening van de sector voortkomen uit de inschatting van andere mortaliteitsfactoren.
2
Wat is de inhoudelijke reactie van de Europese Commissie geweest op de argumenten die de sector bij de invulling van haar plan heeft aangeboden om
157 ton schieraal uit de zetten en dat bij de uitzet hiervan dan ook meer vrouwelijke schieraal de zee zal bereiken dan bij een sluiting van drie maanden van de visserij? Deelt u de mening dat dit plan om schieraal uit te zetten een unieke kans biedt om data te verzamelen voor wetenschappelijke en monitoringsdoeleinden? Zo nee, waarom niet?
De Commissie is van oordeel, mede op basis van advies van ICES, dat de effectiviteit van de maatregel, als onderdeel van het totaalpakket aan maatregelen in het Nederlandse aalbeheerplan, onvoldoende is. Het ICES advies is inmiddels in uw bezit (AKVV 09/3004 van 03-09-09). Er bestaat reeds een monitoringsprogramma voor aal. Dit zal de komende jaren nog verder worden uitgebreid vanwege de verplichtingen voortkomend uit de Europese Aalverordening.

3
Op welke gronden is het totale Aalbeheerplan als 'onvoldoende' beoordeeld door de Europese Commissie? Kunt u daarbij specifiek ingaan op de inhoudelijke reactie op verschillende maatregelen, zoals naast de uitzet van 157 ton schieraal ook het uitvoeren van gedegen decentraal aalbeheer (inclusief mogelijke quota, vangstverboden en visserijbeperkingen) en de uitzet van glas- en pootaal in schone en goed beheerde gebieden?
De Commissie heeft, op basis van een beoordeling door ICES, geconstateerd dat het totale effect van alle maatregelen uit het Nederlandse aalbeheerplan onvoldoende is. Ik heb u dit in mijn brief (AKVV 09/3004) reeds toegelicht.
4
Deelt u de mening dat veel kwalitatief goede schieraal zonder visserijbeheer vrijwel geen kans krijgen om uit de schone polders te zwemmen en dus de Sargassozee nooit zullen bereiken en verloren gaan voor de voortplanting/ instandhouding van het bestand?
Ik deel met u de zorg om de migratieknelpunten die schieraal tegenkomt in zijn reis naar de Sargassozee. Ik heb daarom ook specifiek maatregelen opgenomen in het Aalbeheerplan die ervoor zorgen dat de mortaliteit bij migratieknelpunten zoveel mogelijk wordt voorkomen en migratiebelemmeringen worden verholpen. Recent is ook een 'Top 30' samengesteld van knelpunten die van groot belang zijn voor de migratie van de aal. Deze 30 knelpunten liggen op zoet-zout overgangen of overgangen tussen rijkswateren met een groot achterliggend leefgebied. Deze inventarisatie stelt de waterbeheerder in de gelegenheid extra prioriteit te geven aan het oplossen van migratieproblemen bij deze punten. Bovendien zal ik deze "Top 30" een belangrijke plaats geven in de afwegingen rond de instelling van de voorgenomen visserijvrije zones uit het aalbeheerplan.
5
Waarom heeft u het besluit genomen om het tweede Nederlandse Aalbeheerplan in te trekken, terwijl de Europese Commissie pas eind september 2009 haar formele besluit neemt en andere landen nog volop in overleg zijn met de Commissie?
De nationale aalbeheerplannen worden op voordracht van de Europese Commissie goedgekeurd door het Comité voor de visserij. Het Comité voor de visserij bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten en wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Europese Commissie. Deze voorzitter doet een voordracht voor een maatregel, in dit geval een nationaal aalbeheerplan, waar vervolgens in de vergadering van het Comité over gestemd wordt.
De uitkomst van deze stemming bepaalt of het nationale aalbeheerplan formeel wordt goedgekeurd of afgekeurd.
De laatste vergadering van het Comité vond plaats in juni jongstleden. Tijdens deze vergadering had het Nederlandse aalbeheerplan goedgekeurd moeten worden, zodat op 1 juli met de uitvoering van de aalbeheerplannen, dat wil zeggen ook de uitzet van 157 ton schieraal, begonnen had kunnen worden. De Europese Commissie heeft in juni echter besloten het Nederlandse aalbeheerplan niet voor goedkeuring voor te dragen, omdat het Nederlandse aalbeheerplan naar haar oordeel onvoldoende effectief was. Hetzelfde geldt voor een aantal andere nationale aalbeheerplannen. Alleen het aalbeheerplan van Ierland, waarin opgenomen de volledige beëindiging van de beroepsmatige visserij op aal, is in juni aan het Comité voorgedragen en vervolgens door het Comité goedgekeurd. In mijn brief Viss09/2505 van 14 juli 2009 heb ik u geïnformeerd over het verloop van het daarop volgend overleg met de Europese Commissie. De uitkomst van deze onderhandelingen is verwerkt in een derde aalbeheerplan. Commissaris Borg heeft mij toegezegd dit derde aalbeheerplan ter goedkeuring aan het Comité voor te dragen, zodat het Comité er tijdens zijn vergadering van eind september over kan stemmen en een formeel besluit tot stand komt. Bij goedkeuring kan Nederland op 1 oktober beginnen met de uitvoering van het aalbeheerplan. Gezien de slechte stand van de aal vind ik het niet verantwoord langer te wachten met het nemen van maatregelen.

6
Deelt u de mening dat draagvlak binnen de sector voor de te nemen maatregelen en volledige medewerking aan de uiteindelijke uitwerking van groot belang is? Zo ja, bent u bereid om samen met de sector het overleg aan te gaan met de Europese Commissie en vertegenwoordigers van de International Council for the Exploration of the Sea (ICES)?
Bij de Europese Commissie heb ik gepleit voor het plan van de sector. De Europese Commissie achtte dit plan echter onvoldoende. Mijn overwegingen om uiteindelijk te kiezen voor een visverbod staan in mijn brief van 14 juli 2009 (Viss 09/2505). Gegeven het advies van ICES en het standpunt van de Commissie acht ik hernieuwd overleg niet opportuun.

7
Deelt u de mening van de vier wetenschappers in de commissie Eijsackers dat het vaststellen van een streefbeeld voor de uittrek van schieraal in een niet door de mens beïnvloede situatie voor Nederland een onmogelijkheid is? Zo nee, waarom niet?
De commissie Eijsackers heeft beargumenteerd dat een exact juist streefbeeld niet is vast te stellen. Maar zij geeft wel aan dat het streefbeeld naar alle waarschijnlijkheid lager ligt dan eerder door IMARES en VIVION berekend, en dat dit binnen een bandbreedte van 2600 tot 8100 ton valt. Met inachtneming van deze onzekerheden kan het streefbeeld bij benadering gekwantificeerd worden. ICES is van oordeel dat de situatie nog ernstiger is dan de commissie Eijsackers aangeeft.


8
Is het waar dat voor de periode tot 2013 de uitgaven vanuit het Europees Visserijfonds (EVF) vastliggen in het Operationele Programma 2007-2013? Zo ja, betekent dit dat er pas na 2013 met Europese of Nederlandse gelden gesaneerd kan worden in de binnenvisserij?
Het is juist dat de uitgaven, die in het kader van het Europees visserijfonds gedaan worden, tot 2013 vastliggen in het Operationeel Programma. Dit programma kan, met goedkeuring van de Europese Commissie, tussentijds gewijzigd worden binnen de kaders die de EVF verordening stelt. De EVFverordening voorziet op dit moment niet in saneringsmogelijkheden voor de binnenvisserij. Financiering van sanering van de binnenvisserij is gedurende de huidige programmaperiode van het EVF slechts mogelijk wanneer de Raad de EVFverordening tussentijds aanpast. Dit is mogelijk, maar het wijzigen van een verordening kost tijd. Met de Europese Commissie ben ik in overleg over de mogelijkheden voor saneringsmaatregelen.

9
Is het waar dat door de maatregel van het vangstverbod het grootste deel van de binnenvissers naar alle waarschijnlijkheid onder de inkomenseis van 8500 euro voor beroepsvissers zal vallen en dat uw besluit dus een "koude sanering" met zich brengt? Bent u bereid een inschatting te maken van het aantal visserijbedrijven dat door een sluiting van drie maanden failliet zal gaan, inclusief het aantal van de palingvangst afhankelijke nevenactiviteiten van vissersfamilies (o.a. visverwerking en verkoop aan huis)? Kunt u daarbij meenemen op welke wijze u voornemens bent de 700.000 euro te verdelen over de beroepsvissers in Nederland?
Al langere tijd geldt in de binnenvisserijsector dat voor een deel van de bedrijven sprake is van een bedrijfseconomisch marginaal bestaan. Ik ben mij bewust dat de nu voorgenomen beperking van de aalvisserij grote gevolgen heeft voor deze sector. Maar tegelijkertijd zijn ingrijpende maatregelen nu noodzakelijk om de palingvisserij in de toekomst perspectief te bieden. Het voorgaande staat overigens los van de inkomenseis die verbonden is aan het gebruik van beroepsvistuigen op de binnenwateren. Deze eis behelst dat een visser op jaarbasis minimaal 8500 euro aan bruto visserij-inkomsten moet genereren om met beroepsvistuigen te mogen vissen. Deze grens is destijds bewust zeer bescheiden gehouden, om te zorgen dat uitsluitend voor recreatieve vissers het recht om met beroepsvissers te mogen vissen zou komen te vervallen. Ik beraad mij nog over de wijze waarop de ¤ 700.000 verdeeld zal worden over de aalvissers.

10
Op welke wijze gaat u het effect van het door u besloten vangstverbod van drie maanden evalueren?

De aalverordening voorziet in een monitoring en evaluatie van het effect van de maatregelen. De eerste evaluatie moet gereed zijn op 30 juni 2012.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


1) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008-2009, nr. 3562
2) Tabel hoeveelheid uittrekkende schieraal, onderhands aan bewindspersoon verstrekt