Eerste Kamer voert scherp debat met kabinet over Europese code sociale
zekerheid
9 september 2009
Op 8 september, in haar eerste vergadering na het zomerreces, heeft de
Eerste Kamer gedebatteerd over de eigen bijdrage van verzekerden in de
ziektekosten. Op basis van twee wetsvoorstellen( 31.267 en 31.283 )
waarbij enerzijds een deel van de Europese Code inzake sociale
zekerheid uit 1964 wordt opgezegd en anderzijds een nieuwe code wordt
goedgekeurd, moest de Senaat een âdubbelbesluitâ nemen. Dit pakket
stuitte in de Kamer echter op een stortvloed van bezwaren. Door een
besluit over de twee wetsvoorstellen voorlopig uit te stellen voorkwam
de Eerste Kamer een patstelling.
Na een debat in twee termijnen met minister Donner van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid en minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport deed CDA-senator Van de Beeten het voorstel om de nieuwe
Europese Code alvast goed te keuren, maar nog zoân twee jaar te
wachten met de parlementaire instemming met het door het kabinet
genomen besluit tot opzegging van deel VI van de nu geldende Code. De
CDA-senator vroeg de ministers Donner van SZW en Klink van VWS met
klem om de Eerste Kamer schriftelijk te informeren over eventuele
verdragsrechtelijke bezwaren tegen zoân adempauze van twee jaar.
De fracties van CDA, PvdA en VVD spraken uit dat zij na Prinsjesdag
het debat met de regering in derde termijn willen voortzetten.
Woordvoerders van alle fracties in de Eerste Kamer hadden kritiek op
de wijze waarop de regering de eigen bijdrage in de zorg juridisch wil
verankeren door de in 1990 herziene Europese Code inzake sociale
zekerheid te omarmen en gelijktijdig deel VI van de nog van kracht
zijnde Europese Code op te zeggen.
Aanleiding voor deze opzegging is een uitspraak van de Centrale Raad
van Beroep op 8 september 2006, die bepaalt dat het opleggen van een
eigen bijdrage in de AWBZ voor ziekenhuiszorg in strijd is met deel VI
van de Europese Code wanneer de geboden zorg het gevolg is van een
arbeidsongeval of beroepsziekte. In de herziene Code is een eigen
bijdrage wel toegestaan voor lidstaten wanneer hun nationale wetgeving
voorziet in een algemeen ziektekostenstelsel, zoals in Nederland.
Senator Kneppers-Heijnert van de VVD-fractie hekelde de aanpak van
het kabinet. Niet volgens het volkenrecht en evenmin volgens het
staatsrecht zou de regering zuiver hebben gehandeld door de opzegging
van deel VI van de Europese Code als een definitief feit te
presenteren, op een moment dat beide Kamers van de Staten-Generaal nog
niet met opzegging van de bestaande regel hebben ingestemd. Volgens de
VVD-fractie ontstaat hierdoor een schimmige situatie. Haar
woordvoerder wees er op dat de herziene Europese Code inzake sociale
zekerheid in de negen jaar van zijn bestaan nog door geen enkel
EU-lidstaat is geratificeerd. Nederland zou de eerste zijn. De Code
wordt pas van kracht worden als tenminste twee EU-landen hem hebben
aanvaard.
Kamerlid Van de Beeten (CDA) betoogde dat Nederland geen onderscheid
maakt tussen de ziekte en arbeidsongeschiktheid als achterliggende
oorzaak voor een AWBZ-uitkering. Evenmin is van belang of een ziekte
(arbeidsongeschiktheid) het gevolg is van beroepsuitoefening of van
een bedrijfsongeval of een andere oorzaak heeft (bv. sport). Volgens
de CDA-senator zou in aanvulling op het bestaande stelsel wel
overwogen kunnen worden om werkgevers aansprakelijk te stellen voor
beroepsziekten en eventueel voor een specifieke categorie van
beroepsziekten een volksverzekering in te stellen.
Mede namens de fracties van ChristenUnie en SGP wilde CDA-senator Van
de Beeten ook horen in hoeveel gevallen het verbod op het heffen van
een eigen bijdrage al een rol heeft gespeeld. Minister Klink
antwoordde dat in enkele tientallen gevallen vrijstelling is verleend
voor het betalen van een eigen bijdrage. Hij verzette zich met kracht
tegen voorstellen om een juridisch noodverband, dat sinds de
rechterlijke uitspraak van kracht is, een wettelijke basis te geven.
âU vraagt van de regering teveel als u een categorie wilt invoeren
waarvoor geen eigen bijdrage zou gelden. Dan morrelt u aan het
principe dat we in Nederland geen onderscheid maken tussen risque
social en risque professionalâ, aldus Klink.
Kamerlid Westerveld (PvdA) vond de argumenten voor opzegging van de
oude Code en aanvaarding van de nieuwe code niet overtuigend. Zij
meent dat de regering doemscenarioâs schetst voor het geval het
omstreden deel VI van de Code vooralsnog intact moet blijven als de
Eerste Kamer niet zou instemmen met het opzeggen ervan. Ook vroeg de
PvdA-senator of de regering een verklaring heeft voor het feit dat nog
steeds geen enkel land de nieuwe Europese Code heeft geratificeerd.
Westerveld meent dat de regering te lang heeft getalmd met het treffen
van voorzieningen, nadat de rechter een eigen bijdrage in deze
gevallen strijdig verklaarde met de bestaande Code. Zij wenst een
noodvoorziening voor beroepsgerelateerde zieken, zoals personen die
hebben gewerkt met asbest.
SP-senator Elzinga kreeg heftig verweer van minister Donner nadat hij
de regering ervan betichtte van âmorele chantageâ. Ook Elzinga was
ontstemd over het voorstel om deel VI van de Europese Code op te
zeggen zonder dat het parlement goedkeuring heeft kunnen geven aan een
alternatief. De minister betoogde dat het parlement, door nu alsnog in
te stemmen met opzegging en aanvaarding van de nieuwe code, de
nationale wetgeving in overeenstemming kan brengen met de Europese
regel.
Senator Strik van GroenLinks gaf steun aan het voorstel van
CDA-senator Van de Beeten om wel met de nieuwe code in te stemmen,
maar de oude nog niet opzeggen. Zij stelt dat de regering jarenlang
heeft gedoogd dat de Nederlandse wetgeving op het punt van de eigen
bijdrage in strijd handelde met hogere, Europese recht. Ook tegen het
woord âgedogenâ maakte minister Donner bezwaar. Hij beriep zich
hierbij op de Tweede Kamer, die in 1998 een voorstel van de regering
om deel VI van de Code op te zeggen heeft verworpen.
---
* stenogram 8 september 2009 pdf icoon
Eerste Kamer der Staten Generaal