1 1
> Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6
der Staten-Generaal 2597 JG Den Haag
Binnenhof 4 Postbus 20901
2500 EX Den Haag
2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71
F 070 351 78 95
Contactpersoon
---
T -
Ons kenmerk
VENW/DGMO-2009/7715
Uw kenmerk
Datum 8 september 2009 29398-155
Onderwerp Kamervragen -Ontwerpbesluit tot wijziging van het Reglement Bijlage(n)
---
rijbewijzen in verband met de invoering van een praktijkexamen
voor de rijbewijscategorie AM.
Geachte voorzitter,
Naar aanleiding van vragen van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat
over mijn voornemen een praktijkexamen voor de bromfiets in te voeren kan ik
u als volgt informeren.
1. Bestaat er een koppeling of kan er een koppeling worden gelegd tussen het
puntenrijbewijs voor beginnende automobilisten en beginnende
bromfietsbestuurders?
1. Het puntenrijbewijs voor beginnende automobilisten is een onderdeel van de
zogenaamde vorderingsprocedure. Na invoering van het bromfietspraktijkexamen zal
deze ook op bestuurders van bromfietsen van toepassing worden. Tot op heden was
dit niet mogelijk.
2. Hoe staat het met de uitvoering van motie 29 398, nr. 146 van het lid De Rouwe,
waarin de regering wordt verzocht om naast het brommercertificaat ook het theorie-
examen voor automobilisten als mogelijk theoretisch examen voor bromfietsers te
laten gelden?
2. Zoals u weet onderzoek ik samen met het CBR de mogelijkheden van een modulair
systeem voor het theorie-examen. In zo'n systeem krijgen kandidaten in mijn ogen
de mogelijkheid om bij het bromfietstheorie-examen meteen ook het theorie-examen
voor de personenauto te halen. Daarbij spelen nog een aantal praktische en
toetstechnisch/inhoudelijke aandachtspunten die nader moeten worden bekeken,
alsmede de vraag in hoeverre de Europese wetgeving een dergelijk voorstel
toestaat. Begin 2010 verwacht ik u hier nader over te kunnen berichten.
3. Welke drie- of vierwielige bromfietsen worden bedoeld in het ontwerpbesluit?
Zijn er naast respectievelijk Trikes en Quads nog andere bromfietsen?
3. Naast de tweewielige bromfiets heeft het ontwerpbesluit mede betrekking op alle
drie- of vierwielige motorrijtuigen die volgens de regelgeving (artikel 1, eerste
lid, onderdelen b en c, van de Wegenverkeerswet 1994) als zodanig zijn
a
agina 1 van 8
---
aangewezen. Met Trikes en Quads worden drie- en vierwielige motorvoer- Datum
tuigen bedoeld die vanwege het motorvermogen niet onder de categorie
bromfiets vallen. Ons kenmerk
VENW/D MO-2009/7715
---
4. In welke gevallen is een papieren versie van het getuigschrift van het theorie-
examen onontbeerlijk en welke kosten zijn hieraan verbonden?
4. Bij de opleiding voor de categorieën A (motorfiets) en AM (bromfiets) op de
openbare weg is een theoriecertificaat nodig. De kandidaten besturen immers
een motorvoertuig zonder dat er een instructeur naast hen zit, die indien nodig
direct kan ingrijpen. Voor de categorie A geldt dit overigens niet indien de
kandidaat al in het bezit is van een rijbewijs B. Er zijn geen extra kosten aan
verbonden naast het tarief voor het theorie-examen.
5. Welke gevolgen hebben respectievelijk de bij het bromfietsexamen te
ren vaardigheden, de hogere (kosten)drempel om bromfiets te gaan
rijden en de komst van de vorderingsprocedure voor de prognose van het
aantal verkeersdoden? Hoe gaat u de effecten van het bromfietsrijbewijs
in kaart brengen en hoe gaat u toetsen of de verwachte daling van het
aantal verkeersslachtoffers wordt bereikt?
5. Hierover is een schatting gemaakt door DVS, die heeft berekend dat
invoering van het bromfietspraktijkexamen jaarlijks ongeveer 5 doden en
210 ziekenhuisgewonden kan schelen. Er spelen bij het berekenen van
deze prognose inderdaad verschillende (deel)effecten een rol, die op
elkaar inwerken en cijfermatig moeilijk te scheiden zijn. Het totale effect
omvat een wisselwerking tussen positieve en negatieve invloeden op de
slachtofferreductie: zo kan een zwaar examen aan de ene kant goed
voorbereide bromfietsers opleveren doch anderen aanzetten juist zonder
rijbewijs te gaan rijden.
De mogelijkheid de vorderingsprocedure toe te kunnen passen en in de
toekomst een EMG te kunnen opleggen zal naar verwachting bijdragen
aan de verkeersveiligheid, omdat hiermee notoire verkeersovertreders
beter kunnen worden aangepakt. Voorspellingen hierover zijn thans nog
niet mogelijk.
Het bromfietsexamen zal door het CBR worden geëvalueerd qua examen
en door het ministerie qua effecten op de verkeersveiligheid. In dit kader
zal worden bekeken aan welke oorzaken veranderingen in
slachtofferaantallen kunnen worden toegeschreven.
6. Zou er daar waar het bromfietsrijbewijs wordt ingevoerd vanuit het
oogpunt van de verkeersveiligheid - dan ook geen rijbewijs moeten
worden ingevoerd voor scootmobielen of gehandicaptenvoertuigen?
Waarom is dan bepaald dat de gebruikers hiervan zonder examen mogen
deelnemen aan het verkeer?
6. Het gebruik van scootmobielen en gehandicaptenvoertuigen moet worden
gezien als een noodzakelijk alternatief voor lopen en fietsen gezien de
beperkte mobiliteit van de gebruiker. Als hiervoor een extra drempel
wordt opgelegd zou dat deze groep onaanvaardbaar beperken in hun
mobiliteit; zij zijn veelal afhankelijk van dit vervoermiddel. Bovendien
heeft deze groep veelal een zeer lage vervoersbehoefte en een beperkte
Pagina 2 van 8
ongevalbetrokkenheid. Gehandicaptenvoertuigen rijden ook meestal op Datum
het trottoir en het fietspad, met zeer lage snelheid.
Ons kenmerk
7. De vorderingsprocedure kan nu ook op bromfietsbestuurders worden VENW/DGMO-2009/7715
toegepast. Worden 16-jarigen die regels overtreden dan precies hetzelfde
behandeld als volwassen bestuurders die regels overtreden?
Bent u van mening dat de educatieve maatregel gedrag voor
automobilisten ook voor bromfietsbestuurders moet gelden?
7. Ja, de behandeling is hetzelfde.
Ja, de EMG kan straks ook van toepassing worden verklaard op
bromfietsers. De criteria voor het opleggen van een EMG kunnen bij
bromfietsbestuurders hetzelfde zijn als bij automobilisten, zoals algemeen
gevaarzettend gedrag. De EMG zal wel doelgroepspecifiek en
leeftijdsafhankelijk moeten worden ingericht voor de bromfietser.
8. Kunt u aangeven of de wet niet zo aan te passen is dat het mogelijk
wordt het bromfietsrijbewijs ook te vorderen zonder de invoering van het
praktijkexamen?
8. Ja dit is mogelijk doch om de volgende reden mijn inziens onwenselijk.
Als er bij iemand twijfel bestaat over zijn rijvaardigheid, volgt deze
persoon hetzij een EMG, hetzij een onderzoek naar de rijvaardigheid door
middel van een praktijktest. Het probleem is daarbij gelegen in het
ongewenste weggedrag van de bestuurder. In het geval van een
bromfietsrijbewijs zonder praktijkexamen zou zo'n
rijvaardigheidsonderzoek alleen kunnen bestaan uit een theorie-examen.
Het ongewenste weggedrag kan met een theorie-examen echter niet
worden getoetst en is daarom hiervoor geen zinvol instrument.
9. Waarom worden de totale kosten voor het bromfietsrijbewijs vastgelegd?
Heeft u prijsafspraken gemaakt met de branche om deze totale kosten zo
stellig te kunnen weergeven?
9. De uiteindelijke totale kosten zijn afhankelijk van de vaardigheden van de
individuele kandidaat en de tarieven van de opleiders. Dat is overigens
voor alle rijbewijzen zo. De opleiding is overigens in tegenstelling tot het
examen niet verplicht. Het tarief voor het CBR-examen wordt door mij
vastgesteld. De kosten voor het lessen zijn marktafhankelijk. Er is door
mij slechts een inschatting gegeven van de minimale totale kosten
waarmee een kandidaat naar verwachting te maken krijgt. Uit overleg
met de opleidingsbranche (BOVAG/FAM) en een rapport van een extern
onderzoeksbureau is gebleken dat deze inschatting de minimale kosten
betreft voor een vanuit verkeersveiligheid verantwoorde praktijkopleiding
en - examen.
Pagina 3 van 8
10. Waarom wordt er onderscheid gemaakt tussen brommobielen (waarbij wel
Datum
een examen moet worden afgelegd) en scootmobielen en
gehandicaptenvoertuigen (waarbij geen praktijkexameneis geldt)? Ons kenmerk
VENW/DGMO-2009/7715
10. Gehandicaptenvoertuigen, waaronder scootmobielen, vallen niet onder de
categorie bromfiets en zijn niet rijbewijsplichtig. Zie ook het antwoord
op vraag 6.
11. Komen jeugdige bestuurders ook in de problemen, doordat ze `stoer'
(vaak onveilig) weggedrag vertonen? Hoe voorziet het praktijkexamen in
het aanpakken van dit gedrag? Kunt u ingaan op het effect van een
vergrote pakkans?
11. De problemen van de jeugdige (met name mannelijke) bestuurders komen
voor bij vrijwel alle voertuigcategorieën (het risico van jonge
mannelijke bromfietsers is daarnaast 30% hoger dan van jonge vrouwelijke
bromfietsers). Het praktijkexamen voorziet hierin door vooral de nadruk op
verkeersdeelname te leggen, en minder op voertuigbeheersing (dit laatste kan stoer
gedrag uitlokken). In het praktijkexamen wordt sociaal en verkeersveilig gedrag
getoetst. Belangrijker is nog dat hiermee sturing gegeven wordt aan de opleiding op
deze aspecten. Er kan verder positief effect worden verwacht van voorlichting en
communicatie, zoals het wijzen op de kans met een vorderingsprocedure (Educatieve
Maatregel Gedrag en Verkeer of rijvaardigheidsonderzoek) te maken te krijgen.
Hiermee wordt het mogelijk verkeersonveilig gedrag bij deze groep bestuurders beter
aan te pakken. Aangenomen mag worden dat deze maatregelen voor de doelgroep een
potentieel dreigende werking zullen hebben.
12. Klopt het dat er strenger en zwaarder gestraft kan worden bij bestuurders die het
praktijkexamen hebben gehaald?
12. Voor wat betreft strafrechtelijke sancties is er geen verschil. Wel kan na de invoering
van het bromfietspraktijkexamen ten aanzien van de bestuurder tevens een
mededeling worden gedaan op grond van artikel 130 van de Wegenverkeerswet 1994.
Afhankelijk van de inhoud van die mededeling kan de betrokken bestuurder dan in
aanmerking komen voor een Educatieve Maatregel Gedrag en Verkeer of een
rijvaardigheidsonderzoek.
13. Welke maatregelen heeft u genomen om de belofte van uw ambtsvoorganger na te
komen dat de kosten maximaal 300,- zullen bedragen? Waarop was dit maximum
van 300,- gebaseerd en welke mogelijkheden ziet u nog om onder dit
maximumbedrag uit te komen?
13. Ik heb in nauw overleg met de opleidingsbranche gekozen voor een model
praktijkexamen dat zowel qua opbrengsten voor de verkeersveiligheid als qua toegang
tot het examen voor de kandidaat in evenwicht is. Het bedrag van 300 was een
eerste indicatie, bedoeld om aan te geven dat het bromfietsrijbewijs zo toegankelijk
mogelijk moest blijven. Bij de kosten voor het bromfietsrijbewijs moet overigens een
onderscheid gemaakt worden tussen de verplichte- en de niet-verplichte kosten. Het
examen is verplicht en het tarief hiervoor wordt door mij vastgesteld. De opleiding is
niet-verplicht, en de daarbij behorende leskosten kunnen verschillen per opleider. Ik
heb zoveel mogelijk gesneden in de exameneisen om de kosten voor opleiding en
examen zo laag mogelijk te houden, zonder daarmee afbreuk te doen aan de kwaliteit
van het examen zelf. Daarnaast is het mogelijk met tweedehands boeken te werken en
Pagina 4 van 8
is de optie opengehouden voor instructeurs om met meer dan twee Datum
kandidaten te lessen. Ook wordt thans onderzocht of het eenmaal behaalde
theorie-examen AM een vrijstelling voor het theorie-examen voor de Ons kenmerk
categorie B kan opleveren. Het praktijkexamen zal worden geëvalueerd VENW/DGMO-2009/7715
om te bezien of het examen voldoet en op de effecten op de verkeersveiligheid.
Bij de eerste evaluatie zullen ook de gemiddelde kosten voor de kandidaat worden
betrokken. Voor een uitgebreide toelichting verwijs ik naar hetgeen ik
hieromtrent heb opgemerkt tijdens het Algemeen Overleg op 12 februari jl. (29 398,
nr. 138).
14. Hoe kunt u zeggen dat de totale kosten 390,- zijn, zolang kandidaten die niet
voldoen aan de eisen meer lessen moeten volgen (en dus meer kosten moeten maken)
om het examen te kunnen halen? Kan het genoemde bedrag als maximumbedrag
worden gezien en bent u bereid de wijziging van het Reglement rijbewijzen geen
doorgang te laten vinden als de kosten boven de 390,- uitkomen?
14. Zie antwoord vraag 9
15. Wie is er verantwoordelijk voor de uiteindelijke prijs van het bromfietspraktijkexamen?
15. De prijzen voor het examen worden vastgesteld door het CBR en door mij
goedgekeurd (tarieven 2008 bromfiets: 99,00 en brommobiel 117,30). Het
uurtarief voor het lessen en de overige hiermee verbonden kosten worden door de
opleidingsbranche vastgesteld. Het bedrag dat de kandidaat uiteindelijk kwijt is aan
leskosten is afhankelijk van zijn eigen vaardigheden.
16. In de toelichting schrijft u dat in overleg met alle betrokkenen getracht wordt de
kosten verder te verlagen. Kunt u aangeven of hier nog nadere ontwikkelingen bij te
melden zijn?
16. Voor dit moment is in overleg met alle betrokkenen het uiterste gedaan om de kosten
te beperken zonder te tornen aan de winst van het bromfietspraktijkexamen voor de
verkeersveiligheid.
17. Kunt u uw definitie geven van een "kwalitatief verantwoord examen"? Wanneer acht u
een examen kwalitatief verantwoord?
17. Ik ben van mening dat dit het geval is als er sprake is van een valide en betrouwbaar
examen. Een examen dat meet wat het moet meten en dat elke examenkandidaat
langs dezelfde meetlat uniform beoordeelt. Het examen moet helderheid opleveren
over de vraag of een kandidaat wel of niet rijvaardig is.
18. Denkt u dat het geven van rijlessen aan vier personen tegelijk gevaarlijke situaties kan
opleveren? Kunt u onderbouwen waarom u meent dat bromfietslessen met vier
mensen tegelijk mogelijk zijn, terwijl dat bij motorrijlessen niet het geval is en
bromfietsexamens individueel plaatsvinden? Wie gaat er over de invulling van de
rijlessen?
18. In het kader van mijn streven de kosten van het bromfietsrijbewijs zo laag mogelijk te
houden is onder meer de mogelijkheid geopperd om aan vier kandidaten tegelijk les te
kunnen geven. Dit moet mijn inziens onder omstandigheden mogelijk zijn. Het betreft
hier echter geen verplichting aan de opleiders; deze zullen zelf moeten beoordelen of
Pagina 5 van 8
dit naar hun mening verantwoord is. Een vergelijking met motorrijlessen Datum
gaat niet op, alleen al vanwege de veel hogere snelheden die hiermee
gehaald worden en het rijden buiten de bebouwde kom en op autosnelwegen. Ons kenmerk
Bromfietsexamens worden wel individueel afgenomen aangezien het anders VENW/DGMO-2009/7715
voor de examinator niet goed mogelijk is de kandidaat goed te beoordelen. De
rijscholen bepalen zelf hoe zij de rijlessen invullen, doch zullen zich daarbij richten
naar de door het CBR opgestelde exameneisen.
19. De bijzondere verrichtingen voor drie- en meerwielige bromfietsen worden afgenomen
in een verkeersluwe situatie. Betekent dat ook binnen de bebouwde kom of juist niet
op de openbare weg?
19. Dit onderdeel van het examen zal bij voorkeur in een verkeersluwe situatie worden
afgenomen; dit kan onder omstandigheden ook binnen de bebouwde kom en op de
openbare weg zijn.
20. Welke kosten moeten er gemaakt worden als iemand die vooralsnog alleen een AM
rijbewijs heeft, vervolgens een autorijbewijs haalt? Krijgt de persoon in kwestie een
geheel nieuw rijbewijs?
20. Deze persoon zal dezelfde kosten moeten maken die hij anders ook zou hebben
gemaakt voor het behalen van dat rijbewijs en hij zal een nieuw rijbewijs moeten
aanvragen met vermelding van die nieuwe rijbewijscategorie. Dit is conform het
huidige beleid waarbij bijvoorbeeld iemand met een B rijbewijs die ook de categorie A
verwerft, ook een nieuw rijbewijsdocument moet aanvragen. De kosten voor de afgifte
van een rijbewijs verschillen per gemeente. Wellicht ten overvloede breng ik in
herinnering dat thans wordt onderzocht of het eenmaal behaalde theorie-examen AM
een vrijstelling voor het theorie-examen voor de categorie B kan opleveren.
21. Wordt bij de toekomstige evaluatie het aantal lessen per geslaagde deelnemer ook
meegenomen?
21. De evaluatie vindt vanuit het CBR plaats onder de rijopleiders. In algemene zin zal ook
het gemiddeld aantal gegeven rijlessen per kandidaat aan de orde komen.
22. Wanneer denkt u met een evaluatie van het bromfietspraktijkexamen te zullen komen?
Op welke punten zal precies geëvalueerd worden en wanneer is er sprake van
succesvol nieuw beleid?
22. Het CBR zal het praktijkexamen een jaar na invoering evalueren. Er zal worden
geëvalueerd op de kwaliteit, validiteit, betrouwbaarheid en uitvoerbaarheid van het
examen. Daarnaast zal door DVS ook het aantal verkeersslachtoffers worden
gemonitord en zal na drie jaar een evaluatie van het bromfietspraktijkexamen
plaatsvinden waarbij de effecten ervan vergeleken zullen worden met de thans
voorspelde afname in aantallen doden en gewonden in deze doelgroep.
Pagina 6 van 8
23. Hoe is de kostenopbouw van de brommobielopleiding en het
Datum
brommobielexamen?
Ons kenmerk
23. Het brommobielrijbewijs is alleen verplicht indien men niet over een VENW/DGMO-2009/7715
ander geldig rijbewijs beschikt. Het brommobielexamen is begroot op
117,30 (2008). De opleidingsbranche gaat uit van minimaal
8 lessen à 40 ( 320).
Inclusief bijkomende kosten als reistijd, examenkosten rijschool,
theorieboeken ( 217) komt het totale geschatte bedrag dat men minimaal
kwijt is voor de opleiding en examen uit op rond de 650.
24. Waarop baseert u de inschatting dat het examen voor het brommobiel
650,- zal gaan kosten? Is dit voor u ook een absoluut maximum?
24. Dit betreft een indicatieve inschatting van de opleidingsbranche/CBR ten aan
zien van de minimum te verwachte opleidings- en examenkosten. Bij
brommobielen wordt overigens één op één les gegeven, in tegenstelling tot bij
tweewielige bromfietsen, waar met maximaal 4 kandidaten op één instructeur gelest
kan worden. Het bedrag van 650 gaat overigens uit van 8 rijlessen, wat veel minder
is dan het gemiddelde voor personenauto's. Dit terwijl beide voertuigen zich
grotendeels aan dezelfde verkeersregels moeten houden en dezelfde manoeuvres
moeten uitvoeren op de weg. Zie ook de antwoorden op vraag 9 en 23.
25. Waarom is het examen voor de drie- en vierwielige bromfiets beduidend duurder dan
dat voor de tweewielige bromfiets? Bent u niet bang dat bestuurders die een drie- of
vierwielige bromfiets willen gaan besturen het examen voor een tweewielige bromfiets
gaan afleggen?
25. De verwachting is dat de doelgroep (vnl. ouderen) meer lessen nodig heeft en daar
zitten juist de kosten in. Het rijden in het verkeer op een tweewielig voertuig wordt
moeilijker geacht dan het rijden met een vierwielig voertuig (brommobiel). Daarom
mag men na het behalen van een brommobielexamen ook uitsluitend met een
brommobiel rijden en niet met een tweewielige bromfiets. Een vlucht naar het examen
voor de tweewielige bromfiets ligt niet voor de hand, mede gelet op de verschillende
doelgroepen en gezien het feit dat het een zwaarder examen betreft.
26. Waarom kost het les- en examenpakket voor de brommobiel meer, ondanks het feit
dat het examen daarvoor in een verkeersluwe omgeving wordt afgenomen? Kunt u
uitleggen wat u bedoelt met de opmerking dat de kosten hoger zijn, gezien de aard
van het voertuig en de positie op de weg? Waarom is het acceptabel dat het
brommobielpakket bijna twee keer zoveel kost als het bromfietsexamen?
26. Het les- en examenpakket voor de brommobiel kost meer dan dat voor de bromfiets
omdat er bij brommobielen wordt uitgegaan van het dubbele aantal lesuren en
rekening wordt gehouden met reistijd naar
Pagina 7 van 8
het oefenterrein. Zie verder ook de antwoorden op de vragen 24 en 25. Datum
27. Wat gebeurt er als de geldigheid van de verklaring van rijvaardigheid Ons kenmerk
verloopt? VENW/DGMO-2009/7715
27. De verklaring van rijvaardigheid voor de bromfiets is straks drie jaar
geldig; gevoeglijk mag worden aangenomen dat als iemand zo'n
verklaring heeft gehaald hij meteen een rijbewijs gaat aanvragen en
niet drie jaar gaat wachten. Binnen een periode van drie jaar dient men
een bromfietsrijbewijs aan te vragen. Als het rijbewijs na die periode
van drie jaar wordt aangevraagd, zal eerst opnieuw examen moeten
worden gedaan.
28. Heeft het CBR voldoende administratieve en organisatorische capaciteit
om de invoering van het praktijkexamen te faciliteren en uit te voeren?
28. Ja, op dit moment zijn al diverse aspecten van het ontwikkeltraject
afgerond en is het CBR bezig met de laatste voorbereidingen
voor de start van het examen op 1 januari 2010. Voor de opleiders worden
in september informatiebijeenkomsten georganiseerd.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
Pagina 8 van 8
Ministerie van Verkeer en Waterstaat