Algemene Onderwijsbond

Utrecht, 08-09-2009

LET OP: EMBARGO TOT 08-09-09 11.00 UUR

Nederlandse leraren hebben veel minder tijd voor leerlingen dan buitenlandse collega's

Nederlands onderwijs zwaar onderbezet

Leerlingen in Nederland krijgen te weinig aandacht en leraren hebben te weinig tijd om hun lessen voor te bereiden. Nederland heeft na de VS de meeste leerlingen én de meeste lesuren per leraar. Leraren zijn daarmee tot anderhalf keer zo 'productief' als hun buitenlandse collega's, blijkt uit een analyse die de AOb maakt van de vandaag verschenen studie 'Education at a Glance' van de OESO. Om op het OESO-gemiddelde te komen zijn duizenden leraren nodig. "Als je het vergelijkt met het buitenland, worden leraren in Nederland gebruikt als productiemedewerkers. Hierdoor doen scholen hun leerlingen tekort," zegt AOb-voorzitter Walter Dresscher. De AOb ontwikkelde een arbeidsproductiviteitsindex, op basis van het jaarlijkse vergelijkend onderzoek 'Education at a Glance.' Hieruit blijkt dat leraren in Nederland veel meer uren voor de klas staan dan het OESO-gemiddelde, daarnaast is de leraar- leerling-ratio de hoogste na de VS. De index laat zien dat leraren in het primair en voortgezet onderwijs 14 tot 44% meer 'omzet draaien' dan hun buitenlandse collega's. Ze moeten veel meer onderwijs geven in dezelfde tijd. Kwaliteit onder druk

Deze efficiency gaat ten koste van de tijd om lessen voor te bereiden en de individuele aandacht voor de leerling. Daarmee is te verklaren dat de kwaliteit van het onderwijs onder druk staat. Verder experimenteren met grotere groepen leerlingen per docent, of langere openingstijden van scholen kan dus alleen als er stevig in goed personeel geïnvesteerd wordt.

Meer leraren

De cijfers tonen aan dat Nederlandse docenten onverantwoord productief zijn. Onderwijs is gebaat bij genoeg aandacht per leerling. Dresscher: "Er is maar één oplossing voor dit probleem. Meer leraren inzetten, zodat elke docent meer tijd heeft voor goede lessen." De arbeidsproductiviteitindex en verantwoording zijn hieronder bijgevoegd. Verdere informatie en een achtergrondartikel zijn te vinden op www.aob.nl.

Voor meer informatie over Education at a Glance 2009: www.oecd.org/edu/eag2009

|productiviteitsin|           |
|dex leraren 2e   |           |
|fase vo          |           |
|vs               |206        |
|nederland        |144        |
|duitsland        |125        |
|ierland          |119        |
|finland          |107        |
|oeso             |100        |
|korea            |95         |
|tsjechie         |92         |
|EU 19 gemiddeld  |89         |
|hongarije        |82         |
|belgie           |81         |
|italie           |80         |
|oostenrijk       |79         |
|japan            |76         |
|frankrijk        |73         |
|luxemburg        |71         |
|portugal         |70         |
|spanje           |65         |
|noorwegen        |63         |
|griekenland      |49         |
|productiviteitsin|           |
|dex leraren 1e   |           |
|fase vo          |           |
|vs               |170        |
|nederland        |126        |
|duitsland        |123        |
|korea            |119        |
|ierland          |104        |
|oeso             |100        |
|frankrijk        |97         |
|japan            |95         |
|spanje           |89         |
|tsjechie         |84         |
|EU 19 gemiddeld  |83         |
|noorwegen        |71         |
|belgie           |68         |
|oostenrijk       |67         |
|portugal         |63         |
|finland          |63         |
|luxemburg        |62         |
|hongarije        |60         |
|italie           |60         |
|griekenland      |46         |
|productiviteitsin|           |
|dex leraren po   |           |
|korea            |151        |
|frankrijk        |141        |
|ierland          |133        |
|tsjechie         |124        |
|vs               |123        |
|duitsland        |116        |
|nederland        |114        |
|japan            |105        |
|oeso             |100        |
|spanje           |94         |
|EU 19 gemiddeld  |91         |
|oostenrijk       |82         |
|belgie           |80         |
|finland          |80         |
|portugal         |79         |
|luxemburg        |68         |
|noorwegen        |64         |
|italie           |60         |
|griekenland      |59         |
|hongarije        |47         |
Alle cijfers die gebruikt zijn voor het samenstellen van de productiviteitsindex komen uit de Oeso-indicatoren D2.2 de leerling-leraar ratio en D4.1 de werktijd van leraren en daarbinnen de net teaching time, zoals die zijn gepubliceerd in Education at a glance 2009. De cijfers hebben betrekking op 2007. Voor Italië en Nederland waren in het voortgezet onderwijs alleen de leerling-leraar ratio's van het hele voortgezet onderwijs bekend, deze zijn gebruikt voor zowel onder- als bovenbouw van het voortgezet onderwijs. Vreemd genoeg ontbraken ook voor Nederland de lesuren van leraren voortgezet onderwijs in de editie 2009, terwijl in voorgaande jaren correct staat dat het aantal klokuren onderwijs 750 is. In het gemeten jaar 2007 is dat ook het aantal dat volgens de cao geldt, waardoor uitgegaan is van 750 uur. De volledige berekening van de index is te vinden op www.aob.nl



Algemene Onderwijsbond