Datum 8 september 2009
Betreft Nieuwe Influenza A (H1N1)
Geachte voorzitter,
Nieuwe Influenza A (H1N1) verspreidt zich op dit moment wereldwijd. Ook in
Nederland neemt het aantal patiënten gestaag toe. De verwachting is dat nu de
zomervakantieperiode voorbij is het aantal patiënten sterker zal oplopen. Met
deze brief informeer ik u over de stand van zaken in Nederland en over de
maatregelen die ik heb genomen in de bestrijding van dit nieuwe virus. Op de
website www.grieppandemie.nl is de meest recente informatie te vinden.
In deze brief komen de volgende onderwerpen aan de orde:
1. Stand van zaken
2. Aanpak
2.1. Bestrijding
2.1.1. Antivirale middelen
2.1.2. Vaccin
2.2 Continuïteit
2.2.1. Zorgsector
2.2.2. Continuïteit algemeen
3. Regionale voorbereiding
4. Publieksvoorlichting
1. Stand van zaken
Inmiddels is duidelijk dat Nieuwe Influenza A (H1N1) in de meeste gevallen mild
verloopt en qua ernst van de ziekte vergelijkbaar is met de seizoensgriep. Iemand
met Nieuwe Influenza A (H1N1) is gemiddeld een week ziek. Ook zonder
medicijnen te gebruiken, worden mensen met deze griep meestal weer snel
beter. Ondanks dit milde ziekteverloop is de verwachting dat tussen de tien en
dertig procent van de Nederlandse bevolking deze griep zal doormaken. Dat is
aanzienlijk meer dan bij de jaarlijkse seizoensgriep die ongeveer vijf procent van
de Nederlanders ziek maakt. Dit komt omdat tegen het nieuwe virus geen
immuniteit is opgebouwd in tegenstelling tot de jaarlijkse circulerende
seizoensgriepvirussen. Juist het verwachte aantal zieken betekent dat de druk op
de gezondheidszorg groot wordt en dat de continuïteit van alle sectoren in onze
maatschappij onder druk kan komen te staan. Daarop moet Nederland voorbereid
zijn.
Pagina 1 van 5
Het RIVM monitort de verspreiding van het virus door middel van het aantal Ons kenmerk
ziekenhuisopnamen en het aantal huisartsbezoeken. Het aantal patiënten met PG/CI-2953142
griepachtige klachten dat zich bij de huisarts meldt is op dit moment laag. De
huisartsenpeilstations tonen aan dat 4,1 mensen op de 10.000 inwoners zich
melden bij de huisarts met een influenza-achtig ziektebeeld. Vooralsnog zijn er
geen aanwijzingen dat de verspreiding van Nieuwe Influenza A (H1N1) toeneemt.
Tot 4 september zijn 65 patiënten in het ziekenhuis opgenomen (geweest) en zijn
twee personen overleden aan het virus. Het merendeel van zowel de mensen die
in het ziekenhuis zijn opgenomen als die zijn overleden, betreffen patiënten met
onderliggend lijden. De actuele stand van zaken is te vinden op de website van
het RIVM1.
Het RIVM bekijkt continu de verspreiding van het virus en probeert het verloop
van het virus te voorspellen door middel van modellering. Op basis daarvan
worden plannen bijgesteld.
2. Aanpak
2.1 Bestrijding
De bestrijding van Nieuwe Influenza A (H1N1) gebeurt met verschillende
instrumenten. Naast algemene hygiënemaatregelen, die mensen zelf kunnen
nemen, heb ik antivirale middelen en vaccins tot mijn beschikking.
2.1.1 Antivirale middelen
Antivirale middelen (virusremmers) zijn medicijnen die de vermeerdering van het
virus in het lichaam sterk afremmen. De medicijnen zorgen ervoor dat mensen
met een griep korter ziek zijn, minder complicaties krijgen en minder besmettelijk
zijn voor anderen. Ter voorbereiding op een grieppandemie heb ik zo'n vijf miljoen
kuren van deze middelen in voorraad genomen.
In de beginfase van Nieuwe Influenza A (H1N1) werd verspreiding en vestiging
van het virus binnen Nederland zo lang mogelijk voorkomen door verstrekking van
antivirale middelen via GGD'en aan patiënten en hun directe contacten. Toen het
virus zich in Nederland vestigde kregen alleen nog mensen met
griepverschijnselen antivirale middelen en konden patiënten met een recept van
de huisarts direct naar de apotheek. Inmiddels is duidelijk dat het virus mild is en
dat de meeste mensen geen antivirale middelen nodig hebben om te herstellen.
Bovendien weegt de kans op eventuele bijwerkingen van de antivirale middelen
voor deze groep gezonde mensen niet op tegen de te behalen gezondheidswinst.
Mensen die griepklachten ontwikkelen (koorts hoger dan 38 graden en
luchtwegklachten) en tot de risicogroepen behoren van de jaarlijkse griep, moeten
wel virusremmers krijgen. Hetzelfde geldt voor zwangere vrouwen, kinderen
jonger dan twee jaar en mensen met een immuunstoornis. Zij hebben een grotere
kans op bijkomende gezondheidsklachten als gevolg van het doormaken van de
griep. Dit vormt een leidraad voor de huisarts bij het voorschrijven van antivirale
middelen.
Door middel van distributie via de reguliere distributiekanalen voor
geneesmiddelen (van groothandel via apotheek naar de patiënt) worden patiënten
die in aanmerking komen voor antivirale middelen, hiervan voorzien. Op 7
augustus 2009 zijn alle apotheken in Nederland, inclusief apotheekhoudende
huisartsen en ziekenhuisapotheken, voorzien van een voorraad antivirale middelen
uit de nationale voorraad. Alleen mensen die ziek zijn en in aanmerking komen
1 http://www.rivm.nl/cib/themas/nieuwe-influenza/index.jsp Pagina 2 van 5
voor virusremmers, kunnen kosteloos met een recept van de (huis)arts een Ons kenmerk
antiviraal middel ophalen bij de apotheek. Voor virusremmers die door de PG/CI-2953142
(huis)arts worden voorgeschreven voor preventief gebruik moet worden betaald.
In dit kader wil ik nogmaals wijzen op het eerder gecommuniceerde
overheidsstandpunt2 waarin inzet van antivirale middelen uit voorzorg wordt
ontraden.
2.1.2 Vaccin
Vaccinatie voorkomt dat mensen ziek worden. In mijn brief van 18 juni 20093 heb
ik u geïnformeerd over mijn besluit om 34 miljoen vaccins tegen Nieuwe Influenza
A (H1N1) aan te schaffen. Dit aantal is voldoende om de gehele Nederlandse
bevolking, en die van de Nederlandse Antillen en Aruba, tweemaal te vaccineren.
De Gezondheidsraad en het RIVM hebben mij op 17 augustus geadviseerd over
doelgroepen en eventuele prioritering van vaccinatie tegen Nieuwe Influenza
A (H1N1). Zij raden op dit moment algehele vaccinatie van de Nederlandse
bevolking niet aan. Wel bevelen zij vaccinatie aan van de volgende (risico-)
groepen:
- personen met een medisch risico conform de indicatie voor de jaarlijkse
seizoensgriepvaccinatie, en alle gezonde 60-plussers;
- zwangere vrouwen uit een medische risicogroep conform de indicatie voor
de jaarlijkse seizoensgriepvaccinatie, maar dan alleen tijdens het tweede en
derde trimester van de zwangerschap. Voor zwangere vrouwen die niet tot
een medische risicogroep horen bevelen de deskundigen geen vaccinatie
aan;
- gezondheidszorgpersoneel met direct contact met patiënten uit de eerder
gedefinieerde medische risicogroepen;
- gezinsleden en mantelzorgers van mensen met een zeer hoog risico op
ernstige ziekte en sterfte door griep.
De Gezondheidsraad bekijkt of dit advies nog aanpassingen vereist naar
aanleiding van de ontwikkeling van Nieuwe Influenza A (H1N1). Ik verwacht deze
aanvulling medio september.
Inmiddels is duidelijk dat de eerste levering eind oktober van de vaccins tegen
Nieuwe Influenza A (H1N1) minder vaccins bevat dan verwacht. Dit is het gevolg
van tegenvallende opbrengst in de productie. Ik verwacht nu dat eind oktober zes
tot tien miljoen doses vaccin worden geleverd. Ik zal bij vaccinatie zoveel mogelijk
vasthouden aan het advies van de Gezondheidsraad en het RIVM. Welk scenario
daadwerkelijk gevolgd zal worden is mede afhankelijk van tijdige leveringen van
de vaccins.
Ik werk op dit moment met verschillende partijen een vaccinatiedraaiboek uit.
Daarnaast bekijk ik, samen met het kabinet, de wenselijkheid en mogelijkheid om
ook aan mensen die niet in de risicogroepen vallen vaccinatie aan te bieden.
Uiteraard speelt de levering van vaccin hierbij een cruciale rol.
2 http://www.minvws.nl/includes/dl/openbestand.asp?File=/images/overheidsstandpunt-antivirale-
middelen-tijdens-een-grieppandemie-_tcm19-173982.pdf
3 Tweede Kamer 2008/2009, 22894, nr. 227 Pagina 3 van 5
2.2. Continuïteit Ons kenmerk
Een grieppandemie heeft niet alleen medische maar ook maatschappelijke PG/CI-2953142
gevolgen. De verwachting is dat, anders dan in het jaarlijkse griepseizoen, op het
hoogtepunt van de grieppandemie nu wel dertig procent van de medewerkers
afwezig kan zijn. Omdat ze zelf ziek zijn, voor zieke familieleden moeten zorgen of
uit voorzorg.
2.2.1 Zorgsector
De druk op het personeel in de gezondheidszorg is naar verwachting
groter dan elders. Enerzijds omdat zij ook te maken krijgen met uitval door ziekte
en anderzijds omdat de zorgvraag toeneemt.
In de afgelopen jaren is veel inspanning geleverd om Nederland voor te bereiden
op een grieppandemie. In de GHOR4-regio's zijn, op basis van de landelijke draai-
boeken5, regionale draaiboeken geïmplementeerd. In juli 2009 heb ik alle sectoren
van de zorg er nogmaals op gewezen dat het van groot belang is dat alle
instellingen beschikken over een op een grieppandemie toegespitst
continuïteitsplan. Inmiddels brengt de Inspectie voor de Gezondheidszorg in kaart
hoe ver de voorbereiding op deze grieppandemie bij de instellingen gevorderd is.
De resultaten hiervan verwacht ik medio september. Voor ziekenhuizen is een
leidraad infectiepreventie6 opgesteld met aanbevelingen voor een optimale
bescherming van personeel en patiënten en het waarborgen van voldoende
inzetbaarheid van personeel. Ook wordt op dit moment gewerkt aan plannen voor
de opschaling van de zorg. Hoewel niet waarschijnlijk, kan hiermee bij regionale of
landelijke krapte aan zorgverleners of -capaciteit, de beschikbare capaciteit zo
efficiënt mogelijk worden ingezet en verdeeld. Ook hier wordt op dit moment
regionale samenwerking tussen zorgverleners en zorginstellingen gezocht.
2.2.1 Continuïteit algemeen
Het is belangrijk dat, naast de zorgsector, ook andere bedrijven en organisaties
voorbereidingen treffen om de continuïteit van hun productie of dienstverlening te
kunnen blijven garanderen in het geval van een grieppandemie. Door een tekort
aan werknemers zouden vitale voorzieningen in gevaar kunnen komen, zoals
voedsel- en drinkwatervoorziening, gas en elektriciteit en verschillende
overheidstaken (huisvuilverwerking, politie, brandweer). Met een plan om de
continuïteit van dit soort processen te waarborgen moet de samenleving zo goed
mogelijk doordraaien.
Met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heb ik het
bedrijfsleven hier dit jaar enkele malen per brief op gewezen. Daarnaast hebben
bedrijven enkele brieven ontvangen met handelingsperspectieven en informatie
over beleidsmaatregelen in het kader van de griep. Voor werkgevers is een aantal
hulpmiddelen voor de (continuïteits)voorbereiding op een grieppandemie
ontwikkeld, deze zijn te vinden op www.grieppandemie.nl.
4 Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen
5 O.a. "Operationeel draaiboek deel 2 incidentele introductie nieuw humaan influenzavirus" en
"Operationeel draaiboek deel 3 bestrijding Influenza pandemie", beiden van de Landelijke
Coördinatiestructuur Infectieziektebestrijding (LCI); deel van het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb)
van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). www.rivm.nl/cib/themas/nieuwe-
influenza/index
6 http://www.rivm.nl/cib/binaries/20090805%20leidraad%20grieppandemie_tcm92-61886.pdf Pagina 4 van 5
3. Regionale voorbereiding Ons kenmerk
De nationale draaiboeken voor een grieppandemie zijn in 25 regio's uitgewerkt in PG/CI-2953142
regionale draaiboeken door de GHOR-bureaus samen met onder meer GGD'en,
ziekenhuizen en huisartsen. In die draaiboeken staat beschreven wie in de regio
wat moet doen bij uitbraak van een grieppandemie.
De verantwoordelijkheidsverdeling tussen mijzelf en burgemeesters bij een
A-ziekte als Nieuwe Influenza A (H1N1) is in de Wet publieke gezondheid
opgeschreven. Burgemeesters zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de
bestrijding van de ziekte. Als minister van VWS geef ik leiding aan de bestrijding
en geef zonodig aanwijzingen aan burgemeesters.
De bestrijding van een grieppandemie is daarmee een samenspel tussen
nationale, regionale en lokale bestuurders en organisaties. Samen met het
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heb ik om die reden vijf
regionale bijeenkomsten georganiseerd voor bestuurders. In deze bijeenkomsten
zijn bestuurders (burgemeesters en Commissarissen van de Koningin)
geïnformeerd over de huidige stand van zaken en is gesproken over de
samenwerking. Daarnaast worden, eveneens met het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties, ondersteunende bijeenkomsten georganiseerd voor
alle 25 veiligheidsregio's.
4. Publieksvoorlichting
Op 19 augustus is de publiekscampagne `Grip op griep' gestart. Centraal in de
campagne staat wat mensen zelf kunnen doen en wat de overheid doet. Het
publiek wordt vooral geïnformeerd over hygiënemaatregelen zodat men weet hoe
men zich kan beschermen tegen het griepvirus. De campagne bevat onder meer
radio- en televisiespotjes en een huis-aan-huisbrochure. Daarnaast is er een
speciale website (www.grieppandemie.nl) en een gratis telefoonnummer waar
mensen en bedrijven informatie kunnen krijgen (08001100). De campagne wordt
verder aangevuld met middelen gericht op specifieke groepen zoals scholen en
jongeren.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag
De Voorzitter van de Tweede Kamer Bezoekadres:
Parnassusplein 5
der Staten-Generaal 2511 VX Den Haag
Postbus 20018 T 070 340 79 11
2500 EA DEN HAAG F 070 340 78 34
www.minvws.nl
Ons kenmerk
PG/CI-2953142