Landbouw- en Visserijraad 7 september 2009
Nieuwsbericht | 08-09-2009
De Landbouw- en Visserijraad van maandag 7 september stond vooral in
het teken van de situatie op de zuivelmarkt.
Zuivelmarkt
De raad van landbouwministers debatteerde over het rapport over de
situatie op de zuivelmarkt dat de Europese Commissie op 22 juli had
uitgebracht. De Commissie concludeert in dat rapport dat de ingeslagen
koers wordt vastgehouden, ondanks de slechte situatie op de
zuivelmarkt. De Commissie benadrukt dat de (middel) lange
termijnverwachting voor de zuivelmarkt nog altijd positief is.
Tegelijkertijd stelt de Commissie een aantal maatregelen voor om de
melkveehouders te ondersteunen, zoals het verlengen van de
interventieperiodes voor boter en magere melkpoeder. Dit betekent dat
boter en melkpoeder tijdelijk uit de markt wordt gehaald in afwachting
van betere prijzen.
Alle lidstaten van de Europese Unie reageerden aan de hand van drie
vragen op het rapport over de situatie op de zuivelmarkt. Minister
Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) zei in haar
reactie dat zij zich helemaal kan vinden in de analyse van de
zuivelmarkt die de Commissie maakt. "De situatie op de zuivelmarkt is
op dit moment zorgelijk, en dat doet pijn. We moeten ons echter niet
laten verleiden tot paniekmaatregelen, maar ons richten op de
toekomst. En de perspectieven voor de toekomst blijven onverminderd
goed. De eerste tekenen van marktherstel zijn al te zien", aldus
Verburg.
Een aantal lidstaten waaronder Duitsland en Frankrijk wilde
verdergaande maatregelen zoals het bevriezen van de quotumverruiming.
Dat zou betekenen dat de melkquota niet elk jaar met minimaal 1%
zouden worden verruimd, zoals afgesproken in het health check-akkoord
van november 2008 (evaluatie van het Gemeenschappelijk
Landbouwbeleid).
Europees Commissaris Fischer Boel van Landbouw en
Plattelandsontwikkeling sloot de discussie af met te zeggen dat de
Europese Unie geen maatregelen kan nemen die haaks staan op het health
check-akkoord, zoals het bevriezen van de quotumverruiming.
Minister Verburg is blij dat de Commissaris vast houdt aan de
afspraken die zijn gemaakt in het health check-akkoord. Verburg:
"Melkveehouders moeten weten waar ze aan toe zijn en hebben niets aan
een onvoorspelbare overheid. Het melkquoteringssysteem houdt in 2015
op te bestaan en een verruiming van de melkquota met 1% per jaar moet
zorgen voor een 'zachte landing' van het melkquoteringssysteem.
Nederlandse boeren melken meer dan ze quotum hebben en moesten
daardoor in het afgelopen jaar zo'n 43 miljoen euro aan boete betalen
(superheffing). De wereldwijde vraag naar zuivelproducten neemt toe.
Nederlandse melkveehouders zijn goede en concurrerende boeren die
prima kunnen functioneren op de wereldmarkt. En dan werkt een
melkquoteringssysteem knellend." De Commissaris benadrukte verder dat
lidstaten mogelijkheden hebben om in eigen land melkveehouders te
ondersteunen met behulp van bijvoorbeeld een uittredingsregeling.
Minister Verburg kiest ervoor om vanaf 16 oktober aanstaande de
bedrijfstoeslagen vervroegd uit te keren aan bedrijven waarbij alle
controles hebben plaatsgevonden.
Vervoer van levende dieren
Op verzoek van Nederland heeft het voorzitterschap het transport van
levende dieren op de agenda gezet. Minister Verburg vroeg aandacht
voor het welzijn van dieren tijdens transport. Zij vindt dat
handhavingsinstrumenten versterkt kunnen en moeten worden. "Een
voorbeeld van een goed handhavingsinstrument is het gebruik van
navigatiesystemen in combinatie met een EU-database. Navigatiegegevens
kunnen dan gebruikt worden als bewijsmateriaal voor
inspectieautoriteiten om overtredingen aan te pakken", aldus Verburg.
De Europese Commissie werkt aan een herziening van de Europese
Transportverordening. Verburg hoopt dat de Commissie spoedig met een
voorstel komt en dat handhavingsinstrumenten als navigatiesystemen en
een database daarin opgenomen worden.
Een aantal lidstaten zoals Denemarken, Verenigd Koninkrijk, Bulgarije,
Oostenrijk, Litouwen en Duitsland en ook Europees Commissaris
Vassiliou voor Gezondheid en Consumenten deelden de zorgen van
minister Verburg.
Dierlijke bijproducten
Verder hebben de Europese ministers van Landbouw ingestemd met een
nieuwe basisverordening voor dierlijke bijproducten. De verordening
bevat maatregelen om risico's voor dier- en volksgezondheid te
vermijden en te beheersen. De regels gaan over het gebruik of het
verwijderen van dierlijke producten die niet bestemd of niet geschikt
zijn voor menselijke consumptie.
De verordening is meer risicogebaseerd en is daarmee een
vereenvoudiging van de huidige regels. De nieuwe verordening onderkent
bijvoorbeeld dat er in de cosmetica- en farmaceutische industrie
slechts zeer geringe risico's zijn voor dier- en volksgezondheid. Voor
deze producten is een zogenaamd 'eindpunt' bepaald, waarna de
voorschriften voor het gebruik van dierlijke bijproducten niet meer
van toepassing zijn. Een eindpunt kan ook voor andere producten buiten
de voedselketen worden vastgesteld, zoals voor voer voor huisdieren.
De wijziging moet leiden tot vereenvoudiging en verduidelijking van de
regelgeving en vermindering van administratieve lasten, zonder de
fundamenten aan te tasten die de afgelopen jaren hun waarde hebben
bewezen. Eén van de fundamenten is de mogelijkheid om stromen van
bijproducten producten te kunnen traceren. Daarom is ervoor gekozen om
onder de nieuwe regelgeving ook transporteurs te registreren als zij
dierlijke bijproducten vervoeren.
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit