Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
1
> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Rijnstraat 50
Den Haag
Postbus 16375
Postbus 20018 2500 BJ Den Haag
2500 EA Den Haag www.minocw.nl
Onze referentie
Kennis/147998
Bijlagen
2
Datum 8 september 2009
Betreft Aanbieding OESO-rapport Education at a Glance 2009
Vandaag publiceert de Organisatie voor Economische Samenwerking en
Ontwikkeling (OESO) Education at a Glance 2009, de nieuwe editie van dit
jaarlijkse rapport. In dit rapport worden de onderwijsstelsels van de dertig landen
die lid zijn van de OESO, op basis van een breed scala aan statistische gegevens
en indicatoren met elkaar vergeleken. Omdat het een jaarlijkse publicatie is,
kunnen ook ontwikkelingen in de tijd worden gevolgd.
Ik bied u hierbij twee publicaties ter kennisneming aan: (1) het rapport zelf:
Education at a Glance 2009 en (2) een door mijn ministerie opgestelde
samenvatting ervan. In deze tweede publicatie worden de belangrijkste
karakteristieken en prestaties van het Nederlandse onderwijsstelsel in
internationaal perspectief samengevat. De voor Nederland meest relevante
indicatoren zijn er uitgelicht en afgezet tegen een aantal vergelijkbare landen.
Education at a Glance is de meest volledige internationale vergelijking op het
terrein van onderwijs. Juist omdat onderwijssystemen per land zo verschillend
zijn, is het belangrijk om de stelsels en de uitkomsten ervan met elkaar te
vergelijken. Daarom is dit rapport van toegevoegde waarde ten opzichte van
meer nationaal vergelijkende studies.
Vooraf
De indicatoren en cijfers in Education at a Glance 2009 dateren uit 2007 of
eerder. Dit betekent dat we terugkijken en nog niet altijd het resultaat van
gevoerd beleid kunnen zien. Een voorbeeld hiervan is het salaris van
leerkrachten. In 2008 is in het actieplan Leerkracht van Nederland 1 miljard euro
uitgetrokken voor onder andere een betere beloning. Deze investering is nog niet
zichtbaar in de salarisgegevens uit Education at a Glance 2009. Uiteraard zijn ook
de effecten van de economische en financiële crisis nog niet zichtbaar in de hier
gepresenteerde cijfers.
A
agina 1 van 3
P
1''
Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft daarnaast in 2008 een omvangrijk Datum
onderzoek naar uitbreiding en verbetering voor de statistiek Onderwijsuitgaven 8 september 2009
afgerond. Dit heeft geleid tot herziene cijfers voor de periode 1995-2007. Het CBS Onze referentie
achtte deze revisie nodig omdat de informatie over kosten en financiering van het Kennis/147998
onderwijs daardoor meer volledig is1. Hierbij zijn internationale richtlijnen gevolgd
van de OESO en Eurostat. Deze revisie betreft voornamelijk de uitgaven aan
particulier onderwijs en de kosten die bedrijven maken voor de begeleiding van
leerlingen en stagiaires in duale leertrajecten, zoals in het middelbaar
beroepsonderwijs. Deze tot nu toe niet meegerekende private uitgaven zijn nu
aanvullend in beeld gebracht en opgenomen in de nationale statistiek
Onderwijsuitgaven.
Education at a Glance 2009 heeft ook een aantal nieuwe elementen. Drie ervan
brengen we speciaal onder uw aandacht.
Prestaties van leerlingen
Er is een nieuwe indicator voor leerlingprestaties opgenomen: het aantal excellent
presterende vijftienjarige leerlingen in de drie basisvakken: taal, wiskunde en
natuurwetenschappen. De gegevens hiervoor zijn ontleend aan het rapport "Top
of the class high performers in science in PISA 2006", dat de OESO in mei 2009
heeft gepubliceerd. (PISA betekent Programme for International Student
Assessment, een leerlingtest die elke drie jaar onder vijftienjarigen in zo'n zestig
landen wordt afgenomen.)
Nederlandse excellente leerlingen scoren goed als het gaat om wiskunde en
natuurwetenschappen. In beide disciplines staan we in de toptien van de dertig
OESO-landen. Op het gebied van taal scoort Nederland minder goed en staan we
op de 13e plaats.
Deelname aan onderwijs en/of arbeidsmarkt
De opbrengsten van het volgen van onderwijs in Nederland zijn hoog. Van de
hoger opgeleiden (hbo en/of wo) in de leeftijd 25 tot en met 34 jaar heeft 85
procent een baan op hoger niveau, terwijl het OESO-gemiddelde 79 procent is.
Opvallend is dat 33 procent van de mensen met tenminste een startkwalificatie
ook een baan op hoger niveau heeft.
De werkloosheid onder jongeren in de leeftijd 15 tot en met 29 jaar is in
Nederland opvallend laag, ongeveer twee procent. Wel is de kans op langdurige
werkloosheid (d.w.z. meer dan zes maanden) voor deze jonge werklozen vrij
hoog. Voor lager opgeleiden is deze kans bijna vijftig procent en voor hoger
opgeleiden iets meer dan dertig procent. Voor de OESO-landen gemiddeld liggen
deze percentages hoger. Daarbij moet wel worden bedacht dat in 2007, het jaar
waaruit deze cijfers dateren, Nederland en de meeste andere landen een
hoogconjunctuur beleefden. Door de huidige economische en financiële crisis
zullen deze cijfers op dit moment een negatiever beeld laten zien.
1 Het CBS heeft reeds over deze revisie gepubliceerd in het webartikel van december 2008.
Pagina 2 van 2
Sociale uitkomsten van het onderwijs Datum
Nieuw is dit keer ook aandacht voor de sociale uitkomsten van onderwijs. De 8 september 2009
OESO presenteert de resultaten van het onderzoek naar de effecten van Onze referentie
onderwijs op gezondheidsbeleving, maatschappelijke betrokkenheid en Kennis/147998
intermenselijk vertrouwen. Uit dit onderzoek blijkt dat onderwijs hierop een
positief effect heeft.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
Pagina 3 van 3