antwoorden op vragen
Promotiefonds zuivel
08 september 2009 - kamerstuk
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Datum 8 september 2009
Betreft Kamervragen over EU promotiefonds zuivel
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u, mede namens de ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer en Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de antwoorden
toekomen op de vragen die zijn gesteld door het lid Thieme over een EU
promotiefonds voor zuivel. (Ingezonden 23 juli 2009)
1
Kent u het bericht "Brussel wil meer hulp aan melkveehouders toestaan"? 1)
Ja.
2
Is het waar dat de Europese Commissie een promotiefonds in het leven wil roepen
van ¤ 19,5 miljoen, waarvan ¤ 8 miljoen beschikbaar gesteld zou worden door de
Europese Unie, om het gebruik van zuivelproducten te stimuleren?
Nee. Het gaat hier om de jaarlijkse goedkeuring door de Europese Commissie van
voorlichtings- en afzetbevorderingsprogramma's voor landbouwproducten op de
Europese interne markt. In dit kader zijn vier programma's voor zuivelproducten
goedgekeurd, waaronder een Frans-Nederlands programma. Het totale bedrag dat
met deze vier campagnes is gemoeid bedraagt 19,5 miljoen euro waarvan
8 miljoen euro communautaire cofinanciering.
Wel is het zo dat de Commissie inmiddels een extra openstelling voor indiening
van promotieprogramma's heeft goedgekeurd. Deze is specifiek gericht op zuivel.
Via het stimuleren van de vraag moeten er betere producentenprijzen gehaald
worden. Voor deze extra openstelling stelt de Europese Commissie 20 miljoen
euro beschikbaar.
3
Deelt u de mening dat het stimuleren van het gebruik van milieubelastende
producten zoals zuivelproducten haaks staat op het terugdringen van de uitstoot
van broeikasgassen? Zo ja, bent u bereid af te zien van nationale steun aan een
promotiecampagne voor zuivel en in Brussel te bepleiten het gebruik van zuivel
niet te stimuleren maar veeleer te beprijzen volgens het principe "de vervuiler
betaalt"? Zo nee, waarom niet?
De overheid werkt samen met de Nederlandse zuivelsector aan het terugdringen
van de uitstoot van broeikasgassen door middel van het deelconvenant Schone en
Zuinige Melkveehouderij. In het deelconvenant is de ambitie opgenomen om
uiterlijk in 2020 de laagste uitstoot van methaan en lachgas per liter melk te
hebben in Europa.
Mijn beleidsinzet op het vlak van maatschappelijke kosten is eerder aan de orde
geweest in mijn brief aan uw Kamer over maatschappelijke kosten en baten van
de intensieve veehouderij van 21 mei 2008 (TK 28973, nr. 28, vergaderjaar 2007-
2008).
Overigens wil ik er nogmaals op wijzen dat met dit soort promotiecampagnes
geen steun gemoeid is van de Nederlandse overheid. De nationale financiële
middelen worden volledig opgebracht door het Nederlandse bedrijfsleven (zie
onder andere de op 16 juli jongstleden naar uw Kamer gezonden antwoorden op
de vragen van het lid Thieme betreffende de promotie van kalfsvlees).
4
Deelt u de mening dat het gebruik van kaasvervangers op basis van zetmeel en
plantaardige olie eerder gestimuleerd zou moeten worden dan ontmoedigd, gelet
op het streven van het kabinet om het gebruik van dierlijke eiwitten te vervangen
door het gebruik van plantaardige eiwitten? Zo ja, op welke wijze wilt u de
toepassing van plantaardige kaasvervangers stimuleren? Zo nee, waarom niet?
In de Beleidsagenda Duurzame Voedselsystemen (TK 31532, nr. 17, vergaderjaar
2008-2009), die op 2 juli naar uw Kamer is gezonden, heeft het kabinet
aangegeven productie en consumptie van vleesvervangers en duurzame dierlijke
en plantaardige producten te willen stimuleren.
5 en 6
Kunt u aangeven welke gezondheidseffecten te verwachten zijn van het
vervangen van kaas door kaasvervangers, gelet op het feit dat het kabinet van
mening is dat "te hoge consumptie van verzadigde vetzuren het risico op hart- en
vaatziekten verhoogt"? 2)
Kunt u aangeven welk effect u verwacht op hart- en vaatziekten in ons land van
het stimuleren van de zuivelconsumptie?
Het promotieprogramma zuivel is niet om reden van gezondheidsbevordering
opgezet. De eventuele gezondheidseffecten die te verwachten zijn van het
vervangen van kaas door kaasvervangers zijn moeilijk te voorspellen net als de
effecten van het stimuleren van zuivelconsumptie. Het is onvoorspelbaar welk
keuzegedrag consumenten zullen vertonen, wat waardoor wordt vervangen en in
welke mate, en wat de productsamenstelling van vervangende producten is.
Het belangrijkste voor een gezond voedingspatroon zijn gevarieerde en
evenwichtige keuzes. Het vervangen van volle zuivelproducten door magere of
halfvolle varianten kan de consumptie van verzadigd vet verminderen. Overigens
is één van de vereisten in de communautaire regeling voor voorlichting en
afzetbevordering dat bij programma's "gewezen moet worden op de beschikbaarheid
van zuivelproducten met een lager vetgehalte die geschikter zijn voor
bepaalde consumenten".
7
Kunt u aangeven welke klimaateffecten te verwachten zijn van het stimuleren van
de zuivelconsumptie?
Het is niet mogelijk om exact in te schatten wat de klimaateffecten zouden zijn
van het stimuleren van de zuivelconsumptie. Er zijn nog veel onzekerheden als
het gaat om de precieze uitstoot van de verschillende eiwithoudende producten.
Een toename van de broeikasgasemissies is daarbij wel denkbaar. Echter ook
andere duurzaamheidsaspecten dan alleen broeikasgasemissies moeten bij een
beoordeling worden meegenomen. Er wordt gewerkt aan het verminderen van de
emmissies van broeikasgassen in de zuivelsector. Daarover zijn afspraken
gemaakt in het sectorconvenant Schone en zuinige agrosectoren. Tevens wil ik
wijzen op mijn beleid voor een in alle opzichten duurzame duurzame veehouderij
in het jaar 2023.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
1)
http://www.nrc.nl/economie/article2305497.ece/Brussel_wil_meer_hulp_aan_mel
kveehouders_toestaan
2) Antwoorden op Kamervragen van het lid Ouwehand, 11 september 2008,
2008D03622
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit