Universiteit van Amsterdam

7 - 11 september 2009

Dit is een overzicht van promoties, oraties, afscheidscolleges en andere activiteiten aan de Universiteit van Amsterdam.

Nieuwe methode helpt bij voorspellen volatiliteit koersen
Promotie Wiskunde

dinsdag 8 september, 10.00 uur
In financiële markten wisselen perioden met kleine en grote koersbewegingen elkaar af. In een periode van grote koersfluctuaties is sprake van hoge volatiliteit (de mate van beweeglijkheid van de koers van een aandeel). Kennis van het volatiliteitsproces is van belang bij het inschatten van financiële risico's, bij het waarderen van opties en bij het toetsen van economische theorieën. In de financiële wiskunde beschrijft men koersprocessen met behulp van kansmodellen. Een klassieke manier om volatiliteit in het koersproces te beschrijven is aan de hand van zogeheten GARCH-modellen. In deze modellen wordt echter geen rekening gehouden met het koersverloop gedurende de dag, maar slechts met slotkoersen. Gezien de enorme hoeveelheden aan koersgegevens gedurende de dag, is er een groot onbenut potentieel aan informatie. Marcel Visser toont hoe intra-dag koersinformatie op realistische wijze in GARCH-modellen kan worden opgenomen. De aanpak biedt zowel theoretische voordelen als praktische inzichten. Zo ontwikkelt Visser GARCH-parameterschatters die tot twintig keer nauwkeuriger zijn dan bestaande schatters. Met de ontwikkelde methodiek worden interessante eigenschappen van aandelenkoersen blootgelegd. Zo blijkt een onverwacht grote voorspellende kracht uit te gaan van intra-dag dalende aandelenkoersen bij het anticiperen van volatiliteit de volgende dag. Dhr. M.P. Visser: Volatility Proxies and GARCH Models. Promotor is dhr. prof. dr. C.A.J. Klaassen.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.

Bert Haanstra was een 'eenmalige figuur'

Promotie Filmwetenschap

dinsdag 8 september, 12.00 uur
Bert Haanstra (1916-1997) was een van Nederlands grootste filmmakers. Met films als Alleman, De stem van het water en Fanfare bracht hij Nederland in beeld op een manier waarin miljoenen van zijn landgenoten zich herkenden. Haanstra had een speciaal oog voor eigen land, maar ook een brede blik op de wereld. Hij behoorde tot de zeldzame regisseurs die populariteit bij een groot publiek wisten te combineren met internationale waardering door de liefhebbers van de film als kunst. Dit leverde hem onder meer drie Oscar-nominaties op, een Oscar, een Gouden Palm in Cannes en een Gouden Beer in Berlijn. Hans Schoots plaatst het werk van Bert Haanstra in zijn historische, filmhistorische en biografische context en trekt enkele opmerkelijke conclusies. Haanstra stond maar zeer ten dele in de Nederlandse cinematografische traditie. Hij was een autodidact die verder vooral werd beïnvloed door de Britse film. In de gangbare filmgeschiedschrijving wordt hij beschouwd als voorman van de 'Hollandse documentaireschool'. Schoots betoogt dat deze school een mythe is, een generalisatie die vooral diende als vijandbeeld voor de filmgeneratie van de jaren zestig. Haanstra was een eenmalige figuur die niet tot een school behoorde en ook geen school maakte. Hij was een 'jaren-vijftig-humanist', een figuur die verder keek dan eigen land en geloofde in de gelijkwaardigheid van alle wereldburgers. Na de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog koesterde hij mede door de modernisering en technologie een gematigd vertrouwen in een meer menselijke samenleving. Dhr. J.W. Schoots: Bert Haanstra - Filmer van Nederland. Promotor is dhr. prof. dr. F.P.I.M. van Vree.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.

Vormgeving hof van verzamelaar Ferdinand II onsamenhangend
Promotie Kunstgeschiedenis

woensdag 9 september, 10.00 uur
Ferdinand II van Oostenrijk (1529-1595) is de beroemdste verzamelaar van de zestiende eeuw. Zijn verzamelingen zijn tegenwoordig te zien in het (gedeeltelijk) gereconstrueerde museum in slot Ambras bij Innsbruck, en de 16de-eeuwse topstukken in het Kunsthistorisches Museum in Wenen waren ooit in zijn bezit. Voordat Ferdinand II met de samenstelling van deze collecties begon, was hij twintig jaar de plaatsvervanger van zijn vader, de Habsburgse Koning Ferdinand I. In die tijd manifesteerde de aartshertog zich niet alleen als mecenas en beschermheer van geleerden, maar ook als vormgever en regisseur. Madelon Simons beschrijft een groot aantal van zijn Praagse activiteiten. De aartshertog was meer dan menig ander vorst zeer betrokken bij zijn opdrachten. Hij ontwierp, samen met een vaardig bouwmeester, slot Stern bij Praag, en hij organiseerde en ensceneerde talloze toernooien en feesten. Maar anders dan verondersteld werkte hij niet aan samenhang in de vormgeving van zijn hof. Beschrijvingen van het tuincomplex naast de Burcht, van het unieke stervormige en prachtig gedecoreerde, Stern en van de wapperende veren op de helm van menig ridder tijdens de optochten, leveren een interessant en theatraal beeld van deze hofcultuur. Ze tonen echter geen doelbewuste eenheid in vormgeving, geen 'Theatrum van Representatie'. Slot Stern, met vijf ruimten in iedere sterpunt en een groot aantal nissen, kan hebben gediend als het eerste tentoonstellingsgebouw van aartshertog Ferdinand II. In iedere nis past een harnas, maar anders dan van slot Ambras zijn er van Stern geen inventarislijsten bewaard. De nissen in Stern blijven daarom fascinerend en leeg. Mw. M. Simons: Een 'Theatrum van Representatie?'. Aartshertog Ferdinand van Oostenrijk stadhouder in Praag tussen 1547 en 1567. Promotor is dhr. prof. dr. E.J. Sluijter.
Locatie: Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam.

De leefruimte van de Ghanese visser

Promotie Geografie

woensdag 9 september, 12.00 uur
Marloes Kraan onderzocht hoe kleinschalige vissers, afkomstig uit de etnische groep Anlo-Ewe in Ghana hun visserij (met een strandzegen net) beoefenen, hoe zij hun visserij beheren en hoe ze onderhandelen met anderen over leefruimte. Die onderhandeling vindt onder meer plaats met overheden in Ghana, zowel die van de staat als van etnische vorstendommen. Het onderzoek van Kraan geeft een gedetailleerde beschrijving en analyse van de visserij van de Anlo-Ewe. Ook toont ze hoe de Anlo-Ewe actief onderhandelen over leefruimte in de context van meervoudige bestuurssystemen en migratie. De maatschappelijke relevantie van het onderzoek ligt in het feit dat kleinschalige visserij in West-Afrika op grootschalige wijze plaatsvindt maar tegelijkertijd onder druk staat. Dat komt door dalende vangsten en toenemende concurrentie, ook van buitenlandse industriële schepen. De visserij is echter van cruciaal belang omdat het veel mensen van werk voorziet (tien procent van de Ghanese bevolking) in een situatie van weinig alternatieven. Ook speelt vis in West-Afrika een zeer belangrijke rol qua voedselzekerheid. Vis voorziet in de behoefte aan eiwit en is voor armeren van cruciaal belang, omdat het nog altijd relatief goedkoop is. Kraan beschrijft het visserijbeheer, welke rol vissers zelf spelen in het beheer en voorziet in een kennisleemte over de leef- en bestaanswijze van kleinschalige vissers. Kraan verbond verder twee theoretische debatten met elkaar: het governancedebat (visserijbeheer) en het livelihoods debat (theorie over bestaanswijzen). Mw. M.L. Kraan: Creating space for fishermen's livelihoods. Anlo-Ewe beach seine fishermen's negotiations for livelihood space within multiple governance structures in Ghana. Promotoren zijn dhr. prof. dr. A.J. Dietz en mw. prof. dr. L. Visser (WUR).
Locatie: Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam.

Taalgeleerde Halbertsma was geen Friese nationalist
Promotie Cultuurgeschiedenis

woensdag 9 september, 14.00 uur
De negentiende-eeuwse taalgeleerde en schrijver Joast Hiddes Halbertsma is niet de Friese nationalist waar velen hem voor houden. Hij bemoeide zich niet zozeer met het Fries om de regionale Friese cultuur versterken, maar om een bijdrage te leveren aan de opbouw van Nederland en Europa. Dat concludeert Alpita de Jong, die de correspondentie van Halbertsma met andere taalgeleerden in Europa onderzocht. Halbertsma speelde volgens De Jong een opmerkelijke rol in het debat over taalonderzoek. Hij bewonderde de Duitse taalwetenschappelijke methode van de bekende geleerde Jacob Grimm, maar had er ook kritiek op. Zijn grootste bezwaar was dat die methode tot dwingende systemen leidde die te weinig ruimte lieten voor afwijkende verschijnselen. De Duitse taalwetenschap werd door Duitse geleerden bovendien gebruikt om politieke claims op gebieden rond Duitsland kracht bij te zetten. Uit de correspondentie blijkt dat Halbertsma zijn zorg hierover deelde met andere geleerden in Europa. Met zijn eigen vorm van taalwetenschap probeerde Halbertsma een Nederlandse wetenschappelijke traditie te ontwikkelen en Nederland als zelfstandige natie te versterken. Het Fries zag hij als een belangrijke brontaal van het Nederlands en de geschiedenis van de 'vrije Friezen' als bron van inspiratie voor een onafhankelijk en zelfbewust Nederland. Autonomie en verscheidenheid in nationaal én Europees verband vormden de kern van zijn denken. Mw. A.P. de Jong: Knooppunt Halbertsma. Joast Hiddes Halbertsma (1789-1869) en andere Europese geleerden over het Fries en andere talen, over wetenschap en over de samenleving. Promotoren zijn dhr. prof. dr. J.Th.Leerssen en prof.dr. Ph.H.Breuker (UL).
Locatie: Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam.

Welke informatie is nodig voor het leren van semantische relaties?
Promotie Informatica

donderdag 10 september, 10.00 uur
Sophia Katrenko onderzocht het automatisch herkennen van semantische relaties. Uit de grote hoeveelheid onderzoek naar relatie-extractie blijkt dat dit een uitdagende maar belangrijke taak is, die kan dienen als onderdeel van complexere systemen zoals onder andere vraag- en antwoordsystemen, information retrieval en samenvattingsystemen. Een van de vragen die Katrenko onderzocht welke informatie nodig is voor het leren van relaties. Om deze vraag te beantwoorden bekeek ze de syntactische representatie. Ze concentreerde zich op gedeeltelijke informatie gebaseerd op syntactische representatie en onderzocht zogeheten dependency paths. Door het toepassen van verdelingsmaten en maten van semantische gerelateerdheid van woorden uit bestaande bronnen (zoals WordNet), toont ze hoe deze gebruikt kunnen worden als voorkennis en zo een onderdeel kunnen worden van het leerproces. Katrenko bepleit ook dat er semantische beperkingen zijn die opgelegd kunnen worden aan relatieargumenten en stelt twee manieren voor om de typen van de argumenten van de semantische relatie te detecteren. Mw. S.A. Katrenko: A Closer Look at Learning Relations from Text. Promotor is dhr. prof. dr. P.W. Adriaans.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.

Samenklontering eiwitten lijkt niet hoofdoorzaak hersenaantastende ziekte
Promotie Geneeskunde

donderdag 10 september, 12.00 uur
Hilde Krol deed onderzoek naar spinocerebellaire ataxie type 1 ofwel SCA1, een neurodegeneratieve ziekte waarbij een deel van het cerebellum (de kleine hersenen) wordt aangetast. Specifiek voor SCA1 - dat deel uitmaakt van een familie van bijna dertig vergelijkbare aandoeningen - is het verlies van Purkinje-cellen, een bepaald type zenuwcellen in de buitenste laag van het cerebellum. Dit verlies wordt veroorzaakt door een mutatie in het gen dat codeert voor het eiwit ataxine-1. Voor een beter begrip van de biologische achtergronden van SCA1 is meer kennis noodzakelijk over de biologische rol van ataxine-1. Krol gebruikte zowel biochemische methoden als visualisatietechnieken om dit eiwit te analyseren. Zij ontdekte dat ataxine-1 zich anders gedraagt dan vergelijkbare 'polyglutamine'-eiwitten en dat aggregatie (samenklontering) niet de hoofdoorzaak lijkt van SCA1. Volgens Krol is het gemuteerde eiwit betrokken bij meerdere biologische pathways. Mw. H.A.G. Krol: Dynamics of ataxin1 in spinocerebellarataxia type 1. Promotor is dhr. prof. dr. C.J.F. Noorden.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.

70-genen profiel lijkt risico op uitzaaiingen borstkanker beter te voorspellen Promotie Geneeskunde
donderdag 10 september, 14.00 uur
Er bestaan verschillende prognostische tests om te bepalen of borstkankerpatiënten zonder uitzaaiingen naar de lymfeklieren adjuvante therapie (zoals chemo- of hormoontherapie) nodig hebben. Eén daarvan is het 70-genen prognoseprofiel, gebaseerd op het expressieprofiel van 70 bij borstkanker betrokken genen. De test lijkt volgens Jolien Bueno de Mesquita beter te voorspellen welke patiënten een groot risico lopen op uitzaaiingen dan andere veelgebruikte tests, en kan goed worden toegepast in algemene ziekenhuizen. Momenteel wordt de prognostische waarde ervan geëvalueerd in een grote prospectieve studie. Mw. J.M. Bueno de Mesquita: Who needs adjuvant systemic treatment? Predicting prognosis in node-negative breast cancer; from bench to bedside. Promotoren zijn dhr. prof. dr. M.J. van den Vijver en dhr. prof. dr. S. Rodenhuis.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.

Beleidsalternatieven te weinig onder de loep in onderzoek ontwikkelingslanden
Oratie Economie

donderdag 10 september, 14.30 uur
Dhr. M.P. Pradhan, bijzonder hoogleraar Project and Program Evaluation for International Development: Leren in ontwikkelingslanden. Het onderzoek naar de effectiviteit van beleid en projecten in ontwikkelingslanden heeft de laatste jaren grote vooruitgang geboekt. Een goede evaluatie vergelijkt de uitkomsten van beleidsalternatieven. Dit soort studies zijn nu steeds meer voorhanden. Toch is het nog vaak moeilijk voorbeelden aan te wijzen waarbij beleidsbeslissingen zijn genomen op basis van impact-evaluaties. Menno Pradhan stelt dat dit komt omdat vaak de verkeerde vragen worden gesteld in impact-evaluatieonderzoek. Veel onderzoek vloeit voort uit projecten waar een evaluatiecomponent in is meegenomen. Er is daarom een te grote nadruk op onderzoek dat projecten evalueert, in plaats van beleidsalternatieven. Wetenschappelijk onderzoek, aan de andere kant, richt zich te vaak op beperkte deelvragen van ontwikkeling. De mate waarin een duidelijke hypothese kan worden geformuleerd en getest bepaalt de keuze van het onderzoek, niet de relevantie voor ontwikkeling. Pradhan licht dit toe met voorbeelden, ook uit eigen werk. Mensen leren door nieuwe dingen uit te proberen, uitgaande van hun ervaring. Impact-evaluaties zouden in de toekomst volgens Pradhan meer op deze wijze moeten worden geformuleerd. Fondsen voor onderzoek zouden onderzoek moeten stimuleren naar alternatieven die beleidsmakers overwegen. Onderzoekers zouden methodes moeten ontwikkelen voor impact-evaluaties van moeilijk te evalueren interventies, zoals bijvoorbeeld het effect van publieke goederen of van vraaggestuurde projecten. Recente ontwikkelingen geven hoop dat het vakgebied zich in deze richting zal ontwikkelen.
Locatie: Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam.

Nieuwe methoden verbeteren efficiëntie van databasesystemen
Promotie Informatica

vrijdag 11 september, 10.00 uur
Het is bekend dat hoewel databasesystemen een cruciale en veelgebruikte component zijn in bijna alle zakelijke computertoepassingen, ze slecht gebruik kunnen maken van de enorm toegenomen kracht die moderne computersystemen in de afgelopen decennia hebben laten zien. Marcin Zukowski deed onderzoek naar de oorzaken van dit probleem, en stelt nieuwe methoden en technieken voor die de efficiëntie van databasesystemen bij het analyseren van enorme gegevensbestanden met ordes van grootte verbeteren. Dit heeft niet alleen voordelige effecten voor toepassingen die nu al van databasesystemen afhangen, maar maakt het gebruik van databasetechnologie ook praktisch mogelijk voor nieuwe toepassingsgebieden. Hierbij valt te denken aan het zoeken naar tekst in grote hoeveelheden ongestructureerde informatie. Dhr. M. Zukowski: Balancing Vectorized Query Execution with Bandwidth-Optimized Storage. Promotor is dhr. prof. dr. M.L. Kersten.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.

Kapitalistische organisatie in China lokaal bepaald
Promotie Sociologie

vrijdag 11 september, 12.00 uur
Macau, een kleine, drukke stad in Guandong, is sinds 1999 een speciale bestuurlijke regio (SBR) van de Volksrepubliek China. Hiermee maakt Macau deel uit van een cluster van Chinese steden die op overeenkomstige wijze reageren op mondiale economische uitdagingen. Het lokale bestuur in deze steden heeft veel ruimte om economisch beleid te ontwikkelen en uit te voeren. Macau heeft een wereldwijde reputatie als casinostad en is de enige regio in China waar gokken in casino's is toegestaan. Macau's politieke status als Chinese SBR en zijn economische status als het Las Vegas van Azië hebben in de laatste tien jaar de politieke en economische integratie met het Chinese vasteland bevorderd. Macau heeft echter ook zijn relatieve autonomie en bewegingsvrijheid ten opzichte van de natiestaat behouden. Inês Trigo de Sousa richt zich in haar onderzoek op de organisatie en instituties van het moderne kapitalisme in postkoloniaal Macau en plaatst de meest recente politieke en economische trends in een langetermijnperspectief. Zij gebruikt de Macau-casus om de ontwikkeling van politieke en economische relaties tussen China en de wereld te begrijpen. Haar voornaamste stelling is dat kapitalistische organisatie binnen China verschillende vormen aanneemt onder invloed van de specifieke economische en institutionele kenmerken van elke regio, provincie of stad. Mw. M.I. Trigo de Sousa: Regional Integration and Differentiation in a Globalizing China. The Blending of Government and Business in Post-Colonial Macau. Promotor is dhr. prof. dr. M.A.F. Rutten.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.

De ontwikkeling van de veneuze pool van het hart

Promotie Geneeskunde

vrijdag 11 september, 14.00 uur
Mathilda Mommersteeg richtte zich op de ontwikkeling van het hartspierweefsel (myocard) aan de veneuze instroomzijde van het hart. Ze onderzocht welke mechanismen betrokken zijn bij de normale ontwikkeling van de veneuze pool van het hart en ging na hoe fouten in de ontwikkeling van dit gebied aangeboren hartafwijkingen en hartritmestoornissen kunnen veroorzaken. Mw. M.T.M. Mommersteeg: The development of the venous pole of the heart. Promotor is dhr. prof. dr. A.F.M. Moorman.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.

Historici moeten meer aandacht schenken aan religie Afscheidscollege en symposium Geschiedenis

vrijdag 11 september, 15.00 uur
Dhr. prof. dr. P. de Rooij, hoogleraar Nederlandse geschiedenis sedert de Middeleeuwen: Openbaring en openbaarheid. Een groot deel van het Nederlandse verleden is onbegrijpelijk geworden door modern begrip voor religie: veel van de moderne geschiedschrijving is óf te verzuild, óf te seculier. Piet de Rooij pleit in zijn afscheidscollege voor een grotere aandacht voor religie, vooral ook in de politieke geschiedenis. Daarbij wordt uitgegaan van de gedachte dat gelovigen niet alleen naar gewetensvrijheid streven, maar ook naar belijdenisvrijheid, dat wil zeggen het recht om in de openbare ruimte voor hun geloof uit te komen. In een verdeelde samenleving als de Nederlandse, gaf dat permanente spanningen. De Rooij gaat verder in op drie problematische fasen: de tolerantie in de zeventiende en achttiende eeuw, de verzuiling in de negentiende eeuw, en de secularisatie in de jaren zestig van de twintigste eeuw.
Locatie: Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam.

Voorafgaand aan het afscheidscollege vindt als eerbetoon aan Piet de Rooij het symposium Het eenzame gelijk. Hervormers tussen droom en daad, 1850-1950 plaats. Het werk van De Rooij wordt gekenmerkt door mededogen met het menselijk tekort, voorliefde voor de 'kleine geloven' en een scherp oog voor dit 'eenzame gelijk'. De sprekers zijn historici die op enig moment in zijn lange carrière met hem hebben samengewerkt en die zich door zijn werk, maar misschien wel meer door zijn intellectuele habitus hebben laten inspireren. De bijeenkomst wordt voorgezeten door prof. dr. James Kennedy, de opvolger van De Rooij aan de UvA. Het afscheidssymposium vindt plaats van 10.45 tot 12.45 uur in de Doelenzaal van de Universiteitsbibliotheek, Singel 425, Amsterdam. Het aantal plaatsen is beperkt. Aanmelden (verplicht): via dr. Péjé Knegtman, e-mail: p.j.knegtmans@uva.nl.

Hoogleraarsbenoemingen

Marjoleine Zieck benoemd tot hoogleraar International Refugee Law

Mw. dr. M.Y.A. Zieck is benoemd tot hoogleraar International Refugee Law aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam (UvA).

Marjoleine Zieck studeerde wijsbegeerte en rechten aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde in 1997, cum laude, op een proefschrift over vrijwillige repatriëring van vluchtelingen. Zij is directeur van de Amsterdam Law School (Graduate School of Law en College of Law) en tevens buitengewoon hoogleraar internationaal publiekrecht aan het Pakistan College of Law te Lahore (Pakistan).

Zieck doceert het vak International Refugee Law in Amsterdam en Lahore (in Lahore toegespitst op de Afghaanse vluchtelingen in Pakistan) en gaf gastcolleges in Columbia University School of Law. Zij schreef twee boeken over UNHCR (United Nations High Commissioner for Refugees). Het eerste boek analyseert de zogenaamde 'duurzame oplossing' van vrijwillige repatriëring van vluchtelingen, het tweede analyseert de overeenkomsten die UNHCR sluit met staten waarin het een (operationele) aanwezigheid heeft. Zij publiceerde in diverse internationale wetenschappelijke tijdschriften zoals het Refugee Survey Quarterly en het International Journal of Refugee Law.

Haar huidige onderzoek richt zich op de mate waarin het internationale vluchtelingrechtelijke regime, dat bestaat uit (verdrags)verplichtingen van staten ten aanzien van vluchtelingen op hun grondgebied enerzijds en een aanvullende rol van UNHCR anderzijds (bescherming en het zoeken naar duurzame oplossingen voor het vluchtelingenprobleem), gedurende meer dan de halve eeuw dat het regime bestaat is veranderd. Een verandering die met name vragen oproept aangaande de toenemende kloof tussen de verplichtingen van staten en het mandaat van UNHCR. Dit onderzoek zal in 2012 in de vorm van een boek worden gepubliceerd door Edward Elgar Publishers onder de titel: The International Protection of Refugees: UNHCR's Parallel Universe.

Michel Vellekoop benoemd tot hoogleraar Life Insurance

Dhr. dr. ir. M.H. Vellekoop (1971) is per 1 september 2009 benoemd tot hoogleraar Life Insurance aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Universiteit van Amsterdam (UvA).

Michel Vellekoop is gespecialiseerd in de financiële wiskunde en houdt zich vooral bezig met de theorie voor stochastische processen die gebruikt worden bij het modelleren van financiële markten. In zijn onderzoek aan de UvA zal hij zich richten op de verdere ontwikkeling van die theorie voor gebruik in de pensioen- en verzekeringswereld, en in het bijzonder op methoden waarmee risico's in verzekeringsproducten beter beheerst kunnen worden.

Veel producten die aangeboden worden door levensverzekerings-maatschappijen en pensioenfondsen bevatten tegenwoordig componenten die beschouwd kunnen worden als optiecontracten. Voorbeelden daarvan zijn garanties die afgegeven worden op beleggingsrendementen, vormen van winstdeling, en de mogelijkheid om overeenkomsten voortijdig te beëindigen of te veranderen. Naast klassieke verzekeringsrisico's zoals de snel stijgende levensverwachting en andere demografische veranderingen, spelen daardoor nu ook koersfluctuaties en veranderingen in liquiditeit en kredietwaardigheid van andere financiële producten een veel grotere rol bij verzekeringen en pensioenen. Dit vereist een integratie van bestaande actuariële methoden met de algemene wiskundige theorie voor het afdekken van risico's op financiële markten. Niet alleen dienen steeds betere modellen geformuleerd te worden voor de diverse onzekere factoren, maar deze moeten ook leiden tot strategieën voor risicomanagement die in de praktijk toepasbaar zijn. Beide aspecten zullen dan ook centraal staan in Vellekoops onderzoek.

Vellekoop, die aan het Imperial College of Science, Technology and Medicine in Londen promoveerde, was van 1998 tot 2009 als universitair (hoofd)docent werkzaam bij de afdeling Toegepaste Wiskunde van de Universiteit Twente. Daarnaast is hij sinds 2004 onderzoeksdirecteur bij The Derivatives Technology Foundation (TDTF), waar wetenschappelijk onderzoek naar derivaten wordt verricht. Van 2001 tot 2005 was Vellekoop bestuurslid van het Koninklijk Wiskundig Genootschap. Hij publiceert in internationale vaktijdschriften als Stochastic Processes and Their Applications, Journal of Computational Finance en Mathematical Finance.




Universiteit van Amsterdam