Gemeente Utrecht


beantwoording van SV 2009 nr. 90 over gescheiden inburgering in Utrecht


2009 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
90 Vragen van de heer C.A. Geldof, VVD
(ingekomen 17 juli 2009
en antwoorden door het college verzonden op 7 september 2009)


De afgelopen week is in diverse media aandacht besteed aan gescheiden inburgeren in Utrecht. In een interview in de Volkskrant van 13 juli meldde wethouder Spit (PvdA) dat zij in Utrecht ook in 2010 vrouwen in de gelegenheid wil blijven stellen om te kiezen voor een inburgeringsklas met alleen vrouwen. Daarna volgde een optreden van de wethouder op TV (NOVA). In diverse kranten is voorts ook aandacht besteed aan de kennelijke wens van de wethouder. Een wens die overigens lijnrecht ingaat tegen het meerderheidsstandpunt van de Tweede Kamer, tegen het standpunt van minister van der Laan en, wellicht ten overvloede, tegen het standpunt van de Utrechtse fractie van de VVD.

Op 16 juli ontving de raad een brief van het college. In de brief staat dat het college geen gescheiden inburgeringstrajecten wil voor inburgeringsplichtigen. De educatieve trajecten inburgering zijn uitbesteed bij vijf taalaanbieders en in de aanbesteding zijn geen eisen opgenomen over een aanbod van gescheiden klassen. De aanbieders voeren ook geen beleid op het vlak van gescheiden klassen. Enkele klassen voor analfabeten bestaan weliswaar uit uitsluitend mannen of vrouwen, maar dat is geen bewuste keuze geweest. Zodra er zich voldoende mensen voor een klas hebben aangemeld, gaat die van start en dan kan het zijn dat die uitsluitend is gevuld met vrouwen of mannen.
De gemeente biedt ook zelf taallessen aan via de Taalschool van Bureau inburgering. Daar zijn in het verleden in de werving van vrijwillige inburgeraars (inburgeringsbehoeftigen) aparte klassen voor analfabete vrouwen gestart, gesubsidieerd door het Rijk in het kader van de Pavem-projecten. Die projecten verkeren in de laatste fase. Het college schrijft dat De Taalschool onlangs ook is opengesteld voor analfabete mannen. Zowel mannen als vrouwen kunnen zich aanmelden voor alle lessen van de Taalschool.
De conclusie is dus dat er op dit moment in Utrecht geen gescheiden aanbod is voor inburgering en/of alfabetisering. Het oude Pavem beleid is afgelopen. De overige, op grond van toeval ontstane gescheiden klassen, hebben niets te maken met een gescheiden aanbod.

Op de avond van 16 juli meldde de wethouder in het NOS journaal dat zij het nog steeds oneens is met de minister. De wethouder lijkt toch een gescheiden aanbod voor inburgering te willen.

Het geheel geeft de VVD daarom aanleiding tot de volgende vragen.

1. Is het college bekend met het feit dat er op dit moment in Utrecht geen gescheiden aanbod is voor inburgering en/of alfabetisering?
Gescheiden aanbieden van inburgering is geen beleid.

2. Is het college bekend met de uitlatingen van de wethouder in de media en met die in het NOS journaal van 16 juli in het bijzonder?
Ja.

3. Zo ja, kan het college uitleggen waaruit het meningsverschil van de wethouder met de minister precies bestaat?
Vanuit de lokale praktijk is een aantal vrouwenklassen ontstaan, hetgeen de deelname bevordert van vrouwen aan inburgeringslessen.
De Minister en het College erkennen beide de noodzaak om zoveel mogelijk vrouwen te laten inburgeren.
Blijkens zijn brief van 17 juli 2009 (bijgevoegd) heeft de Minister er geen bezwaar tegen indien er gescheiden klassen ontstaan zonder dat iemand de toegang geweigerd wordt.
De Minister verricht nader onderzoek naar de onderbouwing van het verhogend effect op de instroom van vrijwillige inburgeraars indien er gescheiden inburgeringscursussen worden aangeboden.

4. Wil het college komen tot een gescheiden aanbod voor inburgeringsbehoeftigen of niet?
Nee.

Op 16 juli zond uw college naar de raad ook een commissiebrief met een raadsvoorstel om de inburgeringsverordening te wijzigen. In de commissiebrief en het raadsvoorstel staat overigens niets over een gescheiden inburgeringsaanbod.

5. Kunt u er voor zorgen dat de bovenstaande vragen ruim voor 8 september zijn beantwoord, opdat de antwoorden kunnen worden betrokken bij de bespreking van uw raadsvoorstel in de raadscommissie?
Ja.


---- --


> Retouradres Postbus 30941 2500 GX Den Haag


Datum 17 juli 2009
Betreft Seksegescheiden inburgering


Geacht college,

Sinds mijn aantreden als minister voor Wonen, Wijken en Integratie ben ik
geconfronteerd met het dilemma van aparte inburgeringscursussen voor mannen
en vrouwen bij de groep vrijwillige inburgeraars. Enerzijds is er het belang dat we
hechten aan het beginsel van gelijkwaardigheid tussen man en vrouw, anderzijds
is er de noodzaak om zo veel mogelijk vrouwen te laten inburgeren in de
Nederlandse samenleving.

Ervan uitgaande dat gescheiden inburgering vrij veel voorkomt en tot substantieel
hogere deelname leidt, heb ik gemeend te moeten kiezen voor het pragmatische
standpunt dat gescheiden inburgering bij wege van uitzondering mogelijk moet
blijven, mits er vanaf de eerste les aandacht besteed wordt aan het principe van
gelijkheid en mannen en vrouwen het examen gezamenlijk afleggen.

Teneinde de gehanteerde uitgangspunten te toetsen, heb ik bij brief van 2 april
2009 aan gemeenten gevraagd naar de praktijk van seksegescheiden inburgering
in hun gemeente om mij een beeld te kunnen vormen van de mate waarin
gescheiden inburgering wordt aangeboden. Het is gebleken dat het overgrote deel
(circa 85%) van de gemeenten inburgering alleen gemengd aanbiedt. Diverse van
deze gemeenten weigeren daarbij op principiële gronden verzoeken om wel
gescheiden inburgering aan te bieden.

Het resterend aantal gemeenten (circa 15%), waaronder uw gemeente, geeft aan
ten aanzien van vrijwillige inburgeraars in een beperkt aantal gevallen wél te
kiezen voor aparte inburgering voor vrouwen (en mannen) om zodoende de
drempel om mee te doen met inburgering te verlagen.

De resultaten van het onderzoek wijzen erop dat het niet nodig is om voor
mannen en vrouwen een apart aanbod te doen. De maatschappelijke discussie en
het draagvlak voor inburgering wegen daarbij als extra argumenten. Het is tegen
deze achtergrond, daarbij gesteund door de Tweede Kamer, dat ik binnen een
redelijke termijn de praktijk van seksegescheiden inburgering wil beëindigen.


Pagina 1 van 2


In het besef dat het hier gaat om vrijwillige inburgeraars die niet zelden tot Portefeuille Wonen,
meedoen moeten worden verleid, meen ik dat de praktijk in het overgrote deel Wijken en Integratie
Directie Inburgering en
van de gemeenten laat zien dat er andere, succesvolle manieren zijn om Integratie
deelnemers te werven. We investeren met ons allen fors in de inburgering. Bij de Deltaplan Inburgering
samenstelling van het aanbod wordt op diverse manieren rekening gehouden met
de wensen en mogelijkheden van de inburgeraar. Maar met het aanbieden van Datum
17 juli 2009
gescheiden klassen schieten we ons doel voorbij. Het werven van vrijwillige
inburgeraars moet vooral gericht zijn op het duidelijk maken welke kansen we Kenmerk
DGW/I&I/2009043114
mensen bieden en wat ze laten liggen als ze die kansen niet grijpen. Gescheiden
inburgering, bedoeld als drempelverlagend maar in feite bijdragend aan het niet
volledig deelnemen aan onze samenleving, hoort daar letterlijk niet thuis. Het kan
wel zo zijn dat er gescheiden klassen ontstaan, zonder dat iemand toegang wordt
geweigerd. Bijvoorbeeld doordat vrouwen vaker kiezen voor een
inburgeringstraject in combinatie met opvoedingsondersteuning. Daartegen is
geen bezwaar. Maar als een man deze cursus wil volgen dan moet hij toegelaten
worden.

Zoals toegezegd verricht ik nog nader onderzoek bij gemeenten die gescheiden
inburgeringscursussen aanbieden. Daarbij wil ik hen in de gelegenheid stellen de
gestelde extra opbrengsten hiervan voor de instroom met cijfers te onderbouwen.
Daarnaast wil ik bij de gemeenten die op principiële gronden weigeren gescheiden
inburgeringscursussen te organiseren, nagaan wat het effect daarvan op de
deelname van vrijwillige inburgeraars is geweest.

Met respect voor het feit dat inburgering op lokaal niveau plaatsvindt, wil ik
onderstrepen dat inburgering een zaak is van nationaal belang. Ik ga er dan ook
vanuit dat u zich vanaf 1 januari 2010 zult voegen naar mijn standpunt. Voor het
geval dat u dit als extra opgave zult ervaren, laat ik u weten direct na de zomer
een aantal verbetermaatregelen te zullen treffen. Ik reken op uw medewerking en
inzet.

Ik heb de Tweede Kamer middels een brief d.d. 1 juli j.l. over deze kwestie
geïnformeerd. Bijgaand treft u een afschrift van die brief aan. Dit onderwerp zal
betrokken worden bij gesprekken met gemeenten over de bestuurlijke afspraken
over inburgering die voor de periode 2010 tot 2012 wil maken.


Hoogachtend,

de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,


E.E. van der Laan
Pagina 2 van 2


---- --