ChristenUnie
Bijdrage Esmé Wiegman Nota Overgewicht
Bijdrage Esmé Wiegman Nota Overgewicht
maandag 07 september 2009 10:00
Hoe bestrijden we de epidemie van overgewicht? Dat is de uitdaging
waar we voor staan.
Aan de orde vandaag is een prachtige nota met goede intenties en
waarheden die kloppen als een bus. Maar wat ik mis is een duidelijk
plan en een antwoord op de vraag wie de regie heeft. Wat gaan we doen?
En wie gaat wat doen? (Ik begrijp de angst van ministers om voor
moraalridder uitgemaakt te worden en als bemoeizuchtig te worden
weggezet. Maar durf op dit terrein `buiten de gebaande paden' te
treden, zoals geadviseerd door verschillende adviesraden.)
Met alleen voorlichting redden we het niet. Moeite met bestrijding
overgewicht heeft alles te maken met gewillige geesten, maar zwak
vlees.
Zeker waar het gaat om verwevenheid met sociaal-economische factoren
moeten we onze verwachtingen van etiketten, logo's en info via
internet bijstellen. Wat dat betreft constateer ik dat de voorstellen
in de nota erg `elitair' van aard zijn. Vooral hoger opgeleiden
spreken in termen van balansdag etc. Alleen zij zijn in staat alle
informatie te ontcijferen en te duiden. Lager opgeleiden,
sociaal-economisch zwakkeren kunnen hier weinig mee. Ik ben onder de
indruk van de zgn. Epode-aanpak waar in Zwolle mee gewerkt wordt.
Op lokaal niveau gaat dit initiatief de strijd aan met overgewicht
onder jongeren, en betrekt hierbij de hele sociale omgeving: gezin,
school, gezondheidszorg, sportverenigingen, bedrijfsleven, lokale
politiek. De gemeente verbindt zich aan een langjarige integrale
aanpak, waarbij zij de eindverantwoordelijkheid voor de aansturing en
uitvoering op zich neemt, een lokale projectmanager aanstelt en de
ondersteuning zoekt van 'local hero's' (sporters en andere
bekendheden). Van essentieel belang is de samenwerking tussen publieke
en private partners.
Een aanpak die steunt op 4 pijlers:
1. politiek draagvlak
2. werken met pps-constructies (go4kids)
3. gebruik maken van sociale marketing bij het introduceren van
kennis en ervaringen van het Voedingscentrum en NIGZ (gezond leven
is leuk!)
4. wetenschappelijke evaluatie: wat heeft effect? (RIVM, TNO en
ZonMw)
Dit verdient uitwerking in gemeenten in heel het land. Maar deze
aanpak dient ook tussen de oren van Den Haag te komen: geen eenzijdige
actie binnen 1 vd pijlers, of eenzijdige afwijzing als iets binnen een
pijler wordt voorgesteld.
Er moet veel meer handig gebruik worden gemaakt van belangen die
parallel lopen:
- Gezondheid van kinderen bevordert schoolprestaties. Hier zijn
scholen trots op.
- Werkgevers hebben baat bij gezonde werknemers.
- De minister heeft baat bij gezonde mensen met het oog op de kosten
van de gezondheidszorg als gevolg van de ziektelast die
overgewicht met zich meebrengt!
- De minister heeft baat bij medewerking van andere departementen om
resultaten te behalen, bijvoorbeeld VROM die zich inzet voor een
ruimtelijke inrichting die aanzet tot beweging. OC&W die goede
schoolprestaties wil zien. SZW wil gezonde werknemers.
Daarom de oproep: Zet een goede zorgketen op, in piramidevorm, met een
signaleringsprotocol voor tandarts, GGD en Consultatiebureau aan de
onderkant. Deze signaleerders kunnen lichamelijke beweging stimuleren,
aanzetten tot het eten van ontbijt. Deze signaleerders kunnen de
combinatie van frisdrank, chips en tv bij ouders aan de orde stellen
als mede-boosdoeners voor het probleem van overgewicht. Vervolgens zal
er een goede doorverwijzing moeten kunnen plaatsvinden naar huisarts,
specialist en eventueel kliniek. Mensen moeten niet komen te `zwemmen'
in zorg- en beweegaanbod. `Therapietrouw' is van belang. Mensen moeten
daadwerkelijk naar de sportschool gaan of diëtist, en de huisarts zal
hierop zijn patient moeten bevragen (klinkt vriendelijker als
`controleren'.
Borstvoeding is de beste start voor een kind. Daarom vandaag de vraag
hoe het staat met de toezegging van de minister, gedaan tijdens het
debat over de voedingsnota, de Kamer te informeren over de
mogelijkheden om zorgaanbieders te belonen die een
borstvoedingscertificaat hebben.
Afgelopen zomerreces heb ik een paar dagen meegelopen in de
GGZ-sector. Over de GGZ valt veel te zeggen maar een ding wil ik
vandaag aan de orde stellen: overgewicht bij GGZ-cliënten. In gesprek
met cliënten kwam de frustratie naar voren dat veel medicatie
dikmakend is, zeker icm het bijverschijnsel van extreme vermoeidheid
en inactiviteit. `Waarom ben ik daar niet voor gewaarschuwd?' klonk de
diepe verzuchting. `Waarom heb ik niet direct advies van een diëtist
en beweegadvies gekregen?' Graag bijzondere aandacht voor deze
specifieke doelgroep. En tegelijk laat dit voorbeeld ook zien hoe
levensstijladvies een normaal onderdeel zou moeten zijn van een
gesprek met een arts of behandelaar.
Tot slot wil enkele concrete voorstellen neerleggen:
Mijn hoofdboodschap: laten we niet meer nieuwe dingen verzinnen, geen
nieuwe taskforces instellen, nieuwe pilots starten etc., maar wat er
landelijk al is bij elkaar brengen en toepassen! De ChristenUnie wil
dat aan deze nota een structureel meerjarenplan verbonden wordt met
concrete doelstellingen en afspraken hebben over wie de centrale regie
heeft. Dat meerjarenplan moet inzicht geven waar we willen staan over
1 jaar, over 5 jaar, over 20 jaar. Doelstellingen moeten concreet
zijn, bijvoorbeeld als het gaat om BMI. Om overgewicht te bestrijden
moeten we als overheid normen stellen en waar normen gesteld worden,
die ook ondersteunen. Dit ziet de ChristenUnie het liefst via
vrijwillige afspraken en zelfregulering gebeuren. Belangrijk is wel
dat er met duidelijke deadlines wordt gewerkt. Van vrijblijvendheid
mag geen sprake zijn. Als het langs deze weg niet lukt, dan moeten ge-
en verboden in zicht komen. Het is de Consumentenbond en de FNLI niet
gelukt om tot overeenstemming te komen rondom voedingsreclame gericht
op kinderen. Maatregelen mogen we niet dood laten bloeden, omdat het
via de weg van zelfregulering is mislukt. Daarvoor is het probleem van
overgewicht te groot. De ChristenUnie gaat ervan uit dat het Kabinet
nu initiatieven neemt om te komen tot een gewijzigde reclamecode.
Esmé Wiegman