Nederlands Jeugdinstituut
Oplossen wachtlijsten vraagt om visie op jeugdzorg
Om de wachtlijsten weg te kunnen werken, willen coalitiepartijen PvdA
en Christen Unie de hulp aan jongeren verschuiven van tehuizen naar
het gezin. Professor dr. Tom van Yperen, expert bij het Nederlands
Jeugdinstituut, waarschuwt voor ondoordachte stelselwijzigingen of
incidentele maatregelen. Dat is dweilen met de kraan open. Ontwikkel
nu eerst eens een visie op jeugdzorg en richt van daaruit het stelsel
in.
Volgens Van Yperen zijn er tal van oorzaken aan te wijzen voor de
wachtlijstproblematiek. Zo is het jeugdzorgstelsel de afgelopen
decennia steeds beter toegerust om problemen te signaleren maar is er
nog te weinig aandacht voor preventie en zo vroeg mogelijk ingrijpen.
Er is bovendien onvoldoende hulp voor jongeren met lichte problemen
waardoor zij een beroep moeten doen op zwaardere vormen van zorg. Ook
deze zwaardere jeugdzorg kan beter. Nu de hulp aan jongeren in
toenemende mate op effectiviteit getoetst wordt, is het zaak dat
jeugdzorgaanbieders hun aanbod daarop afstemmen. Als behandelingen
niet werken, stagneert de uitstroom en blijven er wachtlijsten.
Visie nodig
Er moet een langetermijnbeleid komen, gebaseerd op een inhoudelijke,
coherente visie op het jeugdzorgstelsel en de plek van de
voorzieningen daarbinnen, vindt Van Yperen. Met incidentele
maatregelen in de vorm van een nieuwe voorziening of een verschuiving
van verantwoordelijkheden, los je de problemen in de jeugdzorg niet
op. Het denken in termen van voorzieningen is nu echt passé. Dat is
veel te aanbodgericht; de doelgroepen en daarop gerichte programmas
moeten het uitgangspunt zijn. Van Yperen denkt dat met een dergelijke
aanpak de bulk van de cliënten geholpen is. Voor de rest hebben
hulpverleners voldoende ruimte om vanuit hun eigen professionaliteit
naar minder voor de hand liggende oplossingen te zoeken.
Problemen als vertrekpunt
Van Yperen heeft duidelijke ideeën over de inrichting van het stelsel.
Vertrekpunt moeten de tien meest voorkomende problemen onder jeugdigen
zijn. Het Nederlands Jeugdinstituut heeft die in kaart gebracht en
legt alles wat daarover bekend is vast in dossiers, ook welke
preventie- en behandelprogrammas daarbij werken. Als in het stelsel
helder is welke voorzieningen in ieder geval die programmas moeten
aanbieden, is er al veel gewonnen. Van Yperen is wel verheugd over de
enorme professionaliseringsslag die de jeugdzorg momenteel maakt.
Jeugdzorgaanbieders lichten hun aanbod door op effectiviteit. Ook
beroepsverenigingen, brancheorganisaties en overheid nemen
initiatieven om de kwaliteit en de effectiviteit van de jeugdzorg op
een hoger plan te brengen.Met zijn pleidooi voor een herinrichting van
het stelsel hoopt hij dat deze inspanningen meer impact krijgen.