Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid


07 sep 2009

Veel daders zijn zelf ook slachtoffer

Verdachten van criminele activiteiten worden anderhalf keer zo vaak zelf slachtoffer van een delict als personen die nooit verdacht zijn geweest. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat dit vooral bij geweldsdelicten speelt. Maar ook bij vermogensdelicten en vandalisme worden verdachten relatief vaak slachtoffer.

Vier van de tien verdachten slachtoffer
Ieder jaar wordt ruim een kwart van de Nederlandse bevolking slachtoffer van een delict. Dit gaat vooral om vermogensdelicten (zoals inbraak of diefstal) of vandalisme.

Bij plegers van misdrijven ligt het percentage dat slachtoffer wordt van een delict hoger. Zo zijn vier van de tien personen, die in de periode 1996-2006 verdacht zijn geweest van een misdrijf, daarna zelf slachtoffer geworden van een delict. Het gaat hierbij vooral om geweldsdelicten, maar ook het aandeel slachtoffers van vermogensdelicten en vandalisme ligt onder verdachten veel hoger.

Meerplegers lopen relatief veel risico
Meerplegers worden vaker slachtoffer dan personen die van slechts één misdrijf werden verdacht. Zo werd 44 procent van de mensen die meer dan eens verdacht zijn geweest, slachtoffer in het jaar van het onderzoek, tegenover 38 procent van hen die éénmaal in aanraking zijn geweest met de politie. Maar liefst 16 procent van de meerplegers werd slachtoffer van geweld.

Gemeenschappelijke kenmerken daders en slachtoffers Het CBS verklaart de relatief grote kans op slachtofferschap bij daders voor een deel door de gemeenschappelijke kenmerken van daders en slachtoffers. Te denken valt aan hun levenswijze en invulling van de vrije tijd, hun (criminele) sociale netwerk, maar ook de omgeving waar ze wonen.