Ministerie van Verkeer en Waterstaat


1 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6 der Staten-Generaal 2597 JG Den Haag Binnenhof 4 Postbus 20901 2500 EX Den Haag 2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71 F 070 351 78 95

Contactpersoon
- T -

Ons kenmerk CEND/FMC-2009/1465

Uw kenmerk Datum 7 september 2009 -

Onderwerp Uitgaven externe inhuur 2008 Bijlage(n)
1

Geachte voorzitter,

Bij de brief van 24 juni 2009, met het kenmerk TK 2008-2009, 31 701, nr. 21, heeft de minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) de Tweede Kamer geïnformeerd over de invoering van een rijksbreed sturingsinstrument externe inhuur.

Conform toezegging bied ik u hierbij een nadere toelichting aan over de gerealiseerde uitgaven externe inhuur 2008 bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.

Realisatie inhuurpercentage 2008
Het rijksbrede sturingsinstrument externe inhuur voorziet in een algemene norm van 13% externe inhuur van de totale personele uitgaven. Bij een strikte toepassing van dit sturingsinstrument bedraagt het percentage externe inhuur van Verkeer en Waterstaat over 2008 9,9%. Dat ligt daarmee onder de norm van 13%.

Verkeer en Waterstaat heeft in 2008 diverse eenmalige uitgaven externe inhuur gekend die het percentage hebben beïnvloed. Ten eerste gaat het hierbij om inhuur ter ondersteuning van het rijksbrede streven naar een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering. Dat betrof onder meer inhuur van externen voor het digitaliseren van de personeelsdossiers, het realiseren van de `insourcing' van werkplekondersteuning van de ministeries Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport bij de Shared Services Organisatie en het treffen van voorbereidingen voor de overgang naar 4FM (een samenwerking- verband tussen vier ministeries ten aanzien van facilitair management). In de tweede plaats is door de ministerraad bij het vaststellen van het Partieel Uitvoeringsbesluit voor Anders Betalen voor Mobiliteit besloten tot voorlopige uitbreiding van de personele capaciteit met 85 fte aan externe inhuur.

a
agina 1 van 4 P





Naast de inhuur volgens de definitie van de sturingsinstrument externe inhuur Datum heeft bij VenW in 2008 ook inhuur plaatsgevonden ten behoeve van andere 7 september 2009

functies die zich niet laten onderbrengen in de categorieën van het Ons kenmerk sturingsinstrument en die ook niet meetellen voor de norm van 13%. Het CEND/FMC-2009/1465 sturingsinstrument externe inhuur richt zich namelijk limitatief op beleidsgevoelige, beleidsondersteunende inhuur en inhuur ter ondersteuning van de bedrijfsvoering. Voor Verkeer en Waterstaat is externe inhuur gericht op het ondersteunen van het primaire uitvoeringsproces een belangrijke categorie. Van de totale opgave in het departementale jaarverslag 2008 van 144,2 miljoen betreft dit 58 miljoen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld bij Rijkswaterstaat om inhuur ten behoeve van sluis- en brugbediening, nautische activiteiten, handhaving, verkeerskunde, veiligheid & gezondheid alsmede om programma- en projectmedewerkers (projectmanagement, techniek, omgeving, project- ondersteuning, risicobeheersing en contractbeheersing).

Ik heb er ­ los van het rijksbrede sturingselement ­ totnogtoe voor gekozen een zo integraal mogelijk beeld te bieden van de uitgaven externe inhuur zoals blijkt uit de departementale jaarverslagen. Het gaat daarbij om een aanvullende post externe inhuur van respectievelijk 95,6 miljoen in 2007 en 58 miljoen in 2008. Wanneer deze externe inhuur ter ondersteuning van het primaire proces wordt meegerekend in het geheel, dan bedraagt het totale percentage externe inhuur voor 2008 15,5% (zie bijlage 1).

Sturen op reductie externe inhuur
Mijn inzet is om de uitgaven voor externe inhuur ­ waar mogelijk ­ te beperken. Dat heeft in 2008 een aanzienlijke reductie opgeleverd: de uitgaven bij Verkeer en Waterstaat voor externe inhuur in 2008 zijn ten opzichte van 2007 gedaald met 75 miljoen. Dit is het gevolg van een hogere bezetting met eigen personeel door het vervullen van vacatures, een strakke sturing op de afname van inhuur in het kader van nadere uitwerking van de kernactiviteiten en de keuze om meer aan de markt over te laten (de 'markt-tenzij' gedachte). Verdere daling van externe inhuur in de komende jaren hangt onder andere af van de mogelijkheden voor verdere productiviteitsstijging en vooral de ontwikkeling van het beleids-, toezichts- en uitvoeringsprogramma. De wensen van uw Kamer spelen hierbij voor mij een belangrijke rol.

De komende jaren heb ik een ambitieus uitvoeringprogramma. Complexe en omvangrijke projecten als Anders Betalen voor Mobiliteit, de Spoedwet Wegverbreding en de ontwikkeling en de uitvoering van het Deltaprogramma zijn absolute topprioriteiten van dit kabinet, boven op de bestaande, uitvoering van de `reguliere' programmering. Zo stijgt de omzet van RWS de komende jaren van
2 miljard in 2008 naar 3 miljard in 2010. Deze ambities zal ik moeten verwezenlijken binnen het fte-plafond dat Verkeer en Waterstaat in het kader van de Vernieuwing Rijksdienst is toegekend. Dat zal al moeilijk genoeg zijn. Voor wat betreft de externe inhuur geldt daarbij dat de 13% norm binnen Verkeer en Waterstaat de referentie wordt bij sturing en monitoring op de totale uitgaven aan externe inhuur. Afwijkingen daarvan blijven echter mogelijk, bijvoorbeeld als gevolg van de noodzaak de uitvoering en de beleidsprioriteiten van het kabinet zeker te stellen. Mocht van overschrijding van de norm sprake zijn dan zal ik jaarlijks zorgen voor een deugdelijke uitleg aan de Tweede Kamer hierover.

Pagina 2 van 4





Jaarlijkse rapportage
Datum Vanaf 2009 zal ik jaarlijks rapporteren in de departementale jaarverslagen 7 september 2009

conform de rijksbrede richtlijn externe inhuur. In lijn met de gemaakte afspraken Ons kenmerk zal ik daarnaast nader onderzoeken welke aanvullende maatregelen CEND/FMC-2009/1465 ondersteunend kunnen zijn aan het op een realistische wijze verder reduceren van de uitgaven externe inhuur.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

ir. Camiel Eurlings

Pagina 3 van 4





Datum Bijlage 1 7 september 2009

Ons kenmerk CEND/FMC-2009/1465

Uitgaven externe inhuur
Uitgaven in 2008 (x 1.000)
Programma- en apparaatskosten

1. Interim-management 4.846
2. Organisatie- en formatieadvies 5.237
3. Beleidsadvies 17.503
4. Communicatieadvisering 3.865 Beleidsgevoelig (som 1 t/m 4) 31.451
5. Juridisch Advies 4.913
6. Advisering opdrachtgevers automatisering 16.299
7. Accountancy, financiën en adminstratieve organisatie 13.517 (Beleids)ondersteunend (som 5 t/m 7) 34.729
8. Uitzendkrachten (formatie & piek)' 78.027 Ondersteuning bedrijfsvoering 78.027 Totaal uitgaven externe inhuur (som 1 t/m 8) 144.207 ' Inclusief uitgaven externe inhuur t.b.v. de uitvoeringsorganisatie RWS die niet - of niet gemakkelijk - zijn onder te brengen onder de door BZK onderscheiden categorieën van externe inhuur (ad 58 miljoen,-). 2007 2008 Uitgaven externe inhuur 216.031 144.207 Personeelsuitgaven 744.399 785.057 Totale personeelsuitgaven (inclusief Inhuur) 960.430 929.264 Inhuur in % uitgedrukt van totale personeelsuitgaven 22,5% 15,5% Inhuur in % uitgedrukt van totale personeelsuitgaven excl. inhuur ter ondersteuning primaire uitvoeringsproces RWS. 13,9% 9,9%

Pagina 4 van 4