Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

extra inzet

Akkerrandenbeheer


07 september 2009 - kamerstuk

> Retouradres Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG
Directie Landbouw De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal Prins Clauslaan 8
Postbus 20018 2595 AJ DEN HAAG
Postbus 20401 2500 EA DEN HAAG 2500 EK DEN HAAG www.minlnv.nl

T 070-378 6868 F 070-3786113

Onze referentie DL/2009/1531

Uw referentie 2009Z08910/2009D25143 Datum 7 september 2009

Betreft Akkerrandenbeheer

Geachte Voorzitter,

Hierbij informeer ik u over de uitvoering van de motie-Waalkens c.s. (28625, nr. 81). Tevens stuur ik u, op verzoek van de vaste Kamercommissie voor LNV (2009Z08910/2009D25143), hierbij mijn inzet ten behoeve van akkerranden- beheer als aanvulling op de aan u gezonden brief over bijensterfte van
18 mei 2009 (DL/2009/1082).

Binnen het aanvullende budget dat beschikbaar is gekomen voor het plattelands- ontwikkelingsprogramma 2007-2013 is circa 30 miljoen euro bestemd voor brede akkerranden, conform de motie-Waalkens c.s. (28625, nr. 81). Deze gelden kunnen worden besteed aan versterking van de natuurlijke biodiversiteit door het inzaaien van een rand om akkerbouwpercelen. Daarnaast is 6 miljoen euro gereserveerd voor de verdere ontwikkeling en uitrol van zogenaamde FAB-randen (functionele agrobiodiversiteit). Deze randen zijn primair bedoeld voor de verduurzaming van de landbouwproductie (zoals bijvoorbeeld natuurlijke plaagbestrijding).

Deze FAB-randen bevinden zich op dit moment nog in de ontwikkelfase (onder andere door uitvoering van pilots). Eventuele structurele steun voor het beheer van FAB-randen zal daarom pas na 2013 aan de orde zijn. Pas dan kan worden bekeken of het, zoals in genoemde motie wordt verzocht, zinvol en mogelijk is beide vormen van beheer (brede akkerranden en FAB-randen) in één regeling onder te brengen. De wens om 30 miljoen euro voor brede akkerranden in te zetten voor het aanleggen van akkerranden van tenminste 9 meter breed in kansrijke gebieden, in de voor akkervogels kansrijke provincies, zal volgens afspraak met de provincies bij het afsluiten van agro-milieucontracten moeten worden geregeld waarbij provincies ook zullen moeten cofinancieren.

Verder wil ik doorgaan op de relatie tussen akkerranden en bijen na aanleiding van het verzoek van de vaste Kamercommissie voor LNV in aanvulling op de gezonden brief over bijensterfte. Akkerrandenbeheer heeft een relatie met de dracht voor honingbijen.

Zaadmengsels die hiervoor gebruikt kunnen worden, kunnen potentieel de dracht

voor allerlei insecten, waaronder honingbijen aanzienlijk vergroten. Op deze wijze kunnen (als bijeffect) de populaties van bestuivers, waaronder de honingbij, een gewenste versterking geven. De betreffende zones liggen in de akkerbouw-

gebieden van ons land, waar de dracht voor insecten de laatste jaren sterk is

afgenomen.

Ook FAB-randen hebben een relatie met bijen door een verbeterde verbinding van leefgebieden voor flora en fauna. Bloemen en kruiden in de FAB-randen zijn ook geliefd bij bijen. Ze vormen echter wel concurrentie voor de natuurlijke vijanden van plaagsoorten (het primaire doel van FAB-randen).

Bij de inzet ten behoeve van akkerrandenbeheer, welke via de provincies verloopt, en de verdere ontwikkeling van FAB-randen, zal mijn ministerie in contact met de Nederlandse Bijenhouderij Vereniging blijven.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


---- --