Antwoord op Kamervragen
Vragen over de afvoer van kadavers
07 september 2009 - kamerstuk
> Retouradres POSTBUS 20401 2500 EK DEN HAAG
Directie Voedsel, Dier en
De Voorzitter van de Tweede Kamer Consument
Cluster Voedselveiligheid
der Staten-Generaal
Prins Clauslaan 8
Postbus 20018 2595 AJ DEN HAAG
2500 EA DEN HAAG POSTBUS 20401
2500 EK DEN HAAG
www.minlnv.nl
T 070 378 6868
F 070 378 6113
Onze referentie
VD/2009/1631
Uw referentie
atum 7 september 2009
D 2009Z15199
etreft Beantwoording vragen over de afvoer van kadavers
B
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen die zijn gesteld door het lid Thieme
(PvdD) over de afvoer van kadavers.
1
Kent u het bericht "Verburg stop met steun destructie"? 1)
Ja.
2
Hoe beoordeelt u de vrees van het Kamerlid Atsma (CDA) dat `boeren in de
verleiding zouden kunnen komen om kadavers te dumpen'? Deelt u de mening dat
het dumpen van kadavers een vorm van wetsovertreding is die niet te tolereren
valt?
Ik ben van mening dat de veehouder zelf een maatschappelijke verantwoordelijk-
heid heeft. Hierbij hoort ook het deugdelijk afvoeren van zijn kadavers binnen de
wettelijke kaders, teneinde onwenselijke situaties voor volks- en diergezondheid
te voorkomen. Ik deel de mening dat het dumpen van kadavers een vorm van
wetsovertreding is die niet te tolereren valt.
3
Kunt u uiteenzetten waarom voor landbouwhuisdieren geen `verwijderingsbijdrage'
bestaat zoals die wel is ingevoerd voor auto's en huishoudelijke apparaten? Zo
nee, waarom niet?
Op dit moment betalen veehouders reeds een eigen bijdrage voor het inzamelen
en verwerken van kadavers. Deze bijdrage, die jaarlijks door mij wordt vast-
gesteld, is te beschouwen als een vorm van "verwijderingsbijdrage".
4
Deelt u de mening dat het afvoeren van kadavers in een commerciële sector
geheel voor rekening van die sector zou moeten komen en integraal onderdeel
zou moeten vormen van de kostprijs van het product? Zo nee, waarom niet?
Ja, ik ben van mening dat het afvoeren van kadavers geheel voor rekening van de
veehouder moet komen. Het al dan niet doorberekenen van de kosten hiervan in
de kostprijs van het product, vind ik een verantwoordelijkheid van de sector zelf.
5
Ziet u mogelijkheden om destructie tot een publieke taak te maken c.q.
mededinging mogelijk te maken onder stringent overheidstoezicht, aangezien
Rendac op dit moment een monopoliepositie heeft die mogelijk onhoudbaar is?
Het destructiebeleid is in 2003 en 2004 geëvalueerd, met als doel te bezien in
hoeverre de bestaande beperkingen aan de vrije handel in dierlijke bijproducten
in deze tijd nog nodig zijn ter bescherming van de volksgezondheid en de
diergezondheid. Vervolgens is nader onderzoek uitgevoerd naar de reële
perspectieven voor verdergaande marktwerking. Dit onderzoek heeft geresulteerd
in een beleidsvoornemen tot herziening van het destructiebestel (Kamerstukken II
2005/06, 27495, nr. 32). In dit voornemen is aangegeven dat de markt voor
kadavers niet kan worden geliberaliseerd. Geconcludeerd is dat deze mogelijkheid
er wel is voor overige dierlijke bijproducten. De liberalisering met betrekking tot
deze producten zal met de uitvoeringsregelgeving van de Wet dieren gerealiseerd
worden.
6
Bent u bereid het toezicht, de handhaving en de strafmaat met betrekking tot het
dumpen van kadavers te vergroten wanneer blijkt dat dumping toeneemt na het
stoppen van steun aan de destructie? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo nee,
waarom niet?
Ik zie op dit moment geen aanleiding het toezicht, de handhaving en de strafmaat
te vergroten met betrekking tot het dumpen van kadavers.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
http://www.agd.nl/1082310/Nieuws/Artikel/Verburg-stopt-steun-destructie.htm
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit