Ministerie van Economische Zaken




Toezeggingen gedaan tijdens het vragenuur 23 juni jl. inzake het tegenhouden van medicijnen door de douane

7 september 2009 | kamerstuk | PDF document, 79 Kb 






> Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag        
                                                                                      Directoraat-Generaal 
De Voorzitter van de Tweede Kamer                                                     Ondernemen en Innovatie 
der Staten Generaal                                                                   Directie Innovatie 
Postbus 20018                                                                         Bezuidenhoutseweg 20 
2500 EA  's-GRAVENHAGE                                                                Postbus 20101 
                                                                                      2500 EC Den Haag 
                                                                                      T  070 379 8911 (algemeen) 
                                                                                      www.ez.nl 
                                                                                      Behandeld door 
                                                                                      mevr. mr. A.A.M. van der Meer  
                                                                                      T  070 379 7174 
                                                                                      F  070 379 6199 
                                                                                      a.a.m.vandermeer@minez.nl 


Datum         4 september 2009                                                        Ons kenmerk 
                                                                                      OI/I / 9150931 

                                                                                      Bijlage(n) 
Betreft       Toezeggingen gedaan tijdens het vragenuur 23 juni jl. inzake het        1 
              tegenhouden van medicijnen door de douane 


Tijdens het vragenuur van 23 juni jl. is er, naar aanleiding van vragen van het lid 
Vendrik, gesproken over het tegenhouden van partijen medicijnen voor 
ontwikkelingslanden door de douane. In deze brief zal worden ingegaan op de 
tijdens dit vragenuur door mij gedane vier toezeggingen, te weten: 
     1.  vóór het eind van het reces verslag te doen van het overleg met de 
           Europese Commissie en de ambassadeurs van India en Brazilië bij de 
           Europese Unie; 
     2.  een overzicht te verstrekken van de 17 door de Nederlandse douane 
           tegengehouden zaken (en van de daarbij betrokken bedrijven) in 2008; 
     3.  na te gaan of de Duitse douane inderdaad gegevens van bedrijven die een 
           artikel 5 EU-Douaneverordening 1383/2003-verzoek hebben gedaan 
           openbaar maakt en zo ja, of deze werkwijze in Nederland ook kan worden 
           toegepast; 
     4.  de lopende ACTA-onderhandelingen nader uiteen te zetten. 

Voordat op deze punten wordt ingegaan, geef ik een korte schets van de situatie. 
Voor de goede orde verwijs ik ook naar de antwoorden die ik, mede namens de 
Minister voor Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris van Financiën, 
heb gegeven op de Kamervragen van de leden Irrgang en Bashir (beiden SP) over 
medicijnen voor Afrika die worden tegengehouden1. 

In 2008 heeft de Nederlandse douane 17 partijen (grondstoffen voor) medicijnen 
tegengehouden. Dit gebeurde in het kader van `MEDI-FAKE', een grote Europees 
gecoördineerde actie gericht op douane-controle op namaakmedicijnen die de EU 
binnenkomen. Door middel van deze actie zijn meer dan 34 miljoen 
namaakmedicijnen in de vorm van pillen tegengehouden. Alle 17 partijen waren 
op doorvoer (`in transit') en hadden dus een bestemming buiten de EU.  

De werkzaamheden door de Nederlandse douane zijn uitgevoerd op basis van 
geldende EU-regelgeving, met name EU-Douaneverordening 1383/2003. Deze 
regelgeving geeft aan houders van intellectuele eigendomsrechten, zoals octrooien 
of merken, het recht om de douane te vragen op te treden ten aanzien van 



1 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008­2009, nr. 2412 
                                                                                      Pagina 1 van 8 







                                                                                      Directoraat-Generaal 
                                                                                      Ondernemen en Innovatie 
                                                                                      Directie Innovatie 


                                                                                      Ons kenmerk 
                                                                                      OI/I / 9150931 


goederen die mogelijk inbreuk maken op hun rechten als deze worden 
aangetroffen bij een controle van goederen die het grondgebied van de EU 
binnenkomen, verlaten of als er sprake is van doorvoer. Zodra de douane 
goederen op grond van voornoemd verzoek heeft tegengehouden, geeft hij dit 
door aan de houder van het recht. Als de houder meent dat er sprake is van een 
inbreuk op zijn rechten dan dient hij - conform de hiervoor genoemde Verordening 
- de eigenaar van de aangehouden zending aan te spreken en de zaak ofwel voor 
de rechter te brengen ofwel te schikken. In 5 van de 17 gevallen is er na de 
tegenhouding een discussie ontstaan over de juistheid hiervan in die zin of er in 
geval van doorvoer van generieke (grondstoffen voor) medicijnen naar 
ontwikkelingslanden in Nederland sprake kan zijn van een inbreuk op een 
intellectueel eigendomsrecht. 

Van de 17 tegengehouden partijen zijn er nu 16 vrijgegeven, één zending ligt nog 
vast omdat de afzender en de octrooihouder nog geen overeenstemming hebben 
bereikt.  

Overigens heeft de douane dezer dagen op Schiphol op grond van een mogelijke 
merkinbreuk twee partijen medicijnen tegengehouden, allebei afkomstig uit 
Pakistan en bestemd voor Nigeria. De merkhouders hebben aangegeven niet te 
willen optreden; de partijen zijn weer vrijgegeven. 

1. Verslag van het overleg met de Europese Commissie en de ambassadeurs van 
India en Brazilië bij de Europese Unie 
Zoals ik tijdens het vragenuurtje heb benadrukt dient de doorvoer van generieke 
medicijnen naar ontwikkelingslanden niet gehinderd te worden. Het is echter ook 
belangrijk dat inbreuken op intellectuele eigendomsrechten (waaronder namaak) 
worden bestreden en de belangen van de rechthebbenden in acht worden 
genomen. Beiden dienen in balans te zijn, maar dat is nu niet het geval. Op dit 
moment is het onduidelijk wat nu precies wel of niet is toegestaan en dat is 
onwenselijk.  

Omdat de Nederlandse douane zoals gezegd optreedt op basis van een EU-
verordening moet deze kwestie echter eerst op Europees niveau opgepakt worden 
daar het al dan niet mogen tegenhouden van deze medicijnen op grond van de 
Verordening een principieel geschil betreft tussen primair de Europese Commissie 
en enkele ontwikkelingslanden over de verenigbaarheid van de toepasselijke EU-
regelgeving met WTO-recht (o.a. de Trade Related Intellectual Property Rights 
(TRIPS) en de Verklaring van Doha inzake de TRIPS-overeenkomst en de 
Openbare Gezondheid) (2001 Doha Verklaring)). De kern van de oplossing dient 
dus binnen de Europese regelgeving gevonden te worden. Ik heb daarom de 
Europese Commissie eerder uitdrukkelijk verzocht de situatie te analyseren en een 
werkbare oplossing te vinden. Ook heeft Nederland de kwestie aangekaart in 
Comité 133 (EU-Comité dat zich bezig houdt met handelspolitieke kwesties) en 
daarbij steun gekregen van diverse andere Lidstaten.  

                                                                                      Pagina 2 van 8 






                                                                                     Directoraat-Generaal 
                                                                                     Ondernemen en Innovatie 
                                                                                     Directie Innovatie 


                                                                                     Ons kenmerk 
                                                                                     OI/I / 9150931 


Daarnaast heeft de Europese Raad in het najaar van 2008 de Europese Commissie 
verzocht de douanewetgeving te evalueren. Dit onderwerp moet naar mijn mening 
in deze evaluatie worden meegenomen. 

Daargelaten deze principiële discussie wil ik op korte termijn een voor iedereen 
werkbare praktijkoplossing realiseren. Daarom heeft op 16 juli jl. overleg 
plaatsgevonden tussen de Director-General for Trade, de Director-General for 
Taxation and Customs Unit, beiden van de Europese Commissie, en ambtenaren 
van mijn Ministerie en van Financiën. Evenals Nederland bleek daarbij de 
Commissie van mening dat de doorvoer van generieke medicijnen ongehinderd 
moet kunnen plaatsvinden en is zij gemotiveerd om een oplossing voor deze 
problematiek te vinden. In dit verband werkt de Europese Commissie aan een 
`explanatory memorandum' waarin zal worden aangegeven welke ruimte de EU-
Douaneverordening 1383/2003 biedt voor een uitvoering die zo veel mogelijk 
tegemoet komt aan de noodzaak om een onbelemmerde doorgang van generieke 
medicijnen te garanderen. Dit memorandum zal volgens de Commissie op korte 
termijn op het internet worden geplaatst. Ook wil de Commissie zo snel mogelijk 
een dialoog met rechthebbenden voeren, waarbij het daadwerkelijke gebruik van 
de transitregeling en de verantwoordelijkheden die de rechthebbenden hierbij ook 
hebben, aan de orde zullen komen. Aangezien rechthebbenden een belangrijke 
actor zijn in de betreffende procedures, is de wijze waarop door hen daarvan 
gebruik wordt gemaakt cruciaal in het tot stand brengen van een andere 
uitvoering. De inspanningen van de Commissie zijn er in eerste instantie dus op 
gericht om binnen het bestaande wettelijke kader een oplossing te vinden, maar 
er bestaat een open houding ten aanzien van eventuele aanpassing van de 
communautaire regelgeving mocht dat nodig zijn. 

Deze benadering sluit goed aan bij het Nederlandse voornemen om de uitvoering 
van het in de EU-Douaneverordening 1383/2003 neergelegde douane-
instrumentarium zo in te richten dat er sprake is van een vlotte doorvoer van 
generieke medicijnen naar ontwikkelingslanden. Daarbij wordt uitgegaan van de 
mogelijkheden binnen het huidige Europese kader, omdat daarmee snel resultaten 
kunnen worden bereikt. De besproken mogelijkheden worden nu door 
Economische Zaken in samenwerking met Financiën, verder uitgewerkt, waarbij 
ook het `explanatory memorandum' zal worden betrokken. Daarnaast zal ook met 
hulporganisaties worden besproken of in samenspraak met rechthebbenden en 
douane kan worden gekomen tot soepele procedures voor zendingen medicijnen. 

Na het overleg tussen de Europese Commissie en Nederland is er ook gesproken 
met de ambassadeurs van India en Brazilië bij de Europese Unie. De Commissie 
heeft aangegeven de medicijnen-kwestie serieus te nemen en aangegeven te 
werken aan een oplossing voor generieke medicijnen, niet zijnde 
goederen/producten die inbreuk maken op intellectuele eigendomsrechten 
waaronder namaakmedicijnen.  
Brazilië en India zullen worden betrokken bij het verdere proces om  oplossingen 
te vinden voor deze problematiek.  

                                                                                     Pagina 3 van 8 






                                                                                        Directoraat-Generaal 
                                                                                        Ondernemen en Innovatie 
                                                                                        Directie Innovatie 


                                                                                        Ons kenmerk 
                                                                                        OI/I / 9150931 


Nederland heeft deze visie bevestigd en haar commitment aan de 2001 Doha 
Verklaring herhaald.  

2. Overzicht van de door de Nederlandse douane in 2008 tegengehouden zaken 
Zoals toegezegd treft u bijgaand aan een overzicht van de 17 door de Nederlandse 
douane tegengehouden partijen (grondstoffen voor) medicijnen in transit in 2008. 
Dit overzicht geeft de stand van zaken per 1 augustus 2009. Dit overzicht is, na 
actualisatie en verduidelijking, identiek aan het overzicht dat is meegezonden bij 
het besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 7 mei jl. op het verzoek van 
HAI Europe om op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) informatie 
te verschaffen. 

HAI Europe verzocht om openbaarmaking van documentatie over douaneoptreden 
inzake medicijnen in transit waaronder de notificaties van de douane aan 
octrooihouders of haar vertegenwoordigers wat betreft de ladingen van medicijnen 
in transit. Dit verzoek is gedeeltelijk afgewezen op grond van de 
geheimhoudingsplicht ten aanzien van door marktpartijen vertrouwelijk verstrekte 
gegevens ex artikel van het Communautair Douane Wetboek (CDW) en de Wob-
uitzonderingsgronden van artikel 10 lid 2 aanhef en sub d en g respectievelijk 
artikel 10 lid 1 aanhef en sub c. Gezien voornoemd besluit ben ik van mening dat 
overlegging van de volledige lijst bij deze brief een onwenselijke doorkruising van 
CDW en de Wob zou opleveren. 

3. Openbaarmaken van gegevens in Duitsland en eventueel in Nederland van 
bedrijven die een artikel 5 EU-Douaneverordening 1383/2003-verzoek hebben 
gedaan. 
Tijdens het vragenuur heeft het lid Gill'ard mij er op geattendeerd dat in Duitsland 
verzoeken van farmaceutische bedrijven aan de douane transparant worden 
gemaakt en mij gevraagd of dit in Nederland ook niet mogelijk is. Zoals toegezegd 
heb ik hier onderzoek naar laten verrichten en hieruit bleek dat de Duitse douane 
inderdaad bedrijven die bij hem een verzoek om op te treden op grond van artikel 
5 EU-Douaneverordening 1383/2003 hebben gedaan, op zijn website vermeldt2. 
Het gaat hier om vermelding van de naam en het adres van deze verzoekers en 
de intellectuele eigendomsrechten waarop men een beroep doet. Na overleg met 
het Ministerie van Financiën zie ik geen reden om de bedrijven die een dergelijk 
verzoek bij de Nederlandse douane hebben ingediend niet eveneens te vermelden. 
Daartoe zal dan ook worden overgegaan en deze lijst zal op de website van de 
douane worden gepubliceerd. Omdat het tijd kost om de gegevens op deze wijze 
te verzamelen en te digitaliseren kan er nog geen concrete termijn van publicatie 
worden gegeven, maar zal hier zo snel mogelijk toe overgaan. In het licht van 
gelijke behandeling zullen op deze lijst overigens, net zoals in Duitsland, alle zgn. 
artikel 5-verzoekers vermeld worden en niet alleen de farmaceutische bedrijven. 





2 www.zoll.de/e0_downloads/f0_dont_show/liste_antragsteller.pdf 

                                                                                        Pagina 4 van 8 






                                                                                      Directoraat-Generaal 
                                                                                      Ondernemen en Innovatie 
                                                                                      Directie Innovatie 


                                                                                      Ons kenmerk 
                                                                                      OI/I / 9150931 


4. Uiteenzetting van de ACTA-onderhandelingen 
De Anti Counterfeit Trade Agreement (ACTA) is een initiatief van Japan en de 
Verenigde Staten. Het idee hierachter is, tezamen met andere landen, te komen 
tot een standaard op het gebied van handhaving van intellectuele 
eigendomsrechten teneinde namaak en piraterij effectief te bestrijden. De 
Verenigde Staten, Japan, Canada, Mexico, Zuid-Korea, Singapore, Australië, 
Nieuw-Zeeland, Zwitserland en de Europese Unie nemen nu deel aan deze 
besprekingen. 

Voor de Europese Unie coördineert en onderhandelt de Europese Commissie waar 
het onder de bevoegdheid van de Gemeenschap vallende aangelegenheden 
betreft. De Raad van de Europese Unie heeft de Europese Commissie daartoe in 
maart 2008 een mandaat verstrekt. De Commissie voert de onderhandelingen na 
overleg met de lidstaten (via Comité 133 en andere relevante comités). Voor 
aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen, zoals 
strafrechtelijke sancties en samenwerking tussen nationale handhavingsinstanties, 
neemt het Voorzitterschap, na voorafgaand overleg, namens de Lidstaten deel aan 
de besprekingen. De inzet van Nederland in deze overleggen is om de productie 
van en handel in nagemaakte en illegaal gekopieerde goederen effectief te 
bestrijden. Het gaat hier om een fenomeen van internationale omvang met 
ernstige gevolgen, op economisch en sociaal vlak, voor de goede werking van de 
interne markt. Ook uit het oogpunt van de consumentenbescherming, de 
volksgezondheid en de openbare veiligheid dienen deze praktijken effectief 
bestreden te worden. 

Het streven is dat ACTA zich richt op drie gebieden: 
1) toenemende internationale samenwerking op het gebied van handhaving, 
2) uitwisseling van `best practices', en  
3) het bewerkstelligen van een meer effectief juridisch kader voor de bestrijding 
van namaak en piraterij. 

Tot op heden zijn er vijf onderhandelingsrondes over ACTA geweest en is 
gesproken/onderhandeld over de volgende onderwerpen, te weten: 
- 1e ronde juni 2008 - Genève, Zwitserland: structuur van ACTA, 
douanemaatregelen; 
- 2e ronde juli 2008 - Washington, VS -: douanemaatregelen, civielrechtelijke 
handhaving, transparantie; 
- 3e ronde oktober 2008 - Tokio, Japan: civielrechtelijke handhaving, 
strafrechtelijke handhaving; 
- 4e ronde december 2008 - Parijs, Frankrijk: institutionele vraagstukken, 
internationale samenwerking, praktische uitvoering van handhaving, internet, 
douanemaatregelen, definities; 
- 5e ronde juli 2009 - Rabat, Marokko: internationale samenwerking, praktische 
uitvoering van handhaving, institutionele vraagstukken, transparantie. 
De volgende ronde zal in november 2009 in Seoul, Zuid-Korea plaatsvinden. 
Partijen hebben de intentie uitgesproken de onderhandelingen inzake ACTA in (de 
eerste helft van) 2010 af te ronden.  

                                                                                      Pagina 5 van 8 






                                                                                     Directoraat-Generaal 
                                                                                     Ondernemen en Innovatie 
                                                                                     Directie Innovatie 


                                                                                     Ons kenmerk 
                                                                                     OI/I / 9150931 


Omdat diverse ACTA-deelnemers volgens hun wetgeving en parlementaire proces 
niet gerechtigd zijn tijdens de onderhandelingen documenten te openbaren, 
hebben de deelnemende partijen bij aanvang van ACTA afgesproken dat de 
documenten vertrouwelijk zullen worden behandeld en alleen verstrekt zullen 
worden aan overheidsfunctionarissen of personen buiten de overheid die 
deelnemen aan het intern overleg dan wel gevraagd worden te adviseren hierbij. 
Dat neemt echter niet weg dat er tijdens de onderhandelingen niet over meer 
transparantie (waaronder geheel/gedeeltelijk openbaarmaken van de 
documenten) wordt gesproken; een aantal landen, waaronder Nederland, ervaart 
het gebrek aan transparantie als een probleem. Tijdens de onderhandelingsronde 
afgelopen juli in Rabat, Marokko, is uitgebreid over dit onderwerp gesproken. Na 
afloop hiervan is afgesproken dat voortaan de concept-agenda's voor komende 
rondes vooraf gepubliceerd zullen worden. Ook zal dit onderwerp in Seoul weer op 
de agenda zal staan.  

Het gesloten karakter van de besprekingen geeft aanleiding tot bepaalde 
speculaties. Nederland steunt een internationale ontwikkeling als ACTA, maar is 
wel van mening dat de transparantie van het onderhandelingsproces verbetering 
behoeft. Dit is in Comité 133 dan ook van aanvang af met nadruk kenbaar 
gemaakt. Onlangs heeft Nederland, tezamen met een aantal andere Lidstaten, in 
dit Comité nog een verklaring hierover afgelegd. In tegenstelling tot de 
beweringen is ACTA overigens niet (volstrekt) geheim gehouden. Zo wordt na 
iedere onderhandelingsronde een persbericht uitgegeven en zijn er ook 
persconferenties gegeven. De Europese Commissie heeft informatie over ACTA op 
haar website geplaatst3 en inmiddels twee `ACTA Stakeholders Consultation 
Meetings' georganiseerd, waar door de Europese Commissie verslag is gedaan van 
de besprekingen en een ieder zijn mening op ACTA kon uiten. 

Ook in Nederland zullen wij hiertoe overgaan. Op korte termijn zullen de agenda's 
van de afgelopen onderhandelingsrondes, andere openbare informatie en links op 
de website van Economische Zaken worden gepubliceerd. Verder is met de meest 
direct bij ACTA betrokken departementen, de Ministeries van Justitie, Financiën en 
Ontwikkelingssamenwerking afgesproken (en ook al op kleine schaal bekend 
gemaakt) dat belanghebbenden in de gelegenheid zullen worden gesteld hun visie 
op ACTA te geven. Deze consultatie zal in ieder geval plaatsvinden zodra de 
onderhandelingsteksten openbaar worden gemaakt. Indien tijdens de volgende 
onderhandelingsronde in november echter blijkt dat deze openbaarmaking toch op 
zich zal laten wachten dan zal ik er sterk op aandringen dat deze consultatie 
eerder plaatsvindt op grond van de dan beschikbare publieke informatie. 

Op de vraag van de heer Irrgang of de ACTA-onderhandelingen er niet toe leiden 
dat het nog moeilijker wordt voor de allerarmste ontwikkelingslanden om aan 
medicijnen tegen hiv/aids te komen, merk ik op dat ACTA het tegengaan van 
namaak, waaronder namaakmedicijnen, als doel heeft. Voor zover de werking van 



3 http://ec.europa.eu/trade/issues/sectoral/intell_property/acta_en.htm 

                                                                                    Pagina 6 van 8 






                                                                                              Directoraat-Generaal 
                                                                                              Ondernemen en Innovatie 
                                                                                              Directie Innovatie 


                                                                                              Ons kenmerk 
                                                                                              OI/I / 9150931 


           ACTA verder zou reiken dan alleen tussen de daarbij aangesloten landen, is het 
           ook in het belang van deze ontwikkelingslanden om toegang te hebben tot goede 
           medicijnen. 





(w.g.)     drs. F. Heemskerk 
           Staatssecretaris van Economische Zaken 




                                                                                              Pagina 7 van 8 






                                                                                      Directoraat-Generaal 
                                                                                      Ondernemen en Innovatie 
                                                                                      Directie Innovatie 


                                                                                      Ons kenmerk 
                                                                                      OI/I / 9150931 


Bijlage bij de Kamerbrief over het tegenhouden van partijen medicijnen 
voor ontwikkelingslanden door de douane: samenvatting van het 
overzicht van aanhoudingen van medicijnen in transit van het jaar 2008. 
Dit overzicht geeft de stand van zaken per 31 december 2008 

Herkomst 
Er zijn 17 partijen aangehouden in de zin van EU Douaneverordening 1383/2003. 
Hiervan zijn er 16 afkomstig uit India en één uit China. 

Bestemming 
5 x Peru 
4 x Colombia 
2 x Ecuador 
2 x Mexico 
1 x Portugal 
1 x Spanje 
1 x Brazilië 
1 x Nigeria 

Soort 
Dit betrof voor wat betreft de soort goederen: 
-8 x cardiologische medicijnen: bloeddrukverlagers, tromboseremmers (tezamen 
1.750 kg) 
- 5 x lifestyle medicijnen: erectiestimulator en cholesterolverlager (tezamen 515 
kg en 100.000 pillen) 
- 2 x aidsremmers (tezamen 30.000 pillen en 24 kg) 
- 1 x medicijnen tegen dementie (94.000 pillen) 
- 1 x medicijnen tegen schizofrenie (500.000 pillen) 

Optreden 
- 6 maal toepassen van de vereenvoudigde douaneprocedure (art 11. EG 
verordening 1383/2003). Daarbij worden de goederen vrij gegeven voor 
vernietiging door de houder van het recht. Dat gebeurt bij het uitblijven van een 
reactie van de aangever, houder of eigenaar van de goederen. 
- 6 maal besluit de rechthouder niet op te treden en zijn de goederen vrijgegeven. 
- 4 maal vrijgave van de goederen na minnelijke regeling van de partijen. In twee 
van de vier gevallen heeft de eigenaar afstand gedaan van de goederen.  
- 1 zaak loopt nog tussen civiel partijen. 

                                                                                      Pagina 8 van 8 






---- --