Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit

Besluit
Openbaar

Ons kenmerk: OPTA/AM/2009/201887
Zaaknummer: 09.0093.32.1.02
Datum: 28 juli 2009

BESLUIT van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit inzake het bezwaarschrift tegen zijn besluit van 17 april 2009 tot openbaarmaking van de last onder dwangsom van 1 april 2009 inzake de wettelijke verplichting tot aansluiting bij een van overheidswege erkende geschillencommissie door Hilf Telecom B.V..
1 Samenvatting

1. Bij besluit van 1 april 2009 (hierna ook: het dwangsombesluit) heeft het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) een last onder dwangsom opgelegd aan Hilf Telecom B.V. (hierna ook: Hilf Telecom) wegens overtreding van artikel 12.1, eerste lid, van de Telecommunicatiewet (hierna: Tw). Op 17 april 2009 heeft het college het besluit tot publicatie van de openbare versie van het dwangsombesluit (hierna ook: het publicatiebesluit) opgestuurd aan Hilf Telecom.


2. Bij brief van 4 april 2009, ontvangen door het college op 10 april 2009, heeft Hilf Telecom, voortijdig, bezwaar gemaakt tegen het publicatiebesluit. Omdat het bezwaar kennelijk gericht was tegen een op dat moment nog niet genomen besluit heeft het college ambtshalve de behandeling van dit bezwaar aangehouden tot dagtekening van het besluit waartegen het bezwaar kennelijk wel is gericht. In haar bezwaarschrift stelt Hilf Telecom dat zij zich bijtijds bij de geschillencommissie heeft aangemeld en aan de financiële voorwaarden heeft voldaan, en derhalve de facto al is aangesloten bij de geschillencommissie. Hilf Telecom stelt voorts in haar bezwaarschrift dat het gedrag van de geschillencommissie beneden elk niveau is. Ten aanzien van de gronden van bezwaar concludeert het college in heroverweging dat deze niet slagen.


3. Het college verklaart het bezwaar ongegrond.
2 Verloop van de procedure
4. Het college heeft vastgesteld dat Hilf Telecom niet is aangesloten bij een van overheidswege erkende geschillencommissie (hierna: de geschillencommissie). Daarmee voldoet Hilf Telecom niet aan de wettelijke verplichting op grond van artikel 12.1, eerste lid, Tw. Het college heeft bij brief van 20 oktober 20081 Hilf Telecom verzocht zich alsnog binnen twee maanden na dagtekening van deze brief aan te sluiten bij de geschillencommissie. Op 20 januari 2009 heeft de geschillencommissie desgevraagd aan het college per e-mail meegedeeld dat Hilf Telecom zich nog niet heeft aangemeld bij de geschillencommissie.


1 Kenmerk OPTA/ACNB/2008/202249.





Besluit
Openbaar
5. Het college heeft daarop aan Hilf Telecom op 9 februari 20092 een vooraankondiging van het dwangsombesluit gestuurd teneinde Hilf Telecom te dwingen alsnog de wettelijk verplichte aansluiting bij de geschillencommissie te realiseren. Hilf Telecom is in de gelegenheid gesteld haar zienswijze tegen deze vooraankondiging in te brengen. Hilf Telecom heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.

6. Bij besluit van 1 april 20093 heeft het college een last onder dwangsom opgelegd aan Hilf Telecom. In de begeleidende brief4 bij het dwangsombesluit heeft het college Hilf Telecom de gelegenheid gegeven om, indien het dwangsombesluit naar de mening van Hilf Telecom vertrouwelijke gegevens bevat, dit binnen vijf werkdagen na dagtekening van de brief kenbaar te maken aan het college. Bij brief van 4 april 2009, ontvangen door het college op 10 april 2009, heeft Hilf Telecom in reactie op deze brief, voortijdig, bezwaar aangetekend tegen het (voorgenomen) besluit tot publicatie van de openbare versie van het dwangsombesluit. De behandeling van dit bezwaar is aangehouden tot dagtekening van het publicatiebesluit.

7. Bij brief van 17 april 20095 heeft het college Hilf Telecom zijn publicatiebesluit gestuurd. De openbare versie van het dwangsombesluit, dat gepubliceerd zou worden, heeft het college als bijlage meegezonden. Bij brief van 20 april 20096 heeft het college Hilf Telecom uitgenodigd voor een hoorzitting.

8. Op 6 april 2009 heeft de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken, waartoe de geschillencommissie behoort, om veiligheidsredenen de toegang tot haar website afgesloten. Enige weken later heeft de geschillencommissie het college laten weten dat hierdoor zowel aanmelding als aansluiting tot nader order niet mogelijk is. Het college heeft hierop besloten de begunstigingstermijn van het dwangsombesluit, alsmede de publicatie van de openbare versie van het dwangsombesluit op te schorten. Het college heeft dit gemeld aan Hilf Telecom in zijn brief van 28 april 20097. Met instemming van Hilf Telecom is de behandeling van het bezwaar van Hilf Telecom tegen publicatie van de openbare versie van het dwangsombesluit uitgesteld tot het digitale systeem van de geschillencommissie weer operationeel is. Met zijn wijzigingsbesluit8 van 13 mei 2009 heeft het college de begunstigingstermijn van het dwangsombesluit opnieuw vastgesteld op zes weken na dagtekening van de brief waarin het college Hilf Telecom informeert dat het digitale systeem van de geschillencommissie voor aanmelding en aansluiting weer operationeel is.


2 Kenmerk OPTA/ACNB/2009/200287.

3 Kenmerk OPTA/ACNB/2009/200599.

4 Kenmerk OPTA/ACNB/2009/200615.

5 Kenmerk OPTA/ACNB/2009/200893.

6 Kenmerk OPTA/ACNB/2009/200941.

7 Kenmerk OPTA/ACNB/2009/200984.

8 Kenmerk OPTA/ACNB/2009/201105.

2





Besluit
Openbaar
9. Op 1 juli 2009 heeft de geschillencommissie aan het college per e-mail gemeld dat het digitale aanmeld- en aansluitsysteem weer operationeel is. Het college heeft Hilf Telecom hierover geïnformeerd bij brief9 van 7 juli 2009. Met deze brief heeft het college Hilf Telecom tevens opnieuw uitgenodigd voor een hoorzitting. Tevens heeft het college in deze brief Hilf Telecom gemeld dat hij zal overgaan tot publicatie van de openbare versie van het dwangsombesluit.

10. Hilf Telecom heeft vervolgens geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om op 16 juli 2009 in een hoorzitting zijn zienswijze mondeling naar voren te brengen
3 Bestreden besluit
11. Het is vast beleid van het college om zijn besluiten in beginsel voor het publiek beschikbaar te stellen door publicatie van een openbare versie op de website van OPTA.10 Naar het oordeel van het college zorgt publicatie van een openbare versie van de door hem genomen besluiten er voor dat marktpartijen, consumenten en het algemeen publiek duidelijk weten wat OPTA doet, en waarom en hoe OPTA dat doet. Dit dient tevens het gelijkheidsbeginsel. Bovendien kan het publicatiebeleid een stimulans zijn om de regels na te leven en zo een preventieve werking hebben ter voorkoming van wetsovertredingen. Daarnaast voldoet het college door middel van het publiceren van een openbare versie van zijn besluiten aan de algemene verplichting voor bestuursorganen om tot openbaarmaking van besluiten over te gaan, zoals onder meer vastgelegd in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob).

12. Het college heeft bij het publicatiebesluit de uitzonderingen op het uitgangspunt dat onder bestuursorganen berustende informatie openbaar is, zoals neergelegd in artikel 10 Wob, in acht genomen. Bedrijfsvertrouwelijke en persoonsgegevens die bescherming behoeven, worden niet openbaar gemaakt. De last onder dwangsom bevat geen namen van privépersonen. De (handels)namen van de betrokken onderneming, die zij bedrijfsmatig in het economisch verkeer hanteren, worden (in overeenstemming met jurisprudentie van de Wob11) niet als vertrouwelijk aangemerkt.

13. Het bestreden besluit betreft alleen de publicatie van de openbare versie van het dwangsombesluit. Andere documenten worden, ingeval van een verzoek daartoe, slechts openbaar gemaakt na een afweging van de betrokken belangen op grond van de Wob, voor zover van toepassing.

4 Juridisch kader
14. Ingevolge artikel 2 Wob verstrekt een bestuursorgaan bij de uitvoering van zijn taak, onverminderd het elders bij de wet bepaalde, informatie overeenkomstig deze wet. Op grond van artikel 8 Wob is het college verplicht uit eigen beweging informatie te verstrekken over het door hem gevoerde

9 Kenmerk OPTA/ACNB/2009/201714.
10 Zie: http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=2900. 11 Zie bijvoorbeeld: Rb. A'dam, nr. AWB 08/1542 WOB, LJN BD3014.
3





Besluit
Openbaar
beleid zodra dat in het belang is van een goede en democratische besluitvorming. Ingevolge het tweede lid draagt het bestuursorgaan er zorg voor dat de informatie wordt verschaft in begrijpelijke vorm, op zodanige wijze, dat belanghebbende en belangstellende burgers zoveel mogelijk worden bereikt en op zodanige tijdstippen, dat deze hun inzichten tijdig ter kennis van het bestuursorgaan kunnen brengen.

15. Het verstrekken van informatie ingevolge de Wob blijft op grond van artikel 10, eerste lid, aanhef en onder c, Wob achterwege indien de informatie bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld.

16. Ingevolge artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, Wob blijft het verstrekken van informatie achterwege, indien het belang daarvan niet opweegt tegen het belang van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.

17. Ingevolge artikel 10, tweede lid, aanhef en onder g, Wob blijft openbaarmaking achterwege indien het belang daarvan niet opweegt tegen het belang van het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden.

18. Het college heeft de werkwijze voor openbaarmaking van besluiten vastgesteld en inzichtelijk gemaakt in zijn Beleidsregels openbaarmaking OPTA van 1 april 200912. 5 Overwegingen
19. In haar bezwaarschrift stelt Hilf Telecom dat zij zich bijtijds bij de geschillencommissie heeft aangemeld en ook aan de financiële voorwaarden van de geschillencommissie heeft voldaan, met uitzondering van het stellen van een bankgarantie. Hilf Telecom stelt de facto al te zijn aangesloten bij de geschillencommissie.

20. Het college stelt voorop dat het college vanuit het oogpunt van generale preventie alsmede vanwege het belang van de bescherming van de belangen van consumenten er belang bij heeft een openbare versie van het dwangsombesluit van 1 april 2009 te publiceren.

21. Het belang van openbaarmaking van een openbare versie van het dwangsombesluit ligt in het feit dat het college daarmee aan het algemene publiek en aan marktpartijen laat zien dat hij concreet werk maakt van de wettelijke aansluitplicht bij de geschillencommissie op grond van artikel 12.1, eerste lid, Tw. Daarnaast wordt het belang van openbaarmaking ingegeven door de wens consumenten voor te lichten over het bestaan van een laagdrempelige manier voor geschilbeslechting. Consumenten die een overeenkomst hebben met Hilf Telecom kunnen zich er van op de hoogte stellen dat zij een eventueel geschil voortaan kunnen indienen bij de geschillencommissie.

12 Gepubliceerd op op 2 april 2009.

4





Besluit
Openbaar
22. Bovendien kan openbaarmaking aanbieders van openbare telefonie, die zich nog niet hebben aangesloten bij de geschillencommissie, terwijl zij hier wel toe verplicht zijn, er toe aanzetten op eigen initiatief de wettelijk verplichte aansluiting te realiseren.

23. Het college stelt voorts dat het college en de geschillencommissie ieder hun eigen rol en eigen bevoegdheden heeft. Zuiver bezien is er dan ook geen sprake van een driehoeksverhouding tussen het college, de geschillencommissie, en een aanbieder, in casu Hilf Telecom, maar van twee onderscheiden relaties, enerzijds tussen het college en Hilf Telecom en anderzijds tussen de geschillencommissie en Hilf Telecom. Dat laat onverlet dat het college, door gebruik te maken van zijn bevoegdheden tot handhaving, wel de verhouding tussen de geschillencommissie en Hilf Telecom kan beïnvloeden. Het college is zich hier van bewust en doet dit ook met reden, te weten het bevorderen van aansluiting van Hilf Telecom bij de geschillencommissie op zo kort mogelijke termijn.

24. De uitvoering van geschilbeslechting tussen aanbieders van openbare telefonie en carrierdiensten en consumenten is door de wetgever belegd bij een zelfstandige, onafhankelijke geschillencommissie en uitdrukkelijk niet bij het college.13 De geschillencommissie wordt erkend door het ministerie van Justitie op grond van de Erkenningsregeling geschillencommissies consumentenklachten 199714 en is zelfstandig bevoegd de voorwaarden vast te stellen waaronder aansluiting bij de geschillencommissie plaats vindt. Het college heeft daar geen zeggenschap over, noch over de erkenning van de geschillencommissie, noch over de voorwaarden voor aansluiting. Indien een aanbieder het niet eens is met de voorwaarden voor aansluiting bij de geschillencommissie, zal hij zich moeten wenden tot de geschillencommissie en niet tot het college.

25. Het college houdt toezicht op de naleving van de wettelijke aansluitplicht bij een van overheidswege erkende geschillencommissie en treedt zo nodig handhavend op. Handhaving door het college is gericht op daadwerkelijke aansluiting bij de geschillencommissie, waardoor een eventueel geschil tussen consument en aanbieder in behandeling genomen kan worden. Het college bepaalt niet wanneer een aanbieder is aangesloten bij de geschillencommissie. Dat is de rol en bevoegdheid van de geschillencommissie. De geschillencommissie besluit zelfstandig of de aanbieder aan alle voorwaarden van de geschillencommissie heeft voldaan en dus aangesloten kan worden. Het college moet zich bij zijn handhaving in deze naar het oordeel van de geschillencommissie richten.

26. De geschillencommissie hanteert voor aansluiting een aantal financiële en inhoudelijke voorwaarden. De financiële voorwaarden bestaan uit het betalen van de jaarlijkse bijdrage en het stellen van een bankgarantie. De inhoudelijke voorwaarden zijn het in overeenstemming hebben of brengen van de algemene voorwaarden van de aanbieder aan wet- en regelgeving en het

13 Kamerstukken II, 1997-1998, 25533, nr. 5, p. 130. 14 Stcrt. 1996, nr. 248.

5





Besluit
Openbaar
opnemen van een artikel ter zake van geschillen in de algemene voorwaarden overeenkomstig het standaardmodel van de geschillencommissie.

27. Uit de correspondentie tussen Hilf Telecom en het college blijkt dat Hilf Telecom op 1 april 2009, de datum waarop het college de last onder dwangsom heeft opgelegd, nog niet aan alle financiële voorwaarden heeft voldaan voor aansluiting bij de geschillencommissie. In zijn brief van 4 april 2009 geeft Hilf Telecom aan op dat moment nog niet de vereiste bankgarantie gesteld te hebben. Hilf Telecom heeft op 17 februari 2009 al wel de registratiekosten voldaan aan de geschillencommissie.

28. Daarnaast heeft Hilf Telecom bij brief van 8 juli 2009 het college laten weten haar algemene voorwaarden alsmede een zogenoemde translatietabel aan de geschillencommissie te hebben overhandigd ter toetsing door de toetsingscommissie van de geschillencommissie. Hilf Telecom heeft dit nogmaals bevestigd bij e-mail van 13 juli 2009.

29. Voor zover Hilf Telecom met haar bezwaar betoogt dat Hilf Telecom de facto al zou zijn aangesloten voordat het college de last onder dwangsom heeft opgelegd en het college dus ten onrechte zou willen overgaan tot publicatie van een openbare versie van het dwangsombesluit, slaagt dit betoog, gezien het bovenstaande, naar het oordeel van het college niet.

30. Hilf Telecom stelt voorts in zijn bezwaarschrift dat het gedrag van de geschillencommissie beneden elk niveau is. Uit de correspondentie tussen het college en Hilf Telecom blijkt dat de communicatie tussen de geschillencommissie en Hilf Telecom niet naar tevredenheid van Hilf Telecom verloopt. Wat daar ook van zij, de communicatie tussen de geschillencommissie en Hilf Telecom en de wijze waarop dat gebeurt is een zaak van deze beide partijen en niet van het college.

31. Voor zover gebrekkige communicatie tussen de geschillencommissie en Hilf Telecom in de weg zou staan aan de mogelijkheid voor Hilf Telecom om zich aan te sluiten bij de geschillencommissie, overweegt het college het volgende.

32. Hilf Telecom heeft voor het voldoen aan de wettelijke aansluitplicht de medewerking nodig van de geschillencommissie. Hoewel Hilf Telecom duidelijk heeft gemaakt dat de communicatie met de geschillencommissie in haar ogen te wensen overlaat, blijkt nergens uit dat de geschillencommissie het Hilf Telecom feitelijk onmogelijk maakt zich aan te sluiten bij de geschillencommissie, waardoor Hilf Telecom in een overmachtsituatie zou geraken. In de periode van 6 april 2009 tot 1 juli 2009 is wel sprake geweest van een overmachtsituatie voor Hilf Telecom, omdat toen het digitale aanmeld- en aansluitsysteem van de geschillencommissie niet operationeel was. Het college heeft dit ook onderkend. Omdat Hilf Telecom in die periode feitelijk niet bij machte was zich aan te sluiten bij de geschillencommissie, heeft het college de begunstigingstermijn van het dwangsombesluit opgeschort. Vanaf 1 juli 2009 is het digitale systeem van de
6





Besluit
Openbaar
geschillencommissie weer operationeel en is er dus geen sprake meer van een overmachtsituatie voor Hilf Telecom.

33. Voor zover Hilf Telecom met haar bezwaar wil betogen dat het voor haar onmogelijk is (geweest) zich aan te sluiten bij de geschillencommissie als gevolg van de gebrekkige wijze van communiceren door de geschillencommissie, en het college derhalve ten onrechte zou willen overgaan tot publicatie van een openbare versie van het dwangsombesluit, slaagt dit betoog, gezien het bovenstaande, naar het oordeel van het college niet.

34. Het college concludeert op grond van het vorenstaande dat de bezwaren van Hilf Telecom geen doel treffen.
6 Besluit
35. Het college verklaart de bezwaren van Hilf Telecom B.V. tegen zijn besluit van 17 april 2009 tot publicatie van een openbare versie van zijn besluit van 1 april 2009 inzake de oplegging van een last onder dwangsom aan Hilf Telecom B.V., ongegrond en laat daarmee het bestreden besluit in stand.

HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college,
Hoofd afdeling Markten,

w.g. drs. D.I. Bos

Beroepsmogelijkheid
Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt beroep instellen bij de Rechtbank Amsterdam. Het postadres is: Rechtbank Amsterdam, Sector Bestuursrecht, Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Het beroepschrift moet zijn ondertekend en moet ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht bevatten. Voorts moet het beroepschrift de gronden van het beroep bevatten en dient een afschrift van het bestreden besluit te worden meegezonden. Voor het instellen van beroep is griffierecht verschuldigd. Informatie hierover kan worden ingewonnen bij de griffie van de Rechtbank, telefoon (020) 541 22 19.


7