Rechtbank Middelburg


Geen gedwongen vertrek circusgroep uit AZC Dongen

Breda, 4 september 2009 - De voorzieningenrechter van de rechtbank Breda heeft bepaald dat tien leden van de circusgroep âAfrisiniaâ in het asielzoekerscentrum in Dongen mogen blijven, in afwachting van de uitslag van hun beroepsprocedure tegen de overplaatsing naar AZC-Bellingwolde. Het Centraal orgaan opvang asielzoekers (COA) had in kort geding een snelle ontruiming uit AZC-Dongen gevorderd.

De rechter is van oordeel dat de tien asielzoekers een zwaarwegend belang hebben om in de regio Dongen te blijven. Zij maken deel uit van de in totaal zestien personen tellende circusgroep âAfrisiniaâ, van wie de overige en deels minderjarige leden in Tilburg en Waalwijk verblijven. Vanuit Bellingwolde (Groningen) zou het voor de groep gezien reisafstand en âkosten onmogelijk zijn om regelmatig te trainen en daarmee het hoge acrobatische niveau van de circusacts op peil te houden. Dit zou het einde van de groep betekenen.

De rechter vindt dat het COA in verband met de sluiting van AZC-Dongen weliswaar een spoedeisend belang heeft bij overplaatsing van de tien asielzoekers, maar dat het de mogelijkheden van alternatieve opvang in de regio onvoldoende heeft onderzocht. Een voorstel om de groep administratief te plaatsen in AZC-Vught, waarbij een stichting die hen ondersteunt voor huisvesting in de buurt zou zorgen, werd door het COA afgewezen. Het COA voert als bezwaar onder meer aan dat er bij plaatsing buiten een asielzoekerscentrum risico is op verdere integratie. Dit terwijl de asielzoekers, wier aanvragen om een verblijfsvergunning zijn afgewezen, zich juist moeten voorbereiden op terugkeer. Volgens de rechter had het COA echter moeten onderzoeken of dat risico wel bestaat, nu de circusgroep niet zozeer op Nederland maar meer op Europa gericht is. Bovendien is het op peil houden van het niveau van de circusgroep juist ook van belang bij (gedwongen) terugkeer. Verder had het COA de mogelijke voordelen van administratieve plaatsing, zoals besparing van woonkosten, moeten onderzoeken.

Bron: Rechtbank Breda
Datum actualiteit: 4 september 2009 Naar boven