Universiteit Twente

Promovendus ontwikkelt methode om gedrag zandgolven op zee te voorspellen

Marine hoeft dankzij methode minder kostbare metingen te doen

Op de zeebodem bevinden zich zandgolven, een soort duinen maar dan onderwater, Deze zandgolven kunnen zich verplaatsen met een snelheid tot 100 meter per jaar. Om te zorgen dat schepen niet vastlopen op de zandgolven, brengt de Koninklijke Marine constant de bodem van de Noordzee in kaart en kijkt het waar de zandgolven zich bevinden. Leendert Dorst ontwikkelde een methode die de beweging van zandgolven beter kan interpreteren en voorspellen. Met zijn voorspellingen kan het aantal metingen in sommige gebieden drastisch naar beneden, wat uiteraard een aanzienlijke kostenbesparing inhoudt. Dorst promoveert vrijdag 4 september aan de faculteit Construerende Technische Wetenschappen van de Universiteit Twente.

Op de Noordzee varen bijna constant twee schepen van de Koninklijke Marine die de bodem van de zee met behulp van sonarapparatuur in kaart brengen. Ze speuren de bodem onder andere af naar zandgolven. Dit zijn grote zandhopen onder water van tot wel vijf meter hoog. De schepen doen de metingen om betrouwbare zeekaarten van het Nederlands Continentaal Plat in de Noordzee te kunnen maken.

Het is niet mogelijk om één zeekaart te ontwikkelen en deze tot in lengte van dagen te gebruiken. Een gedeelte van de zandgolven verandert namelijk langzaam van plaats. Dit gebeurt met een snelheid van maximaal 100 meter per jaar. Afhankelijk van onder andere de zeebodemverandering, de diepte, de intensiteit van de scheepvaart en menselijk ingrijpen zoals zandwinning, wordt een gebied eens per jaar tot eens per vijftien jaar door de twee schepen gecontroleerd.

Leendert Dorst heeft nu een methode ontwikkeld, waarmee het mogelijk is om de verplaatsing van de zandgolven te voorspellen. Zijn op statistiek gebaseerde model vergelijkt verschillende dieptemetingen van dezelfde plaats die op verschillende momenten gemaakt zijn met elkaar. Op basis hiervan kan het inschatten hoe snel en in welke richting zandgolven zich bewegen. Hiervoor is het wel van belang dat er een tijdserie metingen van de zeebodem beschikbaar is.

Dankzij het model hoeven er in verschillende gebieden minder kostbare metingen uitgevoerd te worden. In sommige gebieden is de meetfrequentie zelfs gehalveerd. Overigens duurt het nog wel even voor de methode toegepast kan worden op heel de bodem van het Nederlands Continentaal Plat. Van de gebieden waar minder maak gemeten hoeft te worden, zijn er voorlopig namelijk nog onvoldoende meetgegevens.