1 1
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag
de voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6
der Staten-Generaal 2597 JG Den Haag
Binnenhof 4 Postbus 20901
2500 EX Den Haag
2513 AA DEN HAAG T 070 351 6171
Contactpersoon
-
T -
Ons kenmerk
VenW/DGMO-2009/8367
Uw kenmerk
-
Datum 3 september 2009
Bijlage(n)
Onderwerp Standpunt A4 Delft-Schiedam -
Geachte voorzitter,
Met deze brief informeer ik u over het Standpunt over de aanleg van de A4 Delft-
Schiedam dat ik, mede namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer (VROM), heb ingenomen.
In de komende jaren wordt fors geïnvesteerd in verbetering van de
bereikbaarheid van de zuidelijke randstad. Met de aanleg van het project A4
Delft-Schiedam wordt een noodzakelijke stap gezet voor het verbeteren van de
bereikbaarheid over de weg. De aanleg van de A4 maakt onderdeel uit van een
breed pakket aan maatregelen op het gebied van regionaal openbaar vervoer,
spoor en weginfrastructuur om de bereikbaarheid in de zuidelijke randstad te
verbeteren. Over dit brede pakket van maatregelen, nodig om de mobiliteit in de
regio te verbeteren, en de context van het Standpunt A4 Delft-Schiedam hierin,
informeer ik u in een separate brief, die u gelijk met het Standpunt van mij zult
ontvangen.
Standpunt
Van 7 mei tot 18 juni 2009 heeft de Trajectnota/MER A4 Delft-Schiedam ter
inzage gelegen. Op basis van de informatie uit de Trajectnota/MER (TN/MER), de
ontvangen inspraakreacties, de adviezen van wettelijke adviseurs (waaronder de
Commissie voor de milieueffectrapportage), de adviezen van de betrokken
bestuursorganen en een analyse van de kosten en baten van de alternatieven
kom ik, in overeenstemming met de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer, tot een keuze voor het alternatief A4 Delft-Schiedam,
variant 1B. Deze variant zal worden geoptimaliseerd in het Ontwerptracébesluit
(OTB).
De belangrijkste overwegingen daarbij hebben betrekking op de bereikbaarheid
tussen de regio's Den Haag en Rotterdam, de verkeershinder gedurende de
aanleg, de effecten voor de omgeving en de ruimtelijke ontwikkelingen, de
kosten, de baten/kostenverhouding en het draagvlak in de regio. Mijn
overwegingen bij deze keuze worden in het vervolg van deze brief toegelicht. Ik
ga achtereenvolgens in op het tot nu toe doorlopen proces, nut en noodzaak van
het project, de ontvangen inspraakreacties en adviezen, de nadere motivering
a
Pagina 1 van 17
van de keuze voor het A4-alternatief en variant 1B, het in het OTB uit te werken Datum
tracé, de kosten, financiering en het vervolgproces. 3 september 2009
Ons kenmerk
Proces tot nu toe VenW/DGMO-2009/8367
Tracé/m.e.r.-procedure 1993-1996
De Tracé/m.e.r.-procedure voor de A4 Delft-Schiedam is gestart in 1993. In 1996
is een TN/MER uitgebracht. Op basis van deze TN/MER nam de minister van
Verkeer en Waterstaat (VenW), in overleg met de minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) in november 1996 het standpunt
in, dat de A4 Delft-Schiedam als een snelweg op maaiveld moest worden
aangelegd. Uitgangspunt daarbij was een weg met 2x2 rijstroken, waarbij ruimte
werd gereserveerd voor 2x3 rijstroken. In de TN/MER 1996 bleek dat openbaar
vervoer verkeerskundig gezien onvoldoende probleemoplossend is voor het
verbeteren van de bereikbaarheid over de weg tussen de regio's Den Haag en
Rotterdam. In 1998 besloot de Tweede Kamer het budget voor de weg naar
andere infrastructuurprojecten te verschuiven. Het project A4DS kwam stil te
liggen.
Tracé/m.e.r.-procedure 2004-2009
Startnotitie
In maart 2004 is een nieuwe Startnotitie uitgebracht. Hiermee werd de in 1993
gestarte Tracé/m.e.r.-procedure hervat. In deze Startnotitie is een aantal
varianten afgevallen: de A14, de A24 en doelgroepensystemen.
De A14 is een nieuwe verbinding tussen de A16 bij Terbregseplein en de A4 bij
Leidschendam. Deze verbinding is niet verder onderzocht vanwege met name de
hoge aanlegkosten (aanleg in relatief dichtbebouwd gebied vergt hoge
inpassingskosten) en de verkeerskundige eigenschappen (de reistijd op de A13
tussen Den Haag en Rotterdam neemt slechts in beperkte mate af). De A24
(gecombineerd met verbreding van de A13) is niet verder onderzocht vanwege de
hoge aanlegkosten en de doorsnijding van een gebied met landschappelijke
waarden. Wat betreft de doelgroepen is gekeken naar de A4 met
doelgroepsysteem, de A4 met vrachtstroken en de A13 (met aanleg A13/16) met
doelgroepensysteem. In de Startnotie uit 2004 is geconcludeerd dat het
doelgroepenbeleid inmiddels was verlaten. Daarnaast was in de TN/MER 1996
gebleken dat het doelgroepensysteem verkeerskundig geen meerwaarde biedt.
De ministers van VenW en VROM hebben op advies van de Commissie voor de
milieueffectrapportage besloten om de TN/MER in twee stappen tot stand te laten
komen. Dit is vastgelegd in de Richtlijnen. In Stap 1 zijn de verschillende
alternatieven globaal onderzocht. In Stap 2 zijn de twee resterende alternatieven
meer gedetailleerd uitgewerkt en onderzocht.
TN/MER Stap 1
In Stap 1 zijn drie oplossingen voor de bereikbaarheid tussen Rotterdam en Den
Haag onderzocht: de A54 (met en zonder Oranjetunnel), de A4 Delft-Schiedam en
de verbrede A13 met A13/16. Uit dit onderzoek bleek dat de A54, met of zonder
Oranjetunnel, de verkeersproblemen tussen Den Haag en Rotterdam slechts in
beperkte mate oplost. Daarom is besloten het alternatief A54 niet verder uit te
werken in Stap 2. Ook de Commissie-m.e.r. constateert dat Stap 1 de essentiële
Pagina 2 van 17
informatie bevat voor de beslissing om de A54 niet verder te onderzoeken in Datum
Stap 2. 3 september 2009
Ons kenmerk
IODS-convenant VenW/DGMO-2009/8367
Op 23 juni 2006 heeft mijn voorganger met mijn bestuurlijke partners in de regio
een convenant afgesloten voor de A4 Delft-Schiedam. In dit convenant (het
IODS-convenant, Integrale Ontwikkeling tussen Delft en Schiedam) zijn
inpassingafspraken gemaakt voor een eventueel A4-alternatief. Ook zijn hierin
afspraken gemaakt over de financiële bijdrage door de betrokken decentrale
overheden, indien in een vervolgfase van het project voor het A4-alternatief zou
worden gekozen. Daarnaast zijn in dit convenant afspraken gemaakt over de
ontwikkeling van projecten gericht op versterking van natuur, waterhuishouding
en recreatie in Midden-Delfland. Deze vijf IODS-kwaliteitsprojecten zijn
Groenblauw Lint, Recreatieve routestructuur, Sanering verspreid liggende
glastuinbouw, Groen ondernemen en Stedelijke inpassing Vlaardingen-Schiedam.
TN/MER Stap 2
In januari 2008 (Tweede Kamer, vergaderjaar 20072008, 30 561, nr. 8) heb ik
u, samen met de minister van VROM, geïnformeerd over de uitkomsten van
Stap 1 van de TN/MER en de conclusies voor het vervolg van de planstudie. Toen
is ervoor gekozen om in Stap 2 van de TN/MER de twee alternatieven, de A4 Delft
Schiedam en de A13+A13/16, meer gedetailleerd uit te werken en te
onderzoeken.
Voor alternatief A4DS zijn drie varianten ontworpen. Deze varianten hebben
betrekking op de vormgeving van de aansluiting van de landtunnel op het
Kethelplein. Dit om te voldoen aan de eisen op het gebied van tunnelveiligheid.
In het IODS-convenant uit 2006 werd reeds vermeld, dat het project A4DS te
maken kon krijgen met nieuwe of aangescherpte regelgeving op het gebied van
bijvoorbeeld tunnelveiligheid.
Voor alternatief A13+A13/16 zijn twee varianten ontworpen. De aanpassingen
(verbreding) van de bestaande A13 is voor beide varianten gelijk. Het verschil zit
in het wegdeel A13/16. Variant 2A heeft hier geen aansluitingen op het
onderliggend wegennet, variant 2B wel.
Voor beide alternatieven is een Meest Milieuvriendelijk Alternatief (MMA)
opgesteld, met bovenwettelijke inpassingsmaatregelen.
Voor de twee alternatieven en de varianten is tevens een maatschappelijke
kostenbatenanalyse (MKBA) uitgevoerd.
De planstudie A4 Delft-Schiedam hangt samen met een andere planstudie, de
A13/A16/A20. Beide studies onderzoeken namelijk het traject A13/16. Eén van de
uitgangspunten van de planstudie A13/16/20 is, dat het alternatief A4DS is
aangelegd. Om inzicht te krijgen in de mogelijke eindsituatie A4 + A13/16/20,
zijn de cumulatieve effecten in kaart gebracht (deelrapport Cumulatienota van de
TN/MER Stap 2).
A4 met vaart
In oktober 2008 heb ik met uw Kamer gesproken over de `A4 met vaart', die in
juni 2008 is ingebracht door de gemeente Schiedam en een architect, de heer
T. Poot. Dit is een variatie op de drie varianten binnen het A4-alternatief die zijn
uitgewerkt in de TN/MER Stap 2, waarbij de tunnel onder maaiveld ligt en verder
doorloopt in noordelijke richting. Op het tunneltracé ligt een vaart met water. Een
quick scan naar de `A4 met vaart' en een second opinion hierop laten zien, dat de
Pagina 3 van 17
meerkosten ten opzichte van de in de TN/MER onderzochte varianten voor het A4- Datum
alternatief 230 tot 525 mln bedragen. Deze meerkosten wegen niet op tegen 3 september 2009
de beperkte meerwaarde. De `A4 met vaart' zorgt waarschijnlijk voor een iets Ons kenmerk
betere milieuscore dan de A4-varianten uit de TN/MER, maar de aansluiting op VenW/DGMO-2009/8367
het Kethelplein en de Kruithuisweg is hetzelfde. Daarbij komt, dat een
volwaardige opname van de `A4 met vaart' als variant in de Trajectnota/MER het
project zou hebben vertraagd. Om bovengenoemde redenen heb ik besloten de
`A4 met vaart' niet mee te nemen in de TN/MER. Hiermee is uw Kamer akkoord
gegaan (Spoeddebat A4 Delft-Schiedam, 29 oktober 2008, Handelingen 2008-
2009, nr. 17, 1255-1273).
Nut en noodzaak project A4 Delft-Schiedam
Dagelijks maken meer dan 160.000 voertuigen gebruik van de A13. Er staan vaak
files, de A13 is een van de grootste fileknelpunten van Nederland. Verreweg de
meeste files (96 procent) hebben een oorzaak die samenhangt met een
structureel tekort aan wegcapaciteit in verhouding met het verkeersaanbod.
Anders gezegd: er maken meer auto's gebruik van de A13 dan de weg aankan.
Indien de wegcapaciteit in de regio ongewijzigd blijft, zal de situatie de komende
jaren verder verslechteren.
Dit staat haaks op het kabinetbeleid dat, zoals aangegeven in de Nota Ruimte, de
Nota Mobiliteit en de Mobiliteitsaanpak, inzet op versterking van de twee met
elkaar samenhangende vleugels binnen de Randstad (noordelijke Randstad:
Amsterdam-Almere-Utrecht en zuidelijke Randstad: Rotterdam-Den Haag). De
Randstad moet in 2040 in een concurrerende en duurzame topregio vormen. Om
deze verdere economische en sociale ontwikkeling mogelijk te maken en om de
internationale concurrentiepositie van Nederland te versterken, is mobiliteit een
randvoorwaarde. Een goed functionerend systeem voor personen- en
goederenvervoer en een betrouwbare bereikbaarheid van deur tot deur zijn
essentieel. De ambitie is het realiseren van een betrouwbare en vlotte reistijd
over de gehele reis.
In de afgelopen decennia is de mobiliteit sterk gegroeid. Zowel het personen- als
het goederenvervoer is toegenomen. De landelijke netwerken zijn in deze regio in
onvoldoende mate meegegroeid met de mobiliteitsontwikkeling, waardoor een
structureel capaciteitstekort is ontstaan, vooral rond de stedelijke netwerken. Het
mobiliteitssysteem is bovendien niet flexibel genoeg om de wisselende vraag over
de dag aan te kunnen en om te kunnen reageren op incidenten. Door gebrek aan
capaciteit en flexibiliteit is er sprake van een systeem met een hoge
kwetsbaarheid. Die kwetsbaarheid is zeker ook aan de orde tussen de regio's Den
Haag en Rotterdam, waar het wegverkeer afhankelijk is van één
hoofdwegverbinding, de A13. Zoals in de Mobiliteitsaanpak is aangegeven is het
doel om sterke verbindingen te realiseren. Parallelliteit in het wegsysteem draagt
hieraan bij.
Het project A4 Delft-Schiedam richt zich daarom in de eerste plaats op het
verbeteren van de bereikbaarheid over de weg tussen Den Haag en Rotterdam.
Pagina 4 van 17
Het project heeft de volgende doelstellingen, die zijn vastgelegd in de Datum
Startnotitie: 3 september 2009
Ons kenmerk
1. Verbetering of oplossing van het probleem van een adequate en betrouwbare VenW/DGMO-2009/8367
verkeersafwikkeling op de autosnelwegverbinding tussen Den Haag en
Rotterdam (A13).
2. Verbetering of oplossing van de leefbaarheidsproblemen langs de A13 en A20
(Overschie, Schiedam Groenoord, Delft).
3. Verbetering of oplossing van het probleem van de overschrijding van de
normen voor externe veiligheid.
4. Verbetering van de verkeersveiligheid op de A13 en A20 Kethelplein-
Terbregseplein, mede op basis van de doelstelling voor verkeersveiligheid.
5. Verbetering van de bereikbaarheid op provinciale en gemeentelijke wegen
(OWN) in Midden-Delfland, Lansingerland en het Westland, en daarmee
verbetering van de afgeleide problemen voor leefbaarheid en veiligheid.
Beprijzing
In de Nota Mobiliteit zijn de ambities voor de kwaliteit van het wegennet in 2020
vastgelegd. Om deze ambities te verwezenlijken is voor het wegennetwerk
gekozen voor een combinatie van bouwen, benutten en beprijzen. Op dit moment
is het instrument beprijzen nog niet beschikbaar en kan voor het verwezenlijken
van ambities alleen worden uitgegaan van bouwen en benutten. Voor het project
A4 Delft - Schiedam is aan de hand van vuistregels bekeken wat de effecten zijn
van prijsbeleid op de referentiesituatie en op de alternatieven. Daaruit volgt dat,
ook in een situatie met beprijzing, de aanleg van extra infrastructuur nodig blijft.
Maatschappelijke baten:
De uitgevoerde maatschappelijke kostenbatenanalyse geeft voor variant 1B een
baten/kostenverhouding van circa 3. Deze variant is daarmee een zeer
kosteneffectieve investering.
Inspraak en advies
Op de TN/MER heb ik inspraakreacties ontvangen. Daarnaast heb ik adviezen
ontvangen van betrokken bestuursorganen, leden van de IODS-Adviescommissie
en van twee wettelijke adviseurs (Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en de
Commissie voor de m.e.r.).
Pagina 5 van 17
Datum
Inspraak 3 september 2009
Ons kenmerk
Op de TN/MER zijn 10.945 inspraakreacties ontvangen. In onderstaande tabel is VenW/DGMO-2009/8367
het soort inspraakreacties weergegeven:
Tabel 1 - Soort inspraakreacties
Aantal reacties
Unieke inspraakreacties 959
Stichting Vrienden van de A4 9.706
GroenLinks, S. Poppe en andere collectieve acties1 156
"Mede namens" (mede namens huisgenoten, buren etc.) 124
Totaal 10.945
Onderstaande tabel schetst de voorkeuren van de insprekers.
Tabel 2 Voorkeuren insprekers2
Voor alternatief A4 10.027
Tegen alternatief A4 376
Voor alternatief A13 + A13/16 37
Tegen alternatief A13 + A13/16 407
Voor beide alternatieven 10
Tegen beide alternatieven 25
Insprekers die aangeven een voorkeur te hebben voor het alternatief A4, noemen
de volgende argumenten:
· De voorbereiding heeft al veel te lang geduurd. Insprekers roepen op door te
pakken.
· De A4 verbetert de doorstroming en bespaart reistijd; dat is goed voor de
economie. De weg vormt de ruggengraat van de Randstad en ontsluit
mainports, greenports en grote steden.
· De A4 loopt door minder dichtbevolkt gebied dan de A13 en verdeelt de
overlast van het verkeer over de regio.
· De A4 ontlast de omliggende wegen, bijvoorbeeld Giessenbrug A20 en
sluipverkeer door Maasland. De A4 vormt een alternatieve route bij
calamiteiten op de A13.
· De weg is goedkoper, sneller en met minder overlast uit te voeren dan het
A13-alternatief.
· De weg wordt verantwoord ingepast in Midden-Delfland; dit is geborgd in het
IODS convenant.
1 Er zijn in totaal 14 standaardreacties, die door 156 insprekers zijn gebruikt om hun zienswijze te geven.
Insprekers die het standaardformulier van GroenLinks invulden, staan in deze categorie. Insprekers die dit
formulier aanvulden met eigen overwegingen, staan bij de `unieke inspraakreacties'.
2 Insprekers die verklaren dat zij voor alternatief X zijn en tegen alternatief Y, staan tweemaal vermeld.
Insprekers die geen voorkeur uitspreken, staan niet vermeld.
Pagina 6 van 17
Er zijn voorstanders voor de A4, maar er zijn ook tegenstanders. De Datum
tegenstanders van de A4 noemen de volgende argumenten: 3 september 2009
Ons kenmerk
· De A4 is geen oplossing voor het fileprobleem. Insprekers verwachten dat de VenW/DGMO-2009/8367
weg nieuw verkeer zal aantrekken en dat de files daarom blijven bestaan,
evenals het sluipverkeer door Midden-Delfland. De robuustheid van de weg
vinden sommigen te positief gewaardeerd. Bovendien verwacht men dat de
weg andere delen van het netwerk zal overbelasten: Kethelplein,
Beneluxtunnel, A20, Kleinpolderplein, Terbregseplein, Kruithuisweg (Delft).
· De A4 vermindert de leefbaarheid en het woongenot. De milieudruk op de
regio is al groot en de aanleg van de A4 zorgt voor luchtverontreiniging,
geluidsoverlast, fijn stof, stank, vermindering groen en hiermee
samenhangende gezondheidsproblemen. Dit met name in de woonwijken
Ypenburg (Den Haag), Tanthof en Buitenhof (Delft), Den Hoorn, Schipluiden
(Midden-Delfland), Woudberg, Groenoord, Schiedam-West en Oostwijk
(Schiedam), Holy Zuid-Oost (Vlaardingen) en Overschie (Rotterdam).
· De aanleg van de A4 tast de kwaliteiten van Midden-Delfland aan; het
stiltegebied, de `groene long', de vogelpopulaties, de agrarische functie, de
cultuurhistorische, recreatieve en archeologische waarden.
· Daarnaast vragen insprekers aandacht voor een aantal specifieke punten.
Voorbeelden hiervan zijn een daling van de huizenprijzen, overlast van
bouwwerkzaamheden, de onvolledige aansluiting Schiedam-Noord,
bereikbaarheid Vlietlandziekenhuis, de leefbaarheid bij de tunnelmonden,
Kethelplein en A20 (lucht, geluid, sociale veiligheid), en Midden-Delfland;
fietsverbindingen, aanzien landschap, kans op verzakkingen, mogelijke
cumulatieve effecten van hoogspanningsverbindingen in de nabijheid van de
snelweg (geïoniseerd fijn stof), de inpassing van de weg bij Tanthof (Delft),
drukte op de Kruithuisweg in relatie tot de bereikbaarheid van Tanthof en
lucht- en geluidmaatregelen voor de A4 tussen Rijswijk en Delft.
· Diverse insprekers vragen om een diepere ligging van het tracé (onder meer
de `A4 met vaart') of verlenging van de landtunnel in noordelijke richting.
Ook voor het alternatief A13+A13/16 zijn inspraakreacties ontvangen. Insprekers
die aangeven een voorkeur te hebben voor het alternatief A13 + A13/16, noemen
de volgende argumenten:
· De aanleg van de A13+A13/16 betekent dat de bestaande A13 beter wordt
ingepast. Genoemd worden: de landtunnel bij Delft en de verdiepte ligging bij
Ackerdijkse plassen.
· De A13+A13/16 ontlast natuur en landschap van Midden-Delfland.
· De A13/16 ontlast de Molenlaan, Overschie (Rotterdam) en Kleinpolderplein.
Insprekers die aangeven tegen het alternatief A13 + A13/16 te zijn, noemen de
volgende argumenten:
· De A13+A13/16 is geen robuuste verkeersoplossing bij calamiteiten. Verder
verwachten insprekers verkeersproblemen bij de aansluiting van de weg op
het omliggende wegennet.
· De bestaande leefbaarheidsproblemen langs de A13 zullen groter worden.
Insprekers noemen: luchtverontreiniging, geluidsoverlast, lichtvervuiling,
trillingen, externe veiligheid, (ultra)fijn stof en hiermee samenhangende
gezondheidsproblemen. De volgende woonwijken worden genoemd: Ypenburg
(Den Haag), Indische Buurt, wijken langs de Kruithuisweg, Wippolder (Delft),
Pagina 7 van 17
Delfgauw, Emerald (Pijnacker-Nootdorp), Hilligersberg, Ommoord Datum
(Rotterdam). Diverse scholen liggen naast de weg. 3 september 2009
· De A13+A13/16 betekent een aantasting van het woongenot. Insprekers Ons kenmerk
noemen: bedorven uitzicht (geluidschermen), het verdwijnen van vele met VenW/DGMO-2009/8367
name recreatieve functies die nu nog langs de A13 liggen, onteigeningen,
daling huizenprijzen, zettingen, wijziging grondwater en overlast tijdens de
aanleg (zand, bouwverkeer, sluipverkeer). Draagkrachtige bewoners zullen de
regio verlaten.
· De A13+A13/16 tast groene gebieden aan en sluit woonwijken daarvan af.
Insprekers noemen: "Het Joris" (Delft), Delftse Hout, Vlinderstrik, Lage
Bergsche Bos, Rotte en Rottemeren.
· De A13+A13/16 is zeer duur en de aanleg zal lang duren.
· Diverse insprekers vragen om een betere bescherming van de woonwijken,
bijvoorbeeld door het verlengen van de landtunnel bij Delft of ondertunneling
van het tracé.
Naast de insprekers die voor- of tegenstander zijn van een alternatief, pleiten
sommige insprekers voor het in het geheel afzien van nieuwe infrastructuur. Zij
bestrijden de omvang van de bereikbaarheidsproblemen en/of vinden nieuwe
infrastructuur geen duurzame oplossing. Ook zijn er diverse insprekers die vragen
om aandacht voor andere alternatieven dan A4DS en A13+A13/16.
Adviezen van betrokken bestuursorganen
Achttien betrokken bestuursorganen hebben advies uitgebracht over de TN/MER.
Het gaat om de provincie Zuid-Holland, de regio's Rotterdam en Haaglanden, elf
gemeenten (Delft, Den Haag, Lansingerland, Maassluis, Midden-Delfland,
Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Westland),
twee hoogheemraadschappen en twee recreatieschappen.
Negen bestuursorganen hebben mij geadviseerd om een standpunt vóór het
alternatief A4DS in te nemen. Dit zijn de provincie, Stadsregio Rotterdam,
Stadsgewest Haaglanden, de gemeenten Den Haag, Midden-Delfland, Pijnacker-
Nootdorp, Rijswijk, Rotterdam en Westland. Deze voorstanders van het A4-
alternatief noemen daarbij als argumenten: reistijdwinst en alternatieve route bij
calamiteiten op de A13, een evenwichtiger belasting van de Internationale Ring
Den Haag en Ruit Rotterdam, een verbeterde ontsluiting van het Westland,
vermindering van sluipverkeer door Midden-Delfland en het Westland, de weg is
goedkoper, sneller en met minder overlast uit te voeren dan het A13-alternatief
en de weg biedt ruimte voor economische ontwikkeling (kennisboulevard A13,
Rijswijk).
Twee gemeenten (Schiedam en Vlaardingen) hebben zich tegen het A4-alternatief
uitgesproken. Zij noemen hierbij de volgende argumenten:
· De A4 verbetert de bereikbaarheid niet en voldoet dus niet aan de
hoofddoelstelling;
· De A4 sluit niet aan bij de ruimtelijke ontwikkeling en opbouw van het
verkeersnetwerk op (boven)regionaal niveau;
· De A4 heeft negatieve milieueffecten: leefbaarheid bij Kethelplein en A20,
geen vermindering van de problemen in Overschie, verkeerslawaai,
luchtkwaliteit, gezondheid;
Pagina 8 van 17
· De A4 heeft negatieve effecten op Midden-Delfland: verstoring landschap, Datum
verstoring ecologische hoofdstructuur, beperking recreatie, aantasting 3 september 2009
archeologische vindplaatsen, aantasting stiltegebied. Ons kenmerk
· Het ontwerp van de weg is volgens deze gemeenten niet conform het IODS- VenW/DGMO-2009/8367
convenant.
De overige zeven bestuursorganen hebben geen keuze aangegeven voor één van
de alternatieven, maar geven wel opmerkingen of aanbevelingen bij de
Trajectnota/MER.
Zes bestuursorganen gaan in op de variantkeuze binnen het A4-alternatief.
Diverse bestuursorganen spreken zich uit tegen variant 1C, omdat het Kethelplein
niet volledig is (provincie, stadsgewest Haaglanden, Maassluis, Midden-Delfland,
Rotterdam). Schiedam constateert dat geen van de varianten voldoet aan het
IODS-convenant. De provincie heeft een voorkeur voor variant 1B en Maassluis
voor variant 1A.
Door de bestuursorganen worden aandachtspunten voor het A4-alternatief
genoemd:
· Milieu: graag hoger ambitieniveau dan alleen voldoen aan wettelijke
geluidsnormen (Den Haag), milieueffecten op Rijswijk (Rijswijk),
geluidsproblemen Tanthof-west, geluidsbelasting landelijk gebied (provincie),
effecten nabij tunnelmonden (Rotterdam), luchtmaatregelen bij de
tunnelmonden, geluidsmaatregelen bij de A20 afslag Vlaardingen
(Vlaardingen).
· Inpassing: inpassing conform IODS convenant (Stadsgewest Haaglanden,
Delft, Maassluis), inpassing 380 kV (Delft), suggesties voor vormgeving van
de weg (Rotterdam).
· Verkeer: aandacht voor de bereikbaarheid in de corridor Den Haag
Rotterdam in de toekomst, in het bijzonder knooppunt Ypenburg en Prins
Clausplein (Den Haag, Rijswijk, Stadsgewest Haaglanden).
· Onderliggend wegennet: extra ongelijkvloerse oversteekmogelijkheden op de
Kruithuisweg (Delft), aansluitingen op onderliggend wegennet (Rijswijk),
aansluiting Schiedam-Noord aan A20 vanuit Maassluis bereikbaar (Maassluis).
· Externe veiligheid: diverse aandachtspunten (gemeente Midden-Delfland),
wens om landtunnel categorie 0 te maken (Rotterdam).
· Bodem en water: diverse aandachtspunten (Rotterdam, Vlaardingen,
Hoogheemraadschappen Delfland en Schieland/Krimpenerwaard).
· Recreatie: diverse aandachtspunten (Recreatieschappen Midden-Delfland en
Rottemeren).
Geen van de bestuursorganen spreekt zich uit voor het alternatief A13 + A13/16.
Pijnacker-Nootdorp spreekt zich uit tegen het alternatief A13 + A13/16. Wat
betreft de varianten binnen dit alternatief, spreekt Lansingerland zich uit tegen de
doorstroomvariant (2a), omdat zij dan geen goede verbinding heeft met het
rijkswegennet in zuidelijke richting.
Bij alternatief A13+A13/16 noemen de bestuursorganen de volgende
aandachtspunten:
· Milieu: handhaven bestaande kwaliteiten van het gebied: leefbaarheid
Emerald, luchtkwaliteit, geluidsbelasting (Pijnacker-Nootdorp)
· Inpassing: indien gekozen wordt voor de A13+13/16 afspraken bestuurlijke
inpassingsafspraken vastleggen conform de IODS-convenant voor de A4,
Pagina 9 van 17
handhaven bestaande functies langs de A13, goede landschappelijke Datum
inpassing (Pijnacker-Nootdorp), verdiepte ligging bij Delft-Noord, diverse 3 september 2009
vragen over de vormgeving van de verbrede A13 (Delft), goede inpassing bij Ons kenmerk
groengebieden, kruising met de HSL, bebouwde omgeving bij de Rotte VenW/DGMO-2009/8367
(Lansingerland).
· Onderliggend wegennet: voldoende doorstroomcapaciteit op N470 (Pijnacker-
Nootdorp), aandacht voor aansluiting bij Ankie Verbeek-Ohrlaan
(Lansingerland).
Enkele bestuursorganen bekritiseren de doelstellingen van het project. Schiedam,
Vlaardingen en Maassluis vinden dat de studie verbreed moet worden en ook
aandacht moet besteden aan: problemen op de A20, andere (combinaties van)
alternatieven, derde oeververbinding en openbaar vervoer (Deltaplan Duurzame
Bereikbaarheid). Schiedam en Vlaardingen plaatsen kritische kanttekeningen bij
de deelonderzoeken (verkeer, verkeersveiligheid, lucht, geluid) en stellen voor de
TN/MER aan te vullen. Delft vindt dat de TN/MER niet rijp is voor besluitvorming,
omdat er nog veel vragen leven bij de bevolking.
IODS-Adviescommissie
De IODS-Adviescommissie is ingesteld om te adviseren over de inpassing van het
A4-alternatief, uitgaand van de situatie dat dit alternatief wordt gerealiseerd. Het
uitbrengen van advies over de vraag voor welk van de twee alternatieven
gekozen moet worden, is hiervan geen onderdeel. Toch heeft een meerderheid
van de leden van de IODS-Adviescommissie een voorkeur uitgesproken voor het
A4-alternatief.
Adviezen wettelijke adviseurs
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed merkt namens het ministerie van OCW
op, dat het aspect archeologie in de TN/MER goed in beeld is gebracht.
Commissie voor de milieueffectrapportage
Op 2 juli 2009 heeft de Commissie voor de m.e.r. op mijn verzoek haar advies
uitgebracht. De Commissie voor de m.e.r. is van oordeel dat:
· Het MER stap 1 de essentiële informatie bevat voor de keuze om het
alternatief A54 niet verder te onderzoeken in het MER stap 2;
· Het MER stap 2, samen met de tussentijds gegeven aanvullende informatie,
voldoende kwantitatieve informatie bevat om een keuze te kunnen maken
tussen het alternatief A4 Delft-Schiedam en het alternatief A13+A13/A16.
Daarnaast plaatst de Commissie enkele nuanceringen bij de gehanteerde
maatstaf voor de waardering van de kwantitatieve informatie en de daarop
gebaseerde kwalitatieve vergelijking van de A4DS en de A13+A13/A16. Naar de
mening van de Commissie leiden deze nuanceringen ertoe dat:
· De twee alternatieven gelijkwaardiger scoren op het aspect Verkeer en
Vervoer dan blijkt uit het hoofdrapport van Stap 2 en de samenvatting van de
TN/MER;
Pagina 10 van 17
· Het alternatief A13+A13/A16 zich op de aspecten natuur en landschap Datum
positiever onderscheidt van de A4 dan uit het hoofdrapport en de 3 september 2009
samenvatting blijkt. Ons kenmerk
VenW/DGMO-2009/8367
Voorts is de Commissie van mening dat, gegeven het vergevorderde stadium
waarin de planvoorbereiding rond de A13/A16/A20 verkeert, de aanleg van de
A13/A16 een zeer realistisch scenario is. Mocht dit scenario zich voordoen, dan
concludeert ze dat:
· De A4 + A13/A16/A20 zich op verkeer en vervoer positief onderscheidt van
de aanleg van alleen de A4 en vergelijkbaar is met de A13+A13/A16;
· De A4+A13/A16/A20 zich op natuur en landschap negatiever onderscheidt
van de A13+A13/A16.
Verder adviseert de Commissie voor de OTB-fase onderzoek te doen naar de
aansluiting met OV-faciliteiten, de leefbaarheid op wijkniveau en de
stikstofdepositie in Meijendel.
Reactie op inspraak en adviezen
Ik heb de inspraakreacties en adviezen meegewogen bij het bepalen van mijn
Standpunt. Uit het grote aantal ontvangen inspraakreacties en adviezen blijkt, dat
het project A4 Delft-Schiedam op veel belangstelling kan rekenen. Ik realiseer me
dat het bij een gevoelig project als de A4 Delft-Schiedam niet mogelijk is om tot
een unanieme regionaal bestuurlijke voorkeur voor een oplossing te komen, noch
om aan de belangen van alle betrokkenen in de omgeving tegemoet te komen.
Het overgrote deel van de insprekers en een groot aantal betrokken
bestuursorganen adviseert mij om voor het A4-alternatief te kiezen.
De Commissie voor de m.e.r. acht de TN/MER van voldoende kwaliteit om een
keuze op te baseren.
Insprekers en de commissie voor de m.e.r. doen een aantal aanbevelingen, deze
aanbevelingen zal ik betrekken bij het vervolgproces (OTB). Hierbij zal ik veel
aandacht besteden aan inpassing en aan de voorbereidingen voor de aanleg van
de weg. Ook zal overleg worden gevoerd met de betrokken bestuursorganen.
Toelichting op keuze
Zoals hiervoor aangegeven kies ik, in overeenstemming met de minister van
VROM, voor het alternatief A4, variant 1B. De redenen hiervoor zijn de volgende.
· Bereikbaarheid tussen de regio's Den Haag en Rotterdam
o Robuustheid
Zoals in de Mobiliteitsaanpak is aangegeven, is het realiseren van sterke
verbindingen belangrijk. Robuustheid van de weginfrastructuur is van
belang om ook bij incidenten een basiskwaliteit en alternatieven te
kunnen bieden. Parallelliteit in het wegsysteem draagt daaraan bij. Beide
onderzochte alternatieven (A4DS en A13+A13/16) maken het
hoofdwegennet robuuster. Bezien vanuit de projectdoelstelling om de
bereikbaarheid tussen Rotterdam en Den Haag te verbeteren, draagt de
Pagina 11 van 17
A4 hieraan in grotere mate bij dan de A13+A13/16. Door de aanleg van Datum
de A4 zijn er twee verbindingen tussen de regio's Rotterdam en Den 3 september 2009
Haag. Ons kenmerk
o Meer verkeer over het hoofdwegennet VenW/DGMO-2009/8367
De A4 verwerkt meer verkeer op het hoofdwegennet op de corridor Den
Haag Rotterdam, dan de A13+A13/16: circa 300.000 (+64%) versus
circa 285.000 (+53%). In beide alternatieven komt het extra verkeer ten
opzichte van de referentiesituatie (`niets doen') in 2020 voor ongeveer de
helft van het onderliggend wegennet. Voor het resterende deel betreft het
verkeer waarvan de herkomst, de bestemming en/of de keuze van de
vervoerwijze is aangepast. Daarnaast zal de A4DS een belangrijke functie
gaan vervullen voor het vrachtverkeer van en naar de Rotterdamse
havens. Hierdoor neemt het vrachtverkeer op de A13 aanzienlijk af.
o Reistijdwinst
De A4 scoort beter op het verbeteren van de reistijdwinst dan de
A13+A13/16. De A4 zorgt voor reistijdwinst op de A13 en op overige
trajecten op het hoofdwegennet in de regio Den Haag-Rotterdam
(gekeken is naar vijf overige trajecten). De A13+A13/16 scoort ook goed,
maar per saldo minder goed dan de A4.
· Aanleg
De A4 geeft tijdens de aanleg minder verkeershinder dan de A13+A13/16. Bij
verbreding van de A13 moeten ingrijpende maatregelen worden genomen op
de bestaande A13, de enige hoofdwegverbinding tussen Rotterdam en Den
Haag, die bovendien nu al overbelast is. Deze maatregelen zouden deze
verbinding gedurende de looptijd van de realisatie (vier à vijf jaar) extra
kwetsbaar maken.
· Omgevingseffecten
Beide alternatieven zijn gelijkwaardig op het gebied van de
omgevingseffecten geluid, lucht, externe veiligheid, archeologie, bodem en
water. De aspecten natuur, landschap en cultuurhistorie zijn negatiever bij de
A4, maar zijn gezien de hoge inpassingskwaliteit van de A4 acceptabel.
· Ruimtelijke effecten
De ruimtelijke ontwikkeling is niet stil blijven staan de afgelopen jaren. Voor
diverse projecten die nu worden uitgevoerd of die al zijn gerealiseerd, heeft
men rekening gehouden met de aanleg van de A4.
In sommige gevallen is de komst van deze weg zelfs randvoorwaardelijk voor
een succesvolle ontwikkeling, zoals bij Technopolis.
· Kosten
De kosten voor het A4-alternatief zijn beduidend lager dan voor het
alternatief A13+A13/16. Indien hierbij de kostenramingen van het project
A13/16/20 zouden worden betrokken, zijn de kosten van alternatief
A13+A13/16 nog steeds aanzienlijk hoger.
· Baten/kostenverhouding
De varianten binnen het A4-alternatief kennen alledrie een fors hogere
batenkostenverhouding dan de varianten van het alternatief A13+A13/16. Bij
alternatief A4DS varieert deze tussen 2,7 en 3, bij alternatief A13+A13/16
tussen 1,2 en 1,6.
Pagina 12 van 17
· Draagvlak Datum
Uit de inspraakreacties en de adviezen van de betrokken bestuursorganen 3 september 2009
blijkt dat er, in vergelijking met het A13+A13/16-alternatief, een breed Ons kenmerk
maatschappelijk draagvlak bestaat voor het A4-alternatief. VenW/DGMO-2009/8367
De keuze voor variant 1B is gebaseerd op de volgende overwegingen.
Variant 1C heeft geen volledige aansluiting op het Kethelplein en presteert
daardoor verkeerskundig minder. Variant 1A en 1B verschillen weinig van elkaar.
Variant 1B heeft minder sloop in de omgeving tot gevolg (de huidige oprit
Schiedam-Noord blijft in deze variant ongewijzigd) en is minder kostbaar.
Daarnaast biedt variant 1B de meeste mogelijkheden voor een verdere
verkeerskundige optimalisatie in de OTB-fase. Daarbij kan gedacht worden aan
verbeteringen in de verdeling van het verkeer over de beschikbare rijstroken in de
oostelijke tunnelbuis.
Beschrijving van het in het OTB uit te werken tracé
De A4DS is een weg van zeven kilometer lang tussen Delft (Kruithuisweg) en
Schiedam/Vlaardingen (Kethelplein).
Wegontwerp:
· Voor de westbaan (rijrichting van Delft naar Schiedam) bestaat het
wegontwerp uit twee rijstroken, een ruimtereservering voor één extra strook
en een vluchtstrook. In de westbuis van de tunnel ontbreekt de vluchtstrook
en is er een rijstrook voor de parallelbaan voor afslaand verkeer. De
ruimtereservering (ook aanwezig in de tunnel) kan op termijn eventueel
worden gebruikt als derde rijstrook voor doorgaand verkeer.
· Het wegontwerp voor de oostbaan (rijrichting van Schiedam naar Delft) heeft
drie rijstroken en een vluchtstrook. In de oostbuis van de tunnel ontbreekt de
vluchtstrook, zijn er twee rijstroken voor de hoofdrijrichting en twee voor
invoegend verkeer.
De weg loopt van noord naar zuid bezien op maaiveld, vervolgens halfverdiept,
dan verdiept en tot slot in een landtunnel (een landtunnel is een tunnel op
maaiveldniveau; de weg is overkluisd).
Pagina 13 van 17
Datum
3 september 2009
Ons kenmerk
VenW/DGMO-2009/8367
Ligging op maaiveld:
· Direct ten zuiden van Delft, bij de Kruithuisweg, sluit de weg op maaiveld aan
op de al bestaande A4.
· Bij Delft worden geluidsschermen geplaatst in verband met de nabijheid van
de woonwijk Tanthof.
Halfverdiepte ligging:
· Ter hoogte van het stiltegebied van Midden-Delfland ligt de weg halfverdiept.
Hier ligt de weg ongeveer twee meter onder maaiveld in een open bak.
· Aan beide kanten van de weg komt een wal (circa 2,5 meter boven omliggend
maaiveld) met begroeiing. Het verkeer is daardoor op afstand niet zichtbaar.
Tevens dient de wal als geluidsafscherming.
Verdiepte ligging:
· Ter hoogte van het plan `Groen-Blauwe Slinger' ligt de weg verdiept.
· Op het diepste punt ligt de weg circa 7,5 meter onder het maaiveld. De
wanden zijn geluidsabsorberend en de verlichting wordt aangepast om de
effecten van geluid en licht op de omgeving te verminderen.
Landtunnel:
Pagina 14 van 17
· Vlakbij de woonwijken van Schiedam en Vlaardingen gaat de A4 Delft- Datum
Schiedam door een landtunnel die loopt tot aan de Laan van Bol'es. 3 september 2009
· De tunnel (tunnelcategorie 1) bestaat uit twee buizen voor verkeer (één Ons kenmerk
tunnelbuis per rijrichting), met daartussen een vluchtbuis ten behoeve van de VenW/DGMO-2009/8367
veiligheid.
· De bovenkant van de tunnel wordt groen ingericht.
· De A4 Delft-Schiedam sluit aan op het Kethelplein.
Over de weg worden op meerdere plaatsen kruisende structuren aangebracht:
· Ter hoogte van de Zuidkade komt over de weg (die hier halfverdiept ligt) een
recreatieve verbinding van ongeveer tien meter breed.
· Over het verdiepte deel van de weg wordt een aquaduct/ecoduct van circa
100 meter aangelegd. Hierover worden de Slinksloot en de Zweth geleid.
· Bij de verdiepte ligging wordt de A4 tevens gekruist door de Oostveenseweg
en de Woudweg, op maximaal 1,5 meter boven maaiveld.
· Boven de landtunnel kruist de Tramplus de A4 ter hoogte van de Brederoweg.
In de paragraaf Vervolg is aangegeven, welke optimalisaties van variant 1B
worden onderzocht tijdens de OTB-fase.
Kosten en financiering
De totale geraamde kosten van de aanleg van variant 1B bedragen 880 mln.3
Een optimalisatieslag in de OTB-fase kan de kostenraming beïnvloeden.
De kosten zijn hoger dan het nu beschikbare budget. Het budget bedraagt
655 mln.4 Ik zal de extra kosten inpassen in mijn begroting. In het IODS-
convenant is voor deze 655 mln een bijdrage door de regio opgenomen van
60 mln. (prijspeil 2006). Hiervan wordt 25 mln. bijgedragen door de provincie
en 10 mln. door Stadsgewest Haaglanden. De Stadsregio Rotterdam draagt
10 mln. bij voor de inpassing van de A4 en maximaal 15 mln. voor de kruising
van de A4 met de Tramplus.
Vervolg
Ontwerptracébesluit en Tracébesluit
Mijn keuze voor het alternatief A4, variant 1B wordt uitgewerkt in het
Ontwerptracébesluit (OTB). Volgens planning wordt het OTB voorjaar 2010 ter
inzage gelegd. Aandachtspunten voor het OTB zijn:
· Zoals aangegeven in de TN/MER, is een optimalisatie mogelijk van de
verdeling van het verkeer vanaf het Kethelplein in noordelijke richting
(oostelijke tunnelbuis). Door het anders indelen van de rijstroken kan de
capaciteit beter worden benut. Gedacht wordt aan drie (in plaats van twee)
doorgaande rijstroken vanaf het Kethelplein in noordelijke richting. De
parallelrijbaan bestaat dan uit één rijstrook in plaats van twee rijstroken. Dan
wordt ook het tunneldak aangepast (geen tunneldak boven de parallelrijbaan
3 Prijspeil 2007, variatiecoëfficiënt van 10-14 % bij een betrouwbaarheidsinterval van 70%
4 MIRT-projectenboek 2009
Pagina 15 van 17
over een lengte van circa 330 meter, in verband met eisen voor Datum
tunnelveiligheid). 3 september 2009
· Verhoging van de kruising van de Tramplus ten opzichte van het IODS- Ons kenmerk
convenant. Een hogere kruising biedt meer mogelijkheden voor een goede VenW/DGMO-2009/8367
inpassing van de trambaan en voor een aantrekkelijke stedenbouwkundige
vormgeving (combinatie met andere functies). Ook is door de verhoging een
minder diepe ligging van de tunnelbuis nodig ter hoogte van de kruising van
Tramplus met de A4.
· Met het oog op de gewenste verdere versterking van het openbaar vervoer in
de regio, kunnen bij ingebruikname van de weg benuttingsmaatregelen
worden bezien, zoals voorrang voor de bus bij aansluitingen, of bushaltes bij
aansluitingen.
· In de TN/MER is een aantal mitigerende maatregelen verkend voor
luchtkwaliteit. Inmiddels is het Nationaal Samenwerkingsprogramma
Luchtkwaliteit (NSL) van kracht geworden, waarin de A4 Delft-Schiedam is
opgenomen. Maatregelen zullen in dat kader worden genomen.
· De stikstofdepositie-effecten van de A4DS op Natura 2000-gebied Meijendel
zijn zeer klein. Dit zal nader worden onderbouwd in het OTB.
Na deze standpuntbepaling zal door de IODS-partners een
uitvoeringsovereenkomst worden afgesloten, op weg naar realisatie van de A4 en
de vijf overige IODS-kwaliteitsprojecten.
Na de terinzagelegging van het OTB zal ik het Tracébesluit nemen. Dit is voorzien
voor najaar 2010.
Na realisatie van de A4DS is het (net)werk in de regio's Den Haag en Rotterdam
nog niet af. Daarom worden verkenningen uitgevoerd voor de regio's Den Haag
(Verkenning Haaglanden) en Rotterdam (Verkenning Rotterdam VooRuit). De
verbetering van het openbaar vervoer in de Zuidvleugel krijgt daarbij bijzondere
aandacht. Voor nadere ontwikkelingen op het gebied van versterking van de
mobiliteit in de regio wil ik verwijzen naar een separate brief die ik u in de
inleiding van deze brief heb toegezegd.
Pagina 16 van 17
Realisatie Datum
3 september 2009
Na het Tracébesluit wordt gestart met de aanleg van de weg. De openstelling is Ons kenmerk
voorzien in 2015. Dit is conform het MIRT en de in het kader van Randstad Urgent VenW/DGMO-2009/8367
gemaakte afspraken. Om een spoedige realisatie mogelijk te maken, wordt op dit
moment de realisatiefase al voorbereid.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN DE MINISTER VAN
VERKEER EN WATERSTAAT, VOLKSHUISVESTING,
RUIMTELIJKE ORDENING EN
MILIEUBEHEER,
ir. Camiel Eurlings Dr. Jacqueline Cramer
Pagina 17 van 17
Ministerie van Verkeer en Waterstaat