Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
1
> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Rijnstraat 50
Den Haag
Postbus 16375
Postbus 20018 2500 BJ Den Haag
2500 EA Den Haag www.minocw.nl
Onze referentie
144096
Uw brief van
9 juli 2009
Uw referentie
2009Z13714
Datum 1 september 2009
Betreft Kamervragen van de leden Spekman, Besselink en Depla (allen PvdA)
inzake fraude met de uitwonendenbeurs
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de leden Spekman, Besselink
en Depla (allen PvdA) inzake fraude met de uitwonendenbeurs.
De vragen zijn mij toegezonden met uw brief met kenmerk 2009Z13714
(ingezonden op 9 juli 2009).
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
a
agina 1 van 9
P
Datum
2009Z13714
Onze referentie
144096
Vragen van de leden Spekman, Besselink en Depla (allen PvdA) aan de minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over fraude met de studiefinanciering.
(Ingezonden 9 juli 2009)
1
Heeft u kennisgenomen van het bericht "Student licht de boel op"?1
Ja.
2 en 3
Bent u van mening dat fraude met uitwonendenbeurzen moet worden
aangepakt? Vindt u dat op dit moment voldoende prioriteit wordt
gegeven aan het opsporen van deze fraude?
Bent u van mening dat, wanneer fraude met uitwonendenbeurzen niet
wordt aangepakt, dit een signaal is voor fraudeurs om daar gewoon mee
te door gaan, en nieuwe fraude in de hand wordt gewerkt? Deelt u de
mening dat dit soort grootschalige fraude leidt tot normvervaging en een
falend moreel besef?
Misbruik van de studiebeurs is onacceptabel en moet worden aangepakt. Dit te
meer omdat het aanvragen van studiefinanciering voor veel jonge mensen de
eerste financiële handeling is die zij als jong volwassene verrichten. Het is niet
goed dat bij jonge mensen het beeld ontstaat dat zij de gemeenschap ongestraft
per jaar 2000 euro extra kunnen laten uitkeren, zonder veel kans te worden
gepakt en zonder dat ze enig ander risico lopen dan het terugbetalen van het
frauduleus ontvangen bedrag.
Het misbruik van de uitwonendenregeling is al langer bekend. In het Jaarverslag
2009 van OCW2 - dat onlangs met de Tweede Kamer is besproken is dit ook
gemeld, evenals het voornemen om door middel van een pilot te onderzoeken
welke mogelijkheden er zijn om de fraude vast te stellen en aan te pakken. Onder
fraude versta ik in dit kader dat een studerende valsheid in geschrifte pleegt door
moedwillig zowel bij de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens
(GBA) als de IB-Groep een onjuist woonadres door te geven, terwijl hij in
werkelijkheid bij zijn ouders woont. Over het jaar 2007 zijn 364.093 studenten
gecontroleerd. Na administratieve uitwisseling met interne bestanden en de GBA
1 De Telegraaf, 8 juli 2009
2 Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 31 924 VIII, nr. 1
Pagina 2 van 9
zijn 13.929 studenten aangeschreven. Uiteindelijk is van 5.918 studenten een Datum
bedrag van in totaal 3.816.553 teruggevorderd.
Onze referentie
144096
De huidige procedure is dat de IB-Groep, conform de Wet studiefinanciering 2000,
controleert of de adressen van studerenden en ouders van elkaar verschillen. Zij
gebruikt hiervoor de gegevens uit de GBA. Bij twijfel vraagt zij aanvullende
bewijsstukken op bij de studerende. Meldingen van fraude door particulieren of
sociale rechercheurs leiden altijd tot aanvullend administratief onderzoek.
Ik onderken dat de controle van de IB-Groep vooral administratief van aard is en
dat de IB-Groep op dit moment nog onvoldoende instrumenten heeft om
zelfstandig en effectief te kunnen optreden tegen fraude met de beurs voor
uitwonende studerenden. Daarom ben ik (naast genoemde pilot) een onderzoek
gestart dat in kaart moet brengen welke mogelijkheden er zijn om dit soort
misbruik tegen te gaan, zodat de IB Groep sneller tot invordering over kan gaan
van het frauduleus verkregen bedrag en een betekenisvolle boete kan opleggen.
Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 4.
Mijn verwachting is dat het mogelijk moet zijn om de fraude met de
uitwonendenbeurs aanzienlijk terug te dringen, mits hiervoor de juiste
instrumenten kunnen worden ingezet.
4
Hoe gaat u de grootschalige fraude met uitwonendenbeurzen aanpakken?
Ik zie het als mijn verantwoordelijkheid dat het misbruik van de
uitwonendenbeurs in de studiefinanciering fors wordt teruggedrongen. Ik kan dit
echter niet alleen doen, omdat bij het bestrijden van deze fraude meerdere
partijen zijn betrokken. Niet alleen het ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap en de IB-Groep, maar ook de ministeries van Justitie en
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) hebben bij het voorkomen,
bestrijden en opsporen van fraude een belangrijke rol. BZK heeft als
verantwoordelijkheid ervoor zorg te dragen dat de kwaliteit van de GBA op orde
is. Het ministerie van Justitie is verantwoordelijk voor het vervolgen van fraude.
Van mijn kant zal ik op korte termijn in gesprek gaan met betrokken
departementen en uitvoerende instanties teneinde afspraken te maken over
ieders rol. Inzet is dat de schakels in de keten goed op elkaar zijn afgestemd én
dat de IB-Groep meer bevoegdheden krijgt om zelfstandig op te treden. Concreet
onderneem ik de volgende stappen:
Pagina 3 van 9
Datum
Onze referentie
- de pilot Twente zal verder worden uitgevoerd (zie het antwoord op vraag 144096
5 en verder);
- er wordt een wetsvoorstel voorbereid, waardoor in geval van fraude met
studiefinanciering een (forse) bestuurlijke boete wordt opgelegd;
- er zal een onderzoek worden uitgevoerd naar kwetsbaarheden in de
regelgeving en in de samenwerking tussen de ketenpartners en
mogelijkheden om fraude te voorkomen, c.q. deze tijdig te signaleren.
Een dergelijk onderzoek is op het terrein van de Kinderopvang3
uitgevoerd door de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD);
- er zal actief kennis worden verworven over good practices bij andere
organisaties, bijvoorbeeld ervaringen met risicogericht handhaven bij
diverse grote gemeenten en landelijke opsporingsdiensten.
- er zullen afspraken worden gemaakt met het Openbaar Ministerie om tot
een werkbaar handhavingarrangement te komen. De IB-Groep krijgt
opsporingsbevoegdheid.
- er zal op korte termijn worden overlegd met het College Bescherming
Persoonsgegevens over de ruimte die er is om de handhaving aan te
scherpen binnen de grenzen van de privacywetgeving.
Deze acties tezamen vormen input voor een actieplan waarin een duidelijke route
is opgenomen hoe te komen tot een actieve bestrijding en opsporing van fraude
met de uitwonendenbeurs. Dit plan zal u voor het einde van het jaar worden
toegezonden.
5
Is het waar dat in 2008 in opdracht van het ministerie van OCW de pilot
"Vermeende fraude uitwonendencontrole" is opgestart, en dat aan die
pilot het ministerie, de IB-Groep, het agentschap BPR (Basisadministratie
Persoonsgegevens en Reisdocumenten), de Sociale Recherche Twente
(SRT) en een aantal gemeenten deelnemen?
In 2008 is besloten om vanuit OCW, de IB-Groep, de Sociale Recherche Twente
(SRT), het agentschap BPR van het ministerie van BZK en een aantal gemeenten
gezamenlijk een pilot te starten ten aanzien van mogelijke fraude door
studerenden met studiefinanciering. Deze pilot heeft als doel inzicht te krijgen in
de wijze waarop fraude met de uitwonendenbeurs zoveel mogelijk kan worden
beperkt. Streven is een beter beeld te krijgen van de knelpunten en obstakels
waarmee de verschillende partijen in de uitvoeringspraktijk worden
geconfronteerd en het verbeteren en optimaliseren van de
3 Gastouderopvang en kinderopvangtoeslag, risico's op misbruik en oneigenlijk gebruik,
rapport van 1 september 2008 (bijlage bij Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 31 322,
nr. 56)
Pagina 4 van 9
samenwerkingsprocedures tussen de betrokken partijen. Datum
Onze referentie
Het is in de praktijk uiterst lastig gebleken om inhoud te geven aan deze pilot. 144096
Het grote aantal deelnemende partijen met ieder haar eigen juridische
bevoegdheden en ook bijbehorende beperkingen, heeft geleid tot vertragingen.
Factoren die hierbij een rol spelen zijn regelgeving op het terrein van privacy en
andere juridische obstakels. Betrokken partijen zijn met elkaar aan de slag
gegaan om de pilot een nieuwe impuls te geven. Als eerste zullen de IB-Groep en
SRT concrete afspraken maken over het ontwikkelen van risicoprofielen voor
fraude met de uitwonendenbeurs en de daarbij behorende
gegevensuitwisselingen. Nadruk in de pilot ligt op analyse en het ontwikkelen van
risicoprofielen. Dit zal enige tijd vergen.
6, 7, 8 en 9
Wat was de complete onderzoeksopzet van deze pilot en wanneer was
gepland dat de definitieve resultaten ervan op papier zouden staan?
Hoe staat het met de voortgang van deze pilot? Wat zijn de voorlopige
resultaten?
Is het waar dat de voortgang van de pilot is geblokkeerd doordat de
samenwerking tussen de deelnemers in een impasse is geraakt? Zo ja,
wat is de oorzaak dat deze samenwerking niet goed verloopt? Zo nee,
hoe wordt bij de uitvoering van de pilot concreet vormgegeven aan deze
samenwerking? Zijn er andere oorzaken waardoor de pilot nog niet
geheel is uitgevoerd?
Bent u bereid de pilot nieuw leven in te blazen? Zo ja, hoe gaat u dat
doen? Wanneer moeten de resultaten van deze pilot bekend zijn?
Wanneer wordt over deze resultaten aan de Kamer gerapporteerd?
Zie het antwoord op vraag 5.
Pagina 5 van 9
10 Datum
Bent u bereid een landelijk team van rechercheurs te vormen die dit
Onze referentie
probleem van grootschalige fraude met uitwonenden beurzen gaat 144096
aanpakken?
In het antwoord op vraag 4 wordt aangegeven welke stappen ik concreet ga
zetten. Actief zal worden verkend welke mogelijkheden er zijn om joint ventures
aan te gaan met al bestaande opsporingsteams en wat hiervoor effectieve en
efficiënte opties zijn.
11
Bent u bereid een leidende en coördinerende rol op u te nemen bij het
bestrijden en opsporen van de fraude met uitwonendenbeurzen, om te
voorkomen dat niemand hiervoor de uiteindelijke verantwoordelijkheid
neemt?
Zie het antwoord op vraag 4.
12
Is het waar dat het uitgangspunt van de genoemde pilot was dat de
totale fraude met uitwonenden studiebeurzen rond de 32 miljoen euro
bedraagt? Heeft u eveneens kennisgenomen van signalen dat de omvang
van deze fraude veel groter is, en wellicht wel 80 miljoen euro per jaar
bedraagt? Wat zijn de meest recente gegevens die u heeft over de
omvang van deze fraude?
Zoals in het Jaarverslag 2009 van OCW4 is vermeld, wordt het restrisico voor
misbruik en oneigenlijk gebruik voor de uitwonendenbeurs geschat op 30
miljoen. Bij het opstarten van de eerder genoemde pilot is ditzelfde bedrag als
uitgangspunt gehanteerd. Het bedrag komt voort uit een in samenwerking met de
auditdienst uitgevoerd onderzoek uit 2006. Van een groep
studiefinancieringsgerechtigden moest toen worden geconstateerd dat er niet met
zekerheid was vast te stellen of deze groep het juiste bedrag aan
studiefinanciering ontvangt. De auditdienst zal op mijn verzoek een dergelijk
onderzoek op korte termijn herhalen om zo meer inzicht te krijgen in de
potentiële omvang van de onzekerheid in de toekenningen op grond van de
WSF2000. Overigens zijn schattingen van fraude altijd lastig en het zou dus
kunnen dat de omvang nog groter is; het is hoe dan ook te hoog.
4 Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 31 924 VIII, nr. 1, pagina 239.
Pagina 6 van 9
13 Datum
Is het waar dat de IB-Groep geen eigen opsporingsapparaat heeft om de
Onze referentie
fraude met uitwonendenbeurzen efficiënt aan te pakken? Is de 144096
staatssecretaris bereid de IB-Groep meer mogelijkheden te geven om
fraude op te sporen? Zo ja, hoe moet die worden vormgegeven? Zo nee,
waarom niet? Wat doet de IB-Groep wel om fraude op te sporen? Is het
waar dat de IB-Groep pas frauduleus ontvangen studiefinanciering
terugvordert als de totale geconstateerde fraude van één persoon meer
dan 10.000 euro bedraagt? Wat vindt u van deze praktijk?
Vooropgesteld moet worden dat de IB-Groep bij ten onrechte toegekende
studiefinanciering altijd overgaat tot terugvordering van het te veel betaalde,
hierbij wordt geen minimumgrens gehanteerd. Op het terrein van uitwonendheid
heeft de IB-Groep echter op dit moment beperkte mogelijkheden om fraude te
kunnen vaststellen, waardoor de IB-Groep bij deze fraude in de praktijk in weinig
gevallen aangifte doet. Indien aangifte is gedaan, beziet het Openbaar Ministerie
of er gronden zijn om over te gaan tot vervolging. Een dergelijke beslissing is
afhankelijk van diverse factoren, zoals de hoogte van het fraudebedrag en de
bewijsbaarheid van het strafbare feit in combinatie met de beschikbare
opsporingscapaciteit. Het fraudebedrag wordt op dit moment door het Openbaar
ministerie in vrijwel alle gevallen te laag geacht om strafrechtelijk te vervolgen.
De IB-Groep heeft inderdaad geen eigen opsporingsapparaat om fraude met
studiebeurzen, dan wel andere vormen van fraude binnen de uitvoering van de
WSF2000, aan te pakken. Hierbij zij opgemerkt dat gezien de huidige wetgeving
het constateren van fraude geen sinecure is. Er is pas sprake van fraude in het
kader van de uitwonendenbeurs, indien de IB-Groep overtuigend kan aantonen
dat de studerende op het adres van zijn ouders woont of heeft gewoond. Voor het
aantonen van deze vorm van fraude is het dan ook niet voldoende dat de IB-
Groep aantoont dat de student niet woont op het door hem opgegeven adres.
Indien sociaal rechercheurs de IB-Groep op de hoogte stellen van door hen
geconstateerde onregelmatigheden in de woonsituatie van studerenden, doet de
IB-Groep altijd een onderzoek in haar eigen administratie.
Pagina 7 van 9
Datum
14
Onze referentie
In hoeverre belet de privacywetgeving een adequate opsporing van de 144096
fraude met uitwonendenbeurzen? Kunt u een overzicht geven in welke
gevallen regels omtrent privacy een belemmering vormen voor de
opsporing, en in welke gevallen niet? Bent u van mening dat het
ongewenst is dat grootschalige fraude niet kan worden aangepakt als
gevolg van privacywetgeving? Welke mogelijkheden ziet u om hier iets
aan te doen?
In individuele gevallen waarbij een verdenking van fraude bestaat, is het mogelijk
om op persoon herleidbare gegevens door te geven aan opsporingsambtenaren
dan wel aan het Openbaar Ministerie. Het is echter op basis van de Wet
bescherming persoonsgegevens niet zonder meer toegestaan om bepaalde
doelgroepen te selecteren en daarvoor op de persoon herleidbare gegevens te
verstrekken aan andere overheidsinstanties. Met het College Bescherming
Persoonsgegevens zal op korte termijn worden overlegd over de ruimte die er is
om de handhaving aan te scherpen binnen de grenzen van de privacywetgeving.
15
Is het waar dat de IB-Groep bij de bepaling of iemand in aanmerking
komt voor een uitwonenden beurs te allen tijde uitgaat van de gegevens
van de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA)? Bent u van mening dat
daardoor onvoldoende kan worden gesignaleerd dat iemands opgegeven
woonsituatie niet overeen komt met de werkelijke woonsituatie? Zo ja,
wat kan hieraan worden gedaan?
Het feit of een studerende een uitwonendenbeurs ontvangt, hangt af van twee
separate elementen. In de eerste plaats moet het in de GBA geregistreerde adres
overeenkomen met het bij de IB-Groep geregistreerde adres. In de tweede plaats
moet het door de studerende bij de IB-Groep opgegeven woonadres (hetgeen dus
hetzelfde is als het GBA-adres) niet hetzelfde zijn als dat van zijn ouders. Dit
betekent dat bij de bepaling van het feit of iemand een uitwonendenbeurs krijgt,
inderdaad het adres, opgenomen in de GBA leidend is. De vermeende fraude met
de uitwonendenbeurs is gekoppeld aan het tweede element.
Ik kan geen uitspraken doen over de kwaliteit van de gegevens uit de GBA, ik kan
alleen constateren dat de IB-Groep bij het uitvoeren van de controles op het
toekennen van bovengenoemde uitwonendenbeurs afhankelijk is van de gegevens
van de GBA. Dit past ook bij het karakter van de GBA als basisregistratie. De
staatssecretaris van BZK heeft u op 2 juli 2009 geïnformeerd over de voortgang
van het actieplan Kwaliteit GBA dat zij in samenwerking met de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten en de Nederlandse Vereniging van Burgerzaken vorig
jaar is gestart om de kwaliteit van de gegevens in de GBA verder te verhogen.
Pagina 8 van 9
16 Datum
Hoe gaat de IB-Groep om met signalen van bijvoorbeeld de politie of de
Onze referentie
Sociale Recherche dat een opgegeven woonsituatie onjuist is? Is het 144096
waar dat de IB-Groep die signalen niet wil of kan oppakken en daar
vervolg aan geven? Wat is hiervan de oorzaak?
De IB-Groep heeft op dit moment alleen de mogelijkheid om bij een dergelijke
melding over te gaan tot een onderzoek van de in haar administratie bekende
gegevens. De IB-Groep heeft nog geen opsporingsbevoegdheid die het haar
mogelijk maakt om bijvoorbeeld de betrokkene of diens ouders te interviewen of
op genoemde adressen binnen te treden.
Zoals hierboven reeds aangegeven, wordt bij geconstateerde verdenking van
fraude doorgaans aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie. Hiermee benut de
IB-Groep de maximale ruimte die de wet haar nu biedt.
17
Heeft u of de IB-Groep gegevens beschikbaar over risicoprofielen op
basis waarvan kan worden bepaald of sprake is van een verhoogd risico
op fraude met de uitwonendenbeurs? Wat blijkt uit die gegevens?
Noch het Ministerie, noch de IB-Groep beschikt op dit moment over gegevens
over risicoprofielen op basis waarvan kan worden bepaald of binnen een dergelijk
profiel een verhoogd risico op fraude met de uitwonendenbeurs bestaat. Zoals in
de antwoorden op de vragen 4 en 5 aangegeven worden deze risicoprofielen
ontwikkeld.
Pagina 9 van 9