Verdachte Schipholbrandzaak veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf
Amsterdam, 4 september 2009 - Het gerechtshof Amsterdam heeft de
verdachte in de Schipholbrandzaak vandaag veroordeeld tot 18 maanden
gevangenisstraf wegens brandstichting in zijn cel in het cellencomplex
te Schiphol-Oost op 26 oktober 2005.
Schuldig aan brandstichting
Volgens het hof heeft de verdachte een brandende peuk van een
zelfgedraaide sigaret weggegooid in de richting van het voeteneinde
van zijn bed, waardoor de brand is ontstaan. Het hof baseert zich met
name op technische onderzoeken van diverse deskundigen, die
ondersteuning vinden in de verklaringen van de verdachte zelf.
Een alternatief scenario dat inhoudt dat de brand op een andere plaats
buiten de cel is ontstaan, wijst het hof van de hand.
Niet verantwoordelijk voor gevolgen brand
Het hof vindt dat de verdachte niet verantwoordelijk kan worden
gehouden voor de gegeneraliseerde brand die zich na de brand in de cel
in de betreffende vleugel van het cellencomplex heeft ontwikkeld, noch
voor de gevolgen daarvan.
Het hof oordeelt dat veel relevante omstandigheden en gebeurtenissen,
zoals het laten openstaan van de celdeur, nadat de verdachte uit zijn
cel was gehaald en het daarna openen van een nooddeur vlakbij die cel,
de constructie van het cellencomplex, de gebruikte materialen, de
wijze van hulpverlening en vertragingsfactoren bij het optreden van de
brandweer een wezenlijke rol hebben gespeeld bij de ontwikkeling van
de brand. Deze omstandigheden maken dat de dood van de 11 personen,
die bij de brand zijn omgekomen, in redelijkheid niet aan de
(gedraging van de) verdachte in strafrechtelijke zin kan worden
toegerekend. Daarom wordt hij op dat punt vrijgesproken.
Het hof wijst erop dat het hiermee geen oordeel geeft over mogelijk
verwijtbaar gedrag van andere personen en/of instanties.
De uitspraak zal later worden gepubliceerd.
Bron: Gerechtshof Amsterdam
Datum actualiteit: 3 september 2009 Naar boven
Gerechtelijke organisatie