Raad van de Europese Unie

http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/nl/cfsp/109914.pdf

Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie betreffende de terechtstelling van twee personen in Thailand op 24 augustus 2009

De Europese Unie betreurt de terechtstelling, door middel van een dodelijke injectie, van Bundit Charoenwanich en Jirawat Phumpruek in de Bang Kwang-gevangenis in Bangkok op 24 augustus.
De Europese Unie betreurt dat met deze executies een einde is gekomen aan een feitelijk moratorium van bijna zes jaar op de voltrekking van de doodstraf in Thailand. De Europese Unie zou willen wijzen op haar welbekende standpunt dat het afschrikkende effect van de doodstraf niet bewezen is, en rechterlijke dwalingen - die onvermijdelijk zijn in elk rechtsstelsel - nooit meer ongedaan kunnen worden gemaakt. De Europese Unie acht deze straf wreed en onmenselijk. Wij zijn in alle gevallen en omstandigheden gekant tegen de toepassing van de doodstraf, en hebben altijd opgeroepen tot de afschaffing ervan over de gehele wereld. Het is onze overtuiging dat de afschaffing van de doodstraf van essentieel belang is voor de bescherming van de menselijke waardigheid en voor de gestage ontwikkeling van de mensenrechten. Daarom is de doodstraf in de gehele Europese Unie afgeschaft.
De Europese Unie roept de Thaise regering op de doodstraf volledig af te schaffen, en in afwachting daarvan een moratorium op executies in te stellen overeenkomstig de resoluties 62/149 en 63/168 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Dit zou een stap zijn naar het verwezenlijken van de expliciete ambitie van de Thaise regering om de mensenrechten te bevorderen.
De kandidaat-lidstaten Turkije, Kroatië* en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaatlidstaten Bosnië en Herzegovina, en Montenegro en de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne, de Republiek Moldavië en Armenië sluiten zich bij deze verklaring aan.
* Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces.