2-9-2009
Arbeidsongeschikten slecht af bij private verzekeraars
Sinds 2007 hebben werkgevers de keuze om het WGA-risico
(Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) te verzekeren bij het
UWV, zelf te dragen of privaat te verzekeren. Dit jaar zal de politiek
de knoop doorhakken of de WGA volledig privaat zal worden uitgevoerd.
De FNV heeft een onderzoek laten uitvoeren naar de positie van
gedeeltelijk arbeidsongeschikten in het private stelsel. Hieruit
blijkt dat verzekeraars zich in de eerste twee tot drie jaar na de
eerste ziektedag inspannen voor re-integratie. Maar daarna wordt het
muisstil.
Werkgevers zijn echter twaalf jaar lang verantwoordelijk voor
re-integratie van (ex-)werknemers. Ze zijn ook verantwoordelijk voor
preventie als iemands gezondsheidssituatie weer is verbeterd.
Volgens FNV-federatiebestuurder Leo Hartveld valt vooralsnog niet af
te leiden dat private uitvoering van de WGA tot betere re-integratie
heeft geleid. "Marktwerking zou tot extra prikkels moeten leiden
waardoor werknemers beter en sneller geholpen zouden worden. Dat
kunnen we niet terugvinden in de onderzoeksresultaten", aldus
Hartveld.
Premie is doorslaggevend
Het onderzoek toont aan dat werkgevers (uit het MKB) zich bij de keuze
van een verzekering laten leiden door het advies van
verzekeringsadviseurs, accountants en administratiekantoren. Volgens
deze tussenpersonen en de betreffende verzekeraars is de premie bijna
altijd doorslaggevend bij de keuze van een WGA-verzekering.
Verzekeringsadviseurs geven openlijk toe dat ze geen zicht hebben op
de re-integratiedienstverlening die gekoppeld is aan de
verzekeringspolis. Zij krijgen onvoldoende informatie van de
verzekeraars. Het belang van de gedeeltelijk arbeidsongeschikte speelt
dus geen enkele rol bij het afsluiten van een verzekering.
Investeren in re-integratie levert niks op
Het is voor verzekeraars financieel niet aantrekkelijk om na de
loongerelateerde uitkering van de gedeeltelijk arbeidsongeschikte te
investeren in re-integratie. De vervolguitkering bedraagt namelijk
maximaal 51% van het minimumloon. Dit weegt niet op tegen de kosten
die een verzekeraar moet maken voor re-integratie. Ook als de
re-integratie wel succesvol is afgerond en de arbeidsongeschikte weer
deels loon ontvangt, leidt dit niet tot een besparing voor
verzekeraars. Dit staat in schril contrast met het belang van de
gedeeltelijk arbeidsongeschikten zelf. Want wanneer zij niet aan de
bak komen, krijgen ze een arbeidsongeschiktheidsuitkering van maximaal
de helft van het minimumloon.
Van het kastje naar de muur
De gedeeltelijk arbeidsongeschikte heeft op basis van de wet recht op
steun bij re-integratie van zijn of haar (ex-)werkgever. Maar
werkgevers weten niet aan welke voorwaarden deze ondersteuning moet
voldoen. Werknemers weten op hun beurt niet wat ze van de
(ex-)werkgever mogen verwachten. Het belang van werkgevers om
arbeidsongeschikten, die niet meer bij hun in dienst zijn, te
ondersteunen, is veel kleiner dan bij zieke werknemers in de periode
van de loondoorbetalingsverplichting. Arbeidsongeschikten weten vaak
helemaal niet waar zij moeten aankloppen voor re-integratie en worden
van het kastje naar de muur gestuurd.
Het moet anders en beter
Volgens de FNV moet dit anders en kan dit ook anders en beter en valt
er nog veel werk te verzetten. De FNV pleit ervoor dat er een
rechtstreekse relatie komt tussen de verzekeraar en de
arbeidsongeschikte. Oftewel, in juridische termen, er dient een
rechtstreeks vorderingsrecht op de verzekeraar te komen. Gedeeltelijk
arbeidsongeschikten in het private stelsel moeten dezelfde rechten
krijgen op re-integratie als gedeeltelijk arbeidsongeschikten in het
publieke stelsel (UWV). De WGA-uitkering moet een
loonaanvullingsregeling worden. Hierdoor is het voor verzekeraars wel
financieel aantrekkelijk om te investeren in
re-integratieinspanningen.
Meer informatie
Het onderzoeksrapport kunt u hieronder downloaden.
{icon_pdf.gif} onderzoek_wga_gerechtigden_in_het_private_stelsel
FNV