1 1
> Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1-6
der Staten-Generaal 2594 JG Den Haag
Binnenhof 4 Postbus 20901
2500 EX Den Haag
2513 AA DEN HAAG T 070 351 61 71
F 070 351 78 95
Contactpersoon
-
T -
Ons kenmerk
VENW/DGLM-2009/3529
Uw kenmerk
Datum 2 september 2009 -
Onderwerp Voorhang ontwerpwijziging Luchthavenverkeerbesluit Schiphol en Bijlage(n)
14
toezending ontwerpregeling voortzetting experiment verlengen
nachtprocedures
Geachte voorzitter,
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en ik
hebben de Tweede Kamer op 3 oktober 2008 (kamerstuk 2008-2009, 29665, nr.
107) laten weten voornemens te zijn om het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol
(LVB) aan te passen op basis van de positief beoordeelde experimenten.
Dit is gebeurd in bijgaande ontwerpwijziging van het LVB. In dit LVB is tevens het
artikel aangepast dat betrekking heeft op de maatregelen om de luchtkwaliteit te
verbeteren.
Verder informeren wij u hierbij over de concept ministeriële regeling voor de
voortzetting van het experiment voor het langer gebruiken van de nachtelijke
vertrek en naderingsprocedures.
Beide (concept)besluiten worden in het vervolg van deze brief toegelicht.
Aanpassing luchthavenverkeerbesluit Schiphol
In het kader van de in artikel 8.24 juncto 8.14 Wet luchtvaart vastgelegde
voorhang van wijzigingen van het LVB ontvangt u bijgaand de ontwerpaanpassing
van het LVB en het definitieve milieueffectrapport dat hieraan ten grondslag ligt.
Tevens is het ontwerp in de Staatscourant bekend gemaakt, zodat parallel aan de
voorhang bij Eerste en Tweede Kamer, gelegenheid wordt gegeven voor inspraak.
Daarnaast wordt de Commissie m.e.r. om advies gevraagd. Vervolgens zal het
ontwerp aan de Raad van State voor advies worden voorgelegd. De verwachting
is dat de aanpassing in het gebruiksjaar 2010 in werking treedt.
De aanpassing komt enerzijds voort uit de evaluatie van de experimenten in 2008
en de aanvullende evaluatie in 2009. Op basis van deze evaluaties heeft CROS
over het vervolg van de experimenten geadviseerd.
In mijn brief van oktober 2008 (kamerstuk 2008-2009, 29665, nr. 107) heb ik u
reeds geïnformeerd over de positieve evaluatie van de experimenten. Bij twee
experimenten (vaste bochtstraal tussen Hoofddorp en Nieuw-Vennep en een
wijziging van de vertrekroute vanaf de Polderbaan boven Amsterdam) had de
CROS aangegeven dat aanvullende informatie nodig was om tot een advies te
a
agina 1 van 3
P
kunnen komen. In het evaluatierapport van 2009, dat ik ter informatie heb
Datum
bijgevoegd, is deze nadere informatie beschreven. Op basis hiervan heeft de 2 september 2009
CROS op 2 juli 2009 alsnog een positief advies uitgebracht over beide Ons kenmerk
experimenten. VENW/DGLM-2009/3529
Het totaaleffect van de genoemde experimenten is in het MER beschreven. De
definitieve invoering van de experimenten leidt tot een afname van 18.000
ernstig gehinderden in de omgeving van Schiphol. Ik acht dit een mooi resultaat
van de uitvoering van het convenant hinderbeperkende maatregelen korte
termijn!
Daarnaast heeft de aanpassing betrekking op een alternatieve maatregel voor
luchtkwaliteit. Deze maatregel leidt ertoe dat Schiphol een meerjaren-programma
wordt voorgeschreven zodat de meest gebruikte vliegtuigopstel- en
afhandelingsplaatsen worden voorzien van een vaste stroomaansluiting en pre-
conditioned air. Zo wordt Schiphol de mogelijkheid geboden om de aan de
maatregel verbonden investeringen te temporiseren gezien de afname van het
aantal vliegtuigbewegingen. De maatregel past binnen de afspraken die in het
kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) over
Schiphol zijn gemaakt. Per 1 januari 2015 is de luchtkwaliteit op Schiphol op het
vereiste niveau.
Voortzetting experiment langer gebruiken van nachtelijke vertrek- en
naderingsprocedures in de vroege ochtend.
In december 2007 heb ik u per brief (kamerstuk 2007-2008, 29665, nr.77)
geïnformeerd over de achtergrond, het doel en afspraken met betrekking tot deze
hinderbeperkende maatregel.
In het Convenant hinderbeperking en ontwikkeling Schiphol tot 2020 zijn onder
andere deze afspraken met betrekking tot het alternatief voor de maatregel
`verlengen nachtelijke vertrek- en naderingsprocedures' verder uitgewerkt.
Daarbij is afgesproken de huidige maatregel voort te zetten tot eind oktober 2010
en daarna onvoorwaardelijk te beëindigen. In 2010 wordt het besluit genomen
hoe met ingang van het gebruiksjaar 2011 verder wordt gegaan met een
maatregel die qua effect een soortgelijke hinderbeperkende werking heeft en die
geen schade toebrengt aan het mainportgebonden verkeer op de luchthaven
Schiphol. De luchtvaartpartijen zoeken hierbij in eerste instantie naar het
synchroniseren van de nacht- en dagprocedures.
Het experiment is gestart op 13 maart 2008 en verlengd op 19 november 2008
vanwege de positieve effecten op de hinderbeperking op advies van de CROS voor
de periode van een jaar. In die periode heb ik de voortgang van het experiment
nauwkeurig gemonitord en geëvalueerd. Ik heb u daar per eerder genoemde brief
van 3 oktober 2008 over geïnformeerd.
De Wet luchtvaart staat niet toe de thans geldende regeling nogmaals te
verlengen. Om die reden is op basis van een aanvraag van de luchtvaartpartijen
(KLM, LVNL en Schiphol) door mij in overeenstemming met mijn collega van
VROM een nieuwe concept ministeriële regeling opgesteld waarmee het
experiment conform de hierboven bedoelde afspraken nog een jaar wordt
voortgezet. Daarbij is de strekking van het experiment ongewijzigd gebleven.
Pagina 2 van 3
De effecten van het experiment heb ik gedurende het experiment uitvoerig
Datum
gemonitord en samengevoegd in het evaluatierapport dat ik u heb toegezonden in 2 september 2009
oktober 2008. Daarbij heb ik geconcludeerd dat de maatregel weliswaar positieve Ons kenmerk
effecten heeft op de hinderbeperking maar tevens negatieve effecten heeft op de VENW/DGLM-2009/3529
netwerkkwaliteit van Schiphol. Om die redenen is in het convenant afgesproken
de maatregel voort te zetten tot 2010 en daarna te beëindigen. Gezien het
tijdelijke karakter van deze maatregel en de reeds bekende effecten zie ik dan
ook geen aanleiding om komend jaar wederom een uitvoerige evaluatie uit te
voeren. Op dit moment wordt door de luchtvaartpartijen gewerkt aan een
alternatief voor de maatregel. Indien daar meer duidelijkheid over bestaat zal ik u
tijdig informeren.
Het ontwerp van de ministeriële regeling vindt u samen met een toelichting als
bijlage bij deze brief. Dit ontwerp is tevens aan de CROS toegezonden ter
advisering. Voor de regeling geldt een wettelijke inspraakperiode van 4 weken. De
inspraakperiode start op 3 september 2009. Na de inspraakperiode zal ik het
advies van de CROS en alle inspraakreacties verwerken, de regeling definitief
vaststellen en publiceren in de Staatscourant.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
Pagina 3 van 3
Ministerie van Verkeer en Waterstaat