Ministerie van Economische Zaken




Beantwoording kamervragen over belastingvoordeel voor moskeewinkels









> Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag              
                                                                                                        Directoraat-Generaal 
De Voorzitter van de Tweede Kamer                                                                       Ondernemen en Innovatie  
der Staten-Generaal                                                                                     Directie Ondernemen 
Binnenhof 4                                                                                             Behandeld door 
2513 AA  's-GRAVENHAGE                                                                                  dhr. mr. D.J. Sinke  
                                                                                                        T  070 379 6647 
                                                                                                        F  070 379 7527 
                                                                                                        d.j.sinke@minez.nl 

                                                                                                        Ons kenmerk 
                                                                                                        OI/O / 9131151 
                                                                                                        Uw kenmerk 
                                                                                                        2009Z10997 en 2009Z11262 

Datum         31 augustus 2009                                                                           

Betreft       Beantwoording kamervragen over belastingvoordeel voor 
              moskeewinkels 




Hierbij stuur ik u, mede namens de staatssecretaris van Financiën en de minister 
voor Wonen, Wijken en Integratie, de antwoorden op de vragen van de leden 
Fritsma, Tony van Dijck en Graus (allen PVV) over belastingvoordeel voor 
moskeeën (kenmerk 2009Z11262, ingezonden 15 juni 2009). 


1 
Is het waar dat moskeeën die winkels runnen met "vrijwilligers" een fors 
belastingvoordeel hebben?1 


Antwoord 
In de procedure die diende voor de rechtbank Breda (uitspraak met 
procedurenummer AWB 08/3980 d.d. 6 mei 2009) is vastgesteld dat niet in 
geschil was dat het een instelling betrof die een algemeen maatschappelijk 
belang nastreeft. Dat een lichaam een algemeen maatschappelijk belang 
nastreeft, moet zowel blijken uit het statutaire doel van het lichaam, als uit de 
feitelijke werkzaamheden van het lichaam. Onder het begrip algemeen 
maatschappelijk belang kan worden verstaan een kerkelijk, levensbeschouwelijk, 
charitatief, cultureel of wetenschappelijk belang. Bij kerken en moskeeën, maar 
bijvoorbeeld ook bij harmonie- en fanfareverenigingen kan onder  
omstandigheden de behartiging van een algemeen maatschappelijk belang op de 
voorgrond staan. Als bij een dergelijke instelling het streven naar winst geheel  



1 De Telegraaf, 10 juni 2009: "Rechter geeft moskee belastingvoordeeltje". 
http://www.telegraaf.nl/binnenland/4124275/__Rechter_geeft_moskee_belastingvoordeeltje__.html?p=4,1 

                                                                                                        Pagina 1 van 3 







                                                                                       Directoraat-Generaal 
                                                                                       Ondernemen en Innovatie 
                                                                                       Directie Ondernemen 


                                                                                       Ons kenmerk 
                                                                                       OI/O / 9131151 


ontbreekt of van bijkomstige betekenis is, kan onder voorwaarden gebruik                
worden gemaakt van de regeling van artikel 9, lid 1, onderdeel i, van de Wet op 
de vennootschapsbelasting 1969 (wettekst: 2009). Deze regeling voorziet er in 
dat bij het bepalen van de fiscale winst rekening kan worden gehouden met 
fictieve loonkosten op het niveau van het wettelijk minimum loon waar het de 
inzet van vrijwilligers betreft. Op basis van deze regeling wordt de fiscale winst 
verminderd voor de vennootschapsbelasting.  

2  
Zo ja, hoe legt u deze oneerlijke concurrentie uit aan winkeliers die dit voordeel 
niet hebben en dit dus ook niet naar klanten kunnen doorberekenen? 

Antwoord 
Voor de toepassing van de aftrek van fictieve loonkosten is als voorwaarde 
gesteld dat er geen sprake mag zijn van ernstige concurrentieverstoring. Uit de 
wetsgeschiedenis volgt dat van ernstige concurrentieverstoring sprake is als een 
activiteit binnen de branche duidelijk als concurrentie wordt ervaren, zodat de 
fictieve aftrek en in het verlengde daarvan de vrijstelling zou leiden tot een 
ongewenste marktverstoring. Dit betekent dat moet worden onderzocht of de 
activiteit in de markt duidelijk als concurrerend wordt ervaren. Indien dat het 
geval is, is sprake van ongelijke concurrentieverhoudingen en derhalve van een 
ongewenste marktverstoring. Voor de beoordeling hiervan is onder meer van 
belang de aard en omvang van de activiteit, alsmede de wijze waarop men 
deelneemt aan het economische verkeer. De inspecteur is het niet eens met de 
wijze waarop de Rechtbank Breda deze bepaling heeft uitgelegd en heeft tegen 
de desbetreffende uitspraak (pro forma) hoger beroep aangetekend. 

3 
Kunt u nagaan of de "vrijwilligers" feitelijk geen (zwartbetaalde) medewerkers 
zijn en of de winkels die moskeeën runnen wel binnen de regels/ 
bestemmingsplannen passen? Zo nee, waarom niet? 

Antwoord 
Deze informatie betreft een individuele belastingplichtige zodat daarover geen 
mededelingen kunnen worden gedaan.  

4 
Kunt u er zorg voor dragen dat het belastingvoordeel/de oneerlijke concurrentie 
zo snel mogelijk teniet wordt gedaan? Zo ja, wanneer en hoe gaat u dit doen? Zo 
nee, waarom niet? 



                                                                                       Pagina 2 van 3 






                                                                                          Directoraat-Generaal 
                                                                                          Ondernemen en Innovatie 
                                                                                          Directie Ondernemen 


                                                                                          Ons kenmerk 
                                                                                          OI/O / 9131151 


           Antwoord                                                                        
           Zie het antwoord onder 2. 

           Toelichting 
           Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen ter zake van de leden 
           Remkes, De Krom en Elias (allen VVD), ingezonden 11 juni 2009 (vraagnummer 
           2009Z10997). 





(w.g.)     Maria J.A. van der Hoeven 
           Minister van Economische Zaken 


                                                                                          Pagina 3 van 3 






---- --