Woonbond
01-09-2009
Somber toekomstbeeld vereist heroverweging beleid overheid en
corporaties
Het Centraal Fonds voor Volkshuisvesting (CFV) heeft de voornemens van
woningcorporaties voor de komende vijf jaar in kaart gebracht. Uit dit
sectorbeeld 2009 blijkt dat woningcorporaties de komende vijf jaar
veel minder woningen bouwen dan voorspeld. Het aantal nieuwe
huurwoningen in de periode 2009-2013 ligt 11 procent lager dan in
eerdere prognoses. Het aantal nieuwe koopwoningen daalt met 5 procent.
Het CFV constateert dat de reserves van corporaties teruglopen,
terwijl de huidige crisis juist vraagt om extra inspanningen, zowel in
extra nieuwbouw van sociale huurwoningen als in ingrijpende
woningverbetering. Om die ambities waar te kunnen maken moeten volgens
de Woonbond zowel de overheid als de corporaties hun beleid drastisch
aanpassen.
Een grote boosdoener voor de sombere toekomstvoorspellingen is de
integrale vennootschapsbelasting voor corporaties. Enerzijds vraagt de
overheid om anticyclisch te bouwen en maatschappelijke prestaties te
verrichten (opknappen van de veertig wijken en investeren in
energiebesparing), maar anderzijds worden honderden miljoenen
onttrokken aan de corporatiesector door de vennootschapsbelasting. De
Woonbond vindt de sombere voorspellingen voldoende reden om de
VPB-plicht af te schaffen of op zijn minst een aantal jaren op te
schorten.
Volgens het CFV zetten corporaties vooral in op de nieuwbouw van
risicovolle duurdere koopwoningen en duurdere huurwoningen. Mede door
de sloopplannen leidt dit ertoe dat de huisvestingskansen voor de lage
inkomens afnemen. De studie van het CFV laat bovendien zien dat de
netto bedrijfslasten gemiddeld met zon 10% per jaar stijgen.
Corporaties moeten dus zorgen voor een soberder en doelmatiger
bedrijfsvoering.
De Woonbond vindt dat woningcorporaties vooral ook kritisch naar hun
eigen beleid moeten kijken. Om de sociale huisvestingsambities waar te
kunnen maken is namelijk in de nieuwbouw meer aandacht nodig voor
lagere inkomensgroepen, een grotere terughoudendheid wat betreft
sloop, en een inflatievolgend beleid ten aanzien van de
bedrijfslasten.