Gemeente Utrecht
2009 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
84 Vragen van mevrouw M.C. Mos en de heer V. Oldenborg
(ingekomen 7 juli 2009
en antwoorden door het college verzonden op 1 september 2009)
Utrecht wil in 2030 een CO2-neutraal zijn. Dat vraagt om een ambitieus beleid en het benutten van kansen. Eén van die kansen dient zich aan bij de nieuwbouw van zwembad Kromme Rijn. Door het zwembad energieneutraal te bouwen kan de gemeente enorm veel energie besparen. Te nemen maatregelen zijn bijvoorbeeld: gebruik maken van warmte koude opslag en het aansluiten op stadsverwarming. Dit laatste bespaart naar wij hebben vernomen 575 ton CO2-uitstoot op jaarbasis.
Toch horen wij op dit moment geluiden dat het college ervoor kiest om het zwembad te laten verwarmen met aardgas.
GroenLinks en Leefbaar Utrecht vinden het belangrijk dat het college alle kansen aanpakt om duurzamer beleid te maken. Zeker waar de gemeente bezig is met nieuwbouw.
Dit leidt tot de volgende vragen:
1. Welke energiebesparende en energieopwekkende maatregelen gaat het college treffen bij de nieuwbouw van zwembad Kromme Rijn? Hoeveel ton CO2-uitstoot wordt hiermee bespaard?
In deze fase van het ontwerp wordt gedacht aan de toepassing van:
* installaties voor het terugwinnen van warmte op het suppletiewater/douchewater;
* zonnecollectoren voor de voorverwarming van het douche/suppletiewater (CO2 neutraal);
* toepassing van een Warmte Kracht Koppelingcentrale (WKK): opwekking van eigen elektra en warmte (stadsverwarmingprincipe). Dit heeft niet alleen CO2 reductie als gevolg, maar levert een kostenbesparing op het totale energieverbruik. Deze maatregel wordt gepromoot door de overheid in het "Plan Schoon & Zuinig". Deze maatregel wordt onderzocht als alternatief voor stadsverwarming. De CO2 uitstoot van deze installatie al in elk geval gelijkwaardig of lager zijn dan bij stadsverwarming.
* gebruik van 'groen gas'. Daarbij wordt door de energieleverancier de CO2-uitstoot geneutraliseerd.
Er zijn nog onvoldoende gegevens over het toekomstige verbruik van het zwembad om de besparing op de CO2 uitstoot te berekenen.
2. Kiest het college voor warmte koude opslag? Zo nee, waarom niet?
Nee.
Warmte Koude Opslag (WKO) heeft geen toegevoegde waarde, omdat het zwembad geen koudebehoefte heeft in de zomer.
3. Kiest het college voor stadsverwarming? Zo nee, waarom niet?
Aanbiedingen hiervoor van Eneco voor Zwembad Krommerijn waren ongunstig en zijn afgewezen. Eneco heeft na de zomervakantie weer contact opgenomen en nadere gesprekken zullen volgen. Een alternatief voor stadsverwarming, de toepassing van een Warmte Kracht Koppelingcentrale (WKK), wordt daarnaast onderzocht. Naar aanleiding van de uitkomst van de gesprekken met Eneco en dit onderzoek zal een keuze gemaakt worden.
4. Kan het college aangeven hoeveel ton CO2-uitstoot extra zij zou besparen bij zwembad Kromme Rijn als zij wel zou kiezen voor warmte koude opslag en stadsverwarming? Graag uitgesplitst per maatregel.
Nee, het college kan hierop geen definitef antwoord geven omdat de ontwerpfase nog niet is afgerond. Daarbij worden de alternatieven voor duurzaam bouwen nog onderzocht en uitgewerkt.
5. Kan het college aangeven welke extra kosten stadsverwarming en warmte koude opslag bij zwembad Kromme Rijn met zich meebrengt tot 2030 en wanneer de investeringen zijn terugverdiend? Aangezien het uiteindelijk leidt tot een zo laag mogelijke energierekening?
De investering voor Stadverwarming verdient zich met de huidige aanbieding van Eneco niet terug. Binnen deze aanbieding vallen de totale jaarlijkse energielasten zelfs hoger uit dan bij b.v. moderne hoogrendementsketels. Bij de keuze voor de installatie wordt uiteraard gestreefd naar een zo laag mogelijke jaarlijkse energierekening.
6. Hoe beoordeelt het college de balans als zij bekijkt hoeveel CO2-uitstoot bespaard kan worden door maximaal te kiezen voor energiebesparing en opwekking, en hoeveel CO2-uitstoot bespaard wordt met de nu voorgenomen maatregelen?
In deze fase van het ontwerp kan hierop geen antwoord worden gegeven. Waarheidsgetrouwe CO2 berekeningen zijn pas te maken na verdere uitwerking van de technische installaties en de berekingen van het verbruik. Uiteraard wordt gestreefd naar een zo laag mogelijke CO2 uitstoot.
7. Hoe verhoudt dit zich tot de ambitie om in 2030 klimaat neutraal te zijn?
Er wordt in elk geval gekozen voor 'groen' gas. Daarbij wordt door de energieleverancier de CO2-uitstoot geneutraliseerd. Een opslag op het tarief wordt ingezet voor diverse groenprojecten, zoals bijvoorbeeld bescherming van het regenwoud of bosaanplant in Leon (Nicaragua).
8. Is het college bereid alsnog te kiezen voor stadsverwarming en warmte-koude-opslag?
De keuze voor stadsverwarming is afhankelijk van de nadere gesprekken met Eneco en de uitkomst van het onderzoek naar de Warmte-Krachtkoppeling Centrale (WKK). Voor warmte koude opslag, zie vraag 2.
---- --