Technische Universiteit Eindhoven

Onverwacht moleculair zelf-assemblageproces blootgelegd

Geplaatst: 31 augustus, 2009

Meestal klitten deeltjes in een oplossing samen als je de concentratie verhoogt. TU/e-promovendus ir. Thomas Hermans laat nu een onverwacht effect zien: soms leidt juist het verlagen van de hoeveelheid moleculaire deeltjes in een oplossing tot de vorming van ketens en netwerken. En dat gaat wellicht helpen bij het bestuderen van onbegrepen processen in de natuur.

Artist impression van de vorming van moleculaire ketens in oplossing. Beeld: TU/e Institute for Complex Molecular Systems

Het werk van de promovendus en zijn collegas van het Institute for Complex Molecular Systems (ICMS) is sinds zondag 30 augustus te lezen in het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift Nature Nanotechnology.

Biologische zelf-assemblageprocessen spelen een grote rol in de natuur en in het menselijk lichaam, maar zijn vaak nog niet begrepen. Deze nieuwe resultaten hebben invloed op het onderzoek naar deze processen en kunnen een antwoord zijn voor de onopgeloste vragen.

Hermans maakte een modelsysteem bestaande uit moleculaire gastheren en gasten. Doordat hij deze nieuwe deeltjes heel precies kan manipuleren, kon hij op controleerbare wijze de processen onderzoeken die leiden tot de vorming van ketens en netwerken. Zitten er bijvoorbeeld telkens twee aantrekkende stukjes op een deeltje, dan vormen deze deeltjes een soort parelketting. Zijn er meer stukjes per deeltje dan worden vertakte structuren of netwerken gevormd.

Hoe werkt het?
De deeltjes met een lapjeskatpatroon van aantrekkende en afstotende delen worden op een stapsgewijze manier gemaakt. Dendrimeren zijn relatief grote en bolvormige moleculen (de gastheren in dit geval), die elkaar in water normaal aantrekken en daardoor nauwelijks los in de oplossing voorkomen. Deze dendrimeren worden bedekt met een laagje beschermende moleculen. Hierdoor ontstaan deeltjes die elkaar juist afstoten en bij elkaar vandaan blijven. Bij verdunning neemt het totale aantal deeltjes af, maar belangrijker nog, een deel van de beschermlaag laat los. Hierdoor ontstaan gaten in de afstotende beschermlaag en komen de elkaar aantrekkende delen vrij. Dit wordt zó gedaan dat het aantal blootgelegde delen op het oppervlak kan worden gecontroleerd. Afhankelijk van het aantal blootgelegde delen worden bijvoorbeeld ketens of netwerken gevormd. Deze bevindingen geven een totaal nieuwe kijk op de fenomenen die de clustering van moleculaire deeltjes reguleren en kunnen leiden tot nieuwe methoden om deze processen te stimuleren of juist te voorkomen of terug te draaien.

Het onderzoek werd uitgevoerd met steun van een projectsubsidie (BSIK 03033: Molecular Imaging of Ischemic Heart Disease) en NWO.