Nederlandse Vereniging van Journalisten

Eerste stap naar multimediale CAO

zondag 30 augustus 2009 | Maandag gaan de onderhandelingen voor een nieuwe Dagblad CAO van start. De nadruk komt te liggen op het maken van afspraken over modernisering van de CAO. `Voor ons is het van belang dat we het onafhankelijk journalistiek functioneren overeind houden, journalisten die nieuws naspeuren.' Aldus Bert de Jong, lid van de onderhandelingsdelegatie en vice-voorzitter van de NVJ. Dagbladen worden multimedialer. Redacties werken behalve aan de gedrukte krant tegelijkertijd aan internetsites, digitale nieuwsbrieven en zelfs televisie en radio. Deze tendens was een tijdje geleden aanleiding voor de dagbladsectie van de NVJ om onderzoek te doen naar een modernere journalistieke CAO. Centrale vraag was daarbij of de huidige Dagblad CAO een belemmering vormt voor een gewenste groei van een krantenredactie naar een multimediale redactie binnen een verantwoord verdienmodel.
`Het moet zo geregeld zijn dat een journalist heel gemakkelijk vanuit het oorspronkelijke dagbladbedrijf een uitdaging kan vinden in andere journalistieke disciplines', zegt Bert de Jong (Leeuwarder Courant), lid van de onderhandelingsdelegatie en vice-voorzitter van de NVJ. `Volgens het onderzoek biedt het loongebouw de ruimte om alle functies, dus ook multimediale functies, te beschrijven in de loonsystematiek.'
Daarmee blokkeert de CAO niet of nauwelijks het multimediaal werken. `Voor ons is het van belang dat we het onafhankelijk journalistiek functioneren overeind houden, journalisten die nieuws naspeuren. Je moet voorkomen dat een titel een internetsite heeft die niet door journalisten worden gemaakt, terwijl het wel degelijk een journalistieke uiting is.' De modernisering is tevens een eerste stap naar een integrale multimediale journalistieke CAO dwars door verschillende branches heen.

Daarnaast is er het redactiestatuut, waarin de journalistieke onafhankelijkheid van redacties is gegarandeerd, een sterk instrument voor dagbladen om zich op het internet te kunnen onderscheiden. Des te steviger de tekst van een redactiestatuut, des te makkelijker het voor journalisten is om samen te werken met commerciële afdelingen. `We moeten binnen een groter geheel de journalistiek veiligstellen. Daarvoor moet je waarborgen inbouwen zodat we ook in de toekomst op een goede manier journalistiek kunnen bedrijven.'

Het CAO-overleg wordt wat betreft de NVJ vooral benut om afspraken te maken over de modernisering. Daarbij speelt de instelling van een paritaire commissie een belangrijke rol. Omdat deze commissie een forse opdracht staat te wachten en de gelegenheid moet hebben zorgvuldig te werken, stelt de NVJ voor een CAO af te sluiten met een looptijd van 1 april 2009 tot 1 juli 2010. `Het zou een mooi resultaat zijn als we voor de zomer van 2010 in gezamenlijk overleg overeenstemming hebben bereikt over die modernisering.'

Behalve de moderniseringsslag staan twee belangrijke punten op de agenda, aldus de NVJ. Er moeten afspraken worden gemaakt over de verlenging van het project met betrekking tot de instroom van jonge journalisten. `In de laatste CAO had elke titel 1 jonge instromer op de 60 journalisten. Dit instroomproject willen we continueren. Komend najaar komen daar de `Plasterk-banen' bij die gelijkelijk worden verdeeld over de verschillende dagbladtitels. Minister Plasterk heeft deze banen gekoppeld aan de voorwaarde dat de dagbladen ook het instroomproject volgende CAO voortzetten.'

Tot slot vraagt de NVJ de invulling van 2,5 procent loonruimte. Een reële inzet, vindt De Jong, omdat de eis enerzijds is gebaseerd op de feitelijke inflatie en anderzijds op een relatief lange CAO-looptijd van 15 maanden. `We hechten veel belang aan de modernisering van de CAO en dat vraagt tijd. Dus praten we nu over een langere contractperiode. Bovendien willen we koopkracht behouden in 2009 en 2010, want dat is in 2008 niet gelukt. Dat rechtvaardigt de vraag naar 2,5 procent.'