Ministerie van Buitenlandse Zaken

vragen van de leden Haverkamp en Van Bommel over geweld tegen Iraanse ballingen

Beantwoording vragen van de leden Haverkamp en Van Bommel over geweld tegen Iraanse ballingen

Kamerbrief | 31 augustus 2009

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Haverkamp en Van Bommel over geweld tegen Iraanse ballingen. Deze vragen werden ingezonden op 21 augustus 2009 met kenmerk 2009Z14986.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Van Middelkoop, de Minister van Defensie, op vragen van de leden Haverkamp en Van Bommel (CDA en SP) over geweld tegen Iraanse ballingen.

Vraag 1

Kent u het artikel "Irak erkent geweld in kamp Iraanse ballingen"? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2
Heeft u uw bezorgdheid geuit bij de Irakese regering over het gebruik van geweld in dit kamp, nu de regering het gebruik van geweld heeft erkend? Zo nee, waarom niet? Bent u bereid dit eventueel in internationaal verband te doen?

Vraag 3
Is er al meer bekend over het onderzoek dat door de Irakese autoriteiten zou worden ingesteld en over eventueel door hen te treffen maatregelen?

Vraag 4
Kunt u zich op de hoogte laten houden van de toestand in dit kamp, die door de VS zal worden waargenomen, en kunt u bilateraal dan wel in samenwerking met de VS de Irakese autoriteiten aanspreken op hun belofte deze mensen te zullen beschermen en niet te dwingen tot terugkeer naar Iran? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Het EU-voorzitterschap heeft eind juli richting de Iraakse autoriteiten zorgen uitgesproken over het ernstige geweld op 28 juli jl. dat resulteerde in diverse doden en een groot aantal gewonden (ook aan Iraakse zijde). De Iraakse regering heeft laten weten de veiligheidsinstanties opdracht te hebben gegeven om er alles aan te doen een herhaling van dit ernstige geweld te voorkomen.

Nederland heeft ook bilateraal een vergelijkbare oproep aan de Iraakse autoriteiten gedaan en daarbij tevens eerdere toezeggingen van de Iraakse autoriteiten in herinnering gebracht dat men geen leden van de MKO die zich in kamp Ashraf bevinden, gedwongen zal terugsturen naar Iran. De Iraakse autoriteiten hebben in reactie dit standpunt herbevestigd. Men gaf voorts aan dat de gewelddadigheden onstonden toen de Irakese politie een politiebureau binnen het kamp wilde opzetten, teneinde het gezag over het eigen grondgebied uit te kunnen oefenen en toezicht te kunnen houden op de in Ashraf verblijvende leden van de MKO.

Internationale organisaties als OCHA en ICRC bezoeken het kamp regelmatig en geven aan zulks te zullen blijven doen. De Iraakse autoriteiten hebben laten weten een onderzoek ingesteld te hebben naar de toedracht van de gewelddadigheden. Dit onderzoek is nog niet afgerond. De Nederlandse regering blijft de ontwikkelingen nauwgezet volgen zowel in bilateraal als EU verband als met andere betrokken leden van de internationale gemeenschap.

Vraag 5

Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het algemeen overleg Midden-Oosten voorzien op 1 september a.s.?

Antwoord

Ja.


1) NRC, 30 juli 2009