Ministerie van Verkeer en Waterstaat


1 1 > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer Plesmanweg 1 der Staten-Generaal Den Haag Binnenhof 4 Postbus 20901
2500 EX Den Haag
2513 AA DEN HAAG T 070 351 6171 F 070 351 7895 www.minvenw.nl

Contactpersoon

Ons kenmerk VENW/DGW-2009/1020

Uw kenmerk
- Datum 31 augustus 2009
Bijlage(n) Onderwerp Kamervragen van het lid Cramer (ChristenUnie) over de - Haringvlietsluizen

Geachte voorzitter,

Hiermee beantwoord ik, mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de vragen die het lid Cramer (ChristenUnie) heeft gesteld over het openzetten van de Haringvlietsluizen.1


1. Bent u bekend met het bericht `Nog nooit gehoord van vistunnels in de Haringvlietdam'?2


1. Ja ik ben bekend met dit artikel.


2. Verandert het feit dat er al voorzieningen aanwezig zijn voor de vistrek iets aan het kierbesluit?


2. Neen, dit verandert niets aan het Kierbesluit. De Haringvlietsluizen zijn weliswaar voorzien van een aantal visriolen maar deze bieden onvoldoende soelaas voor trekvissen als Zalm, Zeeforel en Spiering, die vanaf de zee via het Haringvliet de rivier willen optrekken.

Mede hierom zijn in internationaal verband afspraken gemaakt over het op een kier zetten van de Haringvlietsluizen voor de bevordering van de visintrek. Deze afspraken zijn opnieuw bevestigd op de Rijnministersconferentie van 18 oktober 2007.


3. Is er onderzoek gedaan naar het feit waarom de visstand terugloopt terwijl bijvoorbeeld via de Nieuwe Waterweg ook paaiplaatsen bereikbaar zijn?


3. Er is inderdaad onderzoek uitgevoerd naar visstanden en vistrek. Hieruit komt naar voren dat de visintrek via de Nieuwe Waterweg tekortschiet voor een goede bereikbaarheid van paaiplaatsen en opgroeigebieden in de stroomgebieden van


1 Deze vragen vullen eerdere vragen aan van de leden Snijder-Hazelhoff en Neppérus (beiden VVD), ingezonden 13 juli 2008, (vraagnummer 2009Z13805)


2 Algemeen Dagblad, 4 juli 2009
a

Pagina 1 van 2





Rijn en Maas. Hiervoor is het essentieel dat het Kierbesluit wordt uitgevoerd, Datum zodat de Haringvlietsluizen goed passeerbaar worden.

Ons kenmerk
4. Zijn de kokers in de pijlers van de Haringvlietdam ook bruikbaar voor het VENW/DGW-2009/1020 inlaten van zout water? Zo ja, betekent dit een vereenvoudiging van de huidige plannen?


4. Ja, via de visriolen kan in beperkte mate zout water worden ingelaten. Dit betekent echter geen vereenvoudiging van de huidige plannen omdat hiermee de natuurdoelen van het Kierbesluit niet worden bereikt. Bovendien zijn ook dan maatregelen voor de zoetwatervoorziening noodzakelijk.


5. Hoe vaak zullen de sluizen in de Haringvlietdam op basis van de zoetwateraanvoer van de afgelopen jaren straks per jaar open kunnen zijn op basis van het vastgestelde maximum zoutgehalte?


5. Gemiddeld genomen staan bij het huidige regime de sluizen bij eb 88% van de tijd open en bij vloed niet. Na invoering van "De Kier" staan de sluizen bij eb eveneens 88% van de tijd open en bij vloed 73%.


6. Biedt het kierbesluit in combinatie met een grillige aanvoer van water vanaf de Rijn voldoende zekerheid voor de noodzakelijke hoeveelheid zoetwater in het gebied en kan op deze wijze de beoogde verzilting om de blauwalg te bestrijden wel gehaald worden?


6. Het Kierbesluit waarborgt ook bij lage rivierafvoeren de zoetwaterbelangen en vormt geen obstakel voor besluitvorming over andere ontwikkelingen in het gebied zoals de verzilting van het Volkerak-Zoommeer voor de bestrijding van blauwalgen en de hiermee samenhangende voorzieningen en maatregelen om de zoetwaterbelangen adequaat te kunnen waarborgen.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

J.C. Huizinga-Heringa

Pagina 2 van 2